PDA

Bekijk de volledige versie : 'Tijd enige balsem om verlies te verwerken'


Barst
17th July 2007, 18:00
'Tijd is de enige balsem om verlies te verwerken'


Alle belangrijke keuzes in zijn leven maakte senator Patrik Vankrunkelsven uit pure hartstocht. 'Maar waarschijnlijk is mijn liefde voor de politiek ten koste gegaan van de liefde voor mijn overleden vrouw.'


'De bloemenkinderen, zo noemden ze Hilde en mij aan de universiteit. Hilde was mijn eerste echte lief. Hippies waren we niet, maar blijkbaar vond men ons alternatief. Ik had lang haar, droeg het flowerpower uniform van jeans en parka en was actief in de vredes- en milieubeweging. Het was een gunstige tijd om relaties te ontwikkelen. De zomer van 1967 en alles wat daarna volgde, had ons bevrijd van het juk van de katholieke moraal. En van aids was nog lang geen sprake. We konden in alle ongedwongenheid en openheid mensen leren kennen. Mijn ouders hadden er bijvoorbeeld geen bezwaar meer tegen dat Hilde en ik samenwoonden, terwijl dat bij mijn oudere broer nog wel het geval was geweest. Maar van de vrije liefde, zoals die toen zogezegd gepropageerd werd, heb ik weinig gemerkt. Ook niet in mijn vriendenkring. Hilde en ik hadden een vrij lange, stabiele relatie.

Met diezelfde onbezonnen liefde heb ik me in de politiek gestort. Ik was een politiek beest van bij mijn geboorte. Ik herinner me dat ik als tienjarig jongetje jaloers was op de betogende studenten die het waterkanon trotseerden. Ik wilde daarbij zijn. Dat revolteren tegen gevestigde waarden trok me sterk aan.

De Volksunie groeide mee op die golven van vernieuwing en bevrijding. Zij stond voor een frisse politiek, met oog voor milieu en vredesthema's, en kon zo veel jonge krachten mobiliseren. Ook van buiten de traditionele politiek. Het was ons niet om de macht te doen. Idealisme is misschien een te groot woord, maar we werden gedreven door een sterk gevoel van onrechtvaardigheid door de verdrukking van het Vlaams in de politiek, aan de universiteit, in het bedrijfsleven.

Vandaag weet ik niet of die hartstocht voor de politiek met de leeftijd of met de Volksunie te maken had. Ik kan me goed voorstellen dat jongeren zich vandaag met evenveel emotie bij een andere partij aansluiten als ik destijds bij de Volksunie. Ik hoop het althans. Toen ik me bij de VLD aansloot, stond het verstand meer op de voorgrond dan het buikgevoel. Net zoals ik me ook niet meer met dezelfde jeugdige onbezonnenheid in een nieuwe relatie gooi. De emotie is nu iets minder en de rede iets sterker aanwezig. Dat is het verschil tussen twintig zijn of vijftig zeker?

Mijn tweede belangrijke beroepskeuze, de geneeskunde, heb ik ook heel emotioneel gemaakt. Uit een soort idealistische liefde voor het vak, zonder berekende afwegingen over carričremogelijkheden of inkomen. Dat maatschappelijk engagement was me ingelepeld door mijn twee grootvaders. Niet vanuit een soort katholiek schuldbesef, maar als morele plicht. Ik wilde aan ontwikkelingssamenwerking doen. Ik heb heel bewust gekozen voor huisartsgeneeskunde en heb me ongelooflijk hard voor mijn praktijk ingezet, maar uiteindelijk heeft de liefde voor de politiek het gehaald. Nu ik geen burgemeester meer ben in Laakdal, overweeg ik om de draad van mijn huisartsenpraktijk weer op te nemen.

Ik vraag me vandaag alleen af of mijn liefde voor de politiek en de geneeskunde niet ten koste is gegaan van mijn persoonlijk liefdesleven en mijn kinderen. Mijn vrouw Katelijne en ik hadden lang een losse relatie gehad. De reden om echt samen verder te gaan en te trouwen, was dat we absoluut kinderen wilden. Ik was 35 toen de oudste is geboren. De drie anderen zijn daarna heel snel gekomen.

Katelijne was heel graag met kinderen bezig. Ze kwam zelf uit een familie met veel kinderen en had voor onderwijzeres gestudeerd. Toen Willem is geboren, heeft ze haar baan opgegeven om zich aan het gezin te wijden. Net op dat moment kwam mijn professionele leven in een stroomversnelling. Ik stak zoveel emotie in de politiek, dat de hele voorraad als het ware was opgebruikt als ik thuis kwam. En natuurlijk was er de tijdsdruk. Ik was heel vaak weg. Geregeld ook voor minder belangrijke dingen, denk ik achteraf.

