Barst
18th June 2007, 18:00
Polen vecht voor macht
De Poolse tweelingbroers Lech (president) en Jaroslaw Kaczynski (regeringsleider) hebben hoog ingezet omdat ze met het besluitvormingssysteem van het Verdrag van Nice dat nu geldt, meer invloed kunnen uitoefenen dan in het voorstel van de Europese grondwet. Dat laatste zou in het nieuwe verdrag blijven bestaan. Alleen de Polen willen het veranderen.
In het Verdrag van Nice beschikt Polen met z'n 38,6 miljoen inwoners -bijna 8% van de EU-bevolking- net als Spanje over 27 stemmen in de ministerraad, op en totaal van 345. Dat is een relatief gewicht van 7,83%. Dat is zeer veel in vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland dat met zijn 82 miljoen inwoners 'maar' 29 stemmen heeft.
Om een meerderheid te halen in de ministerraad moet er 73% van de stemmen gehaald worden. Maar volgens de Europese machtsalgebra is niet die 73% belangrijk, wel de 27% resterende. Dat is de 'blokkeringsminderheid'. Daarmee kan je een voorstel minstens tegenhouden en die is makkelijker te mobiliseren, zeker met een relatief hoog stemmenpercentage.
In het nieuwe verdrag wordt met een veel eenvoudiger systeem gewerkt: de dubbele meerderheid. Elke lidstaat heeft 1stem. Een voorstel moet 55% van de stemmen halen (nu 15 lidstaten) maar die moeten ook 65% van de bevolking vertegenwoordigen. De blokkeringsminderheid is dus veel groter (moeilijker te voorspellen) waardoor een land als Polen het tegenover de groten, die meer inwoners hebben, moeilijker heeft om in een blokkeringsminderheid te wegen. En daar gaat het om.
Spanje (40 miljoen inwoners) steunde onder Aznar Polen. Maar na de bomaanslagen van 11maart 2004 en de regeringswissel veranderde de nieuwe Spaanse premier Zapatero van kamp. De toenmalige Poolse president, Aleksander Kwasniewski, geraakte geïsoleerd.
DS, 18-06-2007 (bb)
De Poolse tweelingbroers Lech (president) en Jaroslaw Kaczynski (regeringsleider) hebben hoog ingezet omdat ze met het besluitvormingssysteem van het Verdrag van Nice dat nu geldt, meer invloed kunnