PDA

Bekijk de volledige versie : De cultus van de veiligheid


Barst
13th July 2007, 15:16
De cultus van de veiligheid

Frank Furedi, Cultuur van angst. Vertaald door A. Mulder, M. Post & N. Groen, Meulenhoff, 304 blz.


Wordt het leven gevaarlijker? Nee, en hou op met klagen, vindt de socioloog Frank Furedi. Brice De Ruyver, gewezen veiligheidsadviseur van de premier, las Furedi's boek.


Culture of fear van Frank Furedi verscheen in 1997. Nu heeft hij een geactualiseerde versie geschreven, die uitstekend vertaald is. Furedi's boek is een aanrader voor iedereen die nu en dan de behoefte voelt aan een referentiekader. Voor sociale wetenschappers is dit cultuurfilosofisch essay zelfs een 'must', omdat een aantal vanzelfsprekendheden over de moderne samenleving in twijfel getrokken en soms zelfs onderuitgehaald worden.

De auteur is een overtuigd humanist die weigert zich neer te leggen bij het cultuurpessimisme en de allesverlammende cultuur van de angst die zo kenmerkend is voor de westerse samenleving van de laatste dertig jaar. Furedi heeft vooral oog voor Groot-Brittannië en de VS, maar is ook vertrouwd met wat er leeft in de rest van de westerse samenleving. Zijn uitgangspunt is dat angst veel meer is geworden dan een emotionele reactie op een gevaar of een dreiging. Angst is een algemene culturele visie geworden. Het beste bewijs daarvan is dat het angstgevoel helemaal niet in verhouding staat tot de reële gevaren. Eigenlijk weten we dat al langer. Het onveiligheidsgevoel, dat andere moeilijk te concretiseren en met angst verwante begrip, houdt ook veel meer in dan de kans het slachtoffer te worden van misdrijven of rampen. Wie jaarlijks de resultaten van de Veiligheidsmonitor leest [een enquête in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, red.], weet dat het aantal geïnterviewden dat verwacht het slachtoffer te worden van een misdrijf, meer dan het dubbele is van het aantal daadwerkelijke slachtoffers.

Furedi verwijst naar David Garlant en zijn theorie van het 'misdaadcomplex', dat is het door de populaire cultuur verspreide idee dat de misdaad alomtegenwoordig is. De samenleving moet zich daarom op alle mogelijke manieren beveiligen. In werkelijkheid heeft angst voor criminaliteit vooral te maken met de teloorgang van informele betrekkingen, van algemeen aanvaarde normen en zekerheden. Vergeleken met vroeger krijgen westerlingen steeds minder te maken met angst, lijden, ziekte en dood. Furedi verwijst naar de snelheid waarmee bijvoorbeeld ebola, SARS en vogelgriep werden bedwongen.

Het loskoppelen van angstgevoelens van persoonlijke ervaringen en angst als 'een standaardreactie op het leven zelf', gaan hand in hand met een explosieve groei van het risicobewustzijn. De cultuur van de angst vindt een vruchtbare voedingsbodem in het feit dat het vertrouwen in de mensheid laag staat. De angst en het wantrouwen ten aanzien van menselijke beweegredenen nemen met de dag toe. In die context heerst er onwil binnen onze samenleving om positief om te gaan met risico's, wat nochtans perfect kan. Bedreigingen zijn immers ook kansen, op voorwaarde dat men gelooft in de positieve kracht van het menselijke individu. Dit is niet zo en dus wordt elk risico een gevaar en kom je onvermijdelijk terecht in een 'gevaar'-samenleving waar het mijden van risico's een leefregel wordt.

De westerse wereld is geobsedeerd door veiligheid. Het gevoel overheerst dat het gevaar overal loert. Deze inflatie van gevaar uit zich op tal van maatschappelijke domeinen: criminaliteit, gezondheid, milieu, sociale zekerheid en tewerkstelling. De paniek over mogelijke epidemieën was de afgelopen twintig jaar niet te stuiten en de 'syndromen' volgen elkaar op. Furedi stelt nuchter vast dat de werkelijke cijfers totaal niet in verhouding staan tot de angsten. Hij geeft het voorbeeld van de paniek rond kinderontvoeringen in de VS. Uit de FBI-statistieken blijkt dat er jaarlijks in de VS minder dan honderd kinderen worden ontvoerd door onbekenden.

Het idee van verborgen gevaren of onzichtbare risico's wordt algemeen aanvaard, zelfs door gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften als Nature, dat in 2006 de daling van de zaadcellen bij Britse mannen toeschreef aan milieuvervuiling. Enkele jaren geleden werd, ook in België, agressie in het verkeer als een levensgroot probleem voorgesteld, gewoon omdat de media focusten op enkele frappante voorbeelden. Harde cijfers ter staving zijn niet voorhanden, maar dat is geen probleem. Men gaat er immers vanuit dat het dark number bijzonder groot is.

In de sfeerschepping spelen de media natuurlijk een belangrijke rol. Maar er zijn ook factoren die te maken hebben met de relatie tussen het individu en de samenleving: het niet aflatende individualiseringsproces van de afgelopen decennia, de teloorgang van de sociale samenhang, economische veranderingen die tot onzekerheid leiden, de gewijzigde rol van de overheid, de teloorgang van de politieke en sociale instellingen (partijen, vakbonden, het instituut kerk), het afbrokkelen van het klassieke gezin. Velen hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan. Bovendien is de consensus over waarden en normen weggevallen.

De normalisering van geweld, vooral door toedoen van de media, heeft ervoor gezorgd dat de intermenselijke relaties met geweld worden geassocieerd. Gedragingen die altijd hebben bestaan en vroeger redelijk getolereerd werden als onderdeel van een ontwikkelingsproces, worden beschouwd als een groot maatschappelijk probleem. Furedi geeft het pesten als voorbeeld: pesten op school, pesten op het werk. Steeds meer mensen zien zichzelf als slachtoffer van om het even wat. Furedi verwijst naar de ontdekking van de victomologie in de criminologie in de jaren zestig. In enkele decennia zijn we geëvolueerd naar een situatie waarbij men spreekt over directe en indirecte, vaak onzichtbare slachtoffers. Furedi stelt onomwonden dat het slachtoffer een sociale constructie is. Er is een nieuwe etiquette ontstaan met als voornaamste kenmerken de cultus van de veiligheid, het bepleiten van terughoudendheid, risicobeperking en voorzichtigheid. Furedi ziet ook winnaars in deze ontwikkeling. Niet alleen de veiligheidsindustrie, maar ook de 'consumentenactivisten', milieuorganisaties, belangengroeperingen en ngo's hebben zich in een positie gemanoeuvreerd dicht bij de machtsfora. In het Verenigd Koninkrijk zijn lobbyisten en de 'gezichten' van allerlei belangengroepen gerecupereerd in het parlement. Ook bij ons doen vertegenwoordigers van het zogenaamde middenveld het goed bij de politieke families.

De meerwaarde van dit boek zit in de openhartige en duidelijke analyse, rijkelijk geïllustreerd met herkenbare voorbeelden. Furedi stelt vast en vraagt hoogstens om een aantal evidenties in onze samenleving eens rationeler en kritischer te bekijken. Hij doet dit vanuit een sterk geloof in de kracht van het individu en in het vermogen om via de rede de cultuur van de angst te doorbreken.


DS, 13-07-2007 (Brice De Ruyver)