Een partner verwacht terecht dat hij op de eerste plaats komt. Ik geef toe dat dit niet altijd het geval is geweest. Ook niet toen Katelijne ziek was. Sommigen hebben mij dat verweten. Maar ik denk niet dat Katelijne daar aanstoot aan nam. Ik heb het er vaak met haar over gehad. Katelijne wilde dat ik zo actief bleef. Het sterkte haar in de hoop om te genezen, al wist ze dat de kansen klein waren. Katelijne had trouwens ook haar grote project: haar kinderen zien opgroeien. Net daarom wilde ze dat ik ook met mijn project doorging. Stoppen met politiek zou voor haar een signaal geweest zijn dat ik er niet meer in geloofde dat het met haar nog goed kwam. Het leven moest verder gaan.

Maar misschien zijn dit slechts rationele bespiegelingen achteraf. En heb ik niet altijd de juiste keuzes gemaakt. Ik had meer tijd en interesse moeten vrijmaken voor Katelijne.

Of zo'n verlies verwerkt raakt? Tijd is de beste balsem. Het is ook het enige wat echt helpt. Lange tijd kon ik niet over Katelijne praten zonder te huilen. Vandaag lukt dat wel. Het leven gaat voort. Je beleeft nieuwe zaken, je bouwt iets op, je ontmoet andere mensen, en beetje bij beetje raakt het verdriet verdrongen. Het overheerst niet langer mijn emotionele leven.

Ik denk niet dat het verlies van Katelijne mijn liefde voor de kinderen heeft veranderd. Liefde voor kinderen is sowieso onvoorwaardelijk. Maar ik stop er nu wel meer energie in. Het is aan mij om ze waarden door te geven en ze op het juiste spoor te houden. En misschien besef ik intenser dat de liefde voor Katelijne via hen verder leeft. De kinderen zijn er toch maar gekomen omdat we ze samen op de wereld hebben gezet.

Ook fysiek of in karaktertrekken zie ik in de kinderen regelmatig Katelijne terug. Ik ervaar mijn kinderen als een bron van geluk. Het is misschien een beetje egoďstisch, maar ze geven ook mij veel liefde en steun. Zeker in de periode na de dood van Katelijne, of wanneer het wat moeilijker gaat in mijn relationeel leven, ben ik heel gelukkig dat ik hen heb.

De twee jongste hebben hun moeder niet of amper gekend. Er staan nog foto's van haar in huis en soms praten we over haar. Maar de vragen van de kinderen nemen af. Ik denk ook niet dat je de herinnering bewust moet cultiveren. Maar soms ben ik wat ongerust of de jongens wel voldoende het vrouwelijke in de mens kunnen ontdekken. Katelijne kan ze dat niet meer geven, dus moeten ze het via anderen ontdekken. Maar niemand anders kan diezelfde moederrol vervullen. Het blijft een dilemma. De herinnering aan Katelijne alleen kan nooit volstaan om te weten wat het betekent moeder te zijn, wat zachtheid is, vrouwelijkheid, of liefde.

Het is ook niet zo dat er geen vrouwen in hun leven zijn. Er komen gelukkig twee dames helpen in het huishouden. En de jongens komen veel in andere gezinnen, waar ze de nestwarmte en de moederschoot opzoeken. Ook mijn nieuwe relatie met Marleen brengt vrouwelijkheid in huis. Al heb ik nooit de intentie gehad om voor de jongens een nieuwe moeder te vinden. Volgens mij is het onmogelijk om een partner te vinden die die moederrol kan en wil opnemen. Een nieuwe partner moet op de eerste plaats iemand zijn die ik graag zie.

Ik heb ervaren dat het echt wel mogelijk is om nog iemand graag te zien nadat je je geliefde bent verloren. Je moet die liefde durven aanvaarden, zonder schuldgevoelens. Katelijne heeft me dat ook uitdrukkelijk gezegd: ik mocht en kon iemand anders graag zien. Ik heb nu vier jaar een nieuwe relatie, met een vrouw die ook kinderen heeft, maar we wonen niet samen. Ook nu weer is het zoeken naar het juiste evenwicht tussen de kinderen, het werk en de partner. Wie komt op de eerste plaats?'

Patrik Vankrunkelsven (50) is huisarts en vader van vier kinderen. Hij is senator voor Open VLD.


DS, 17-07-2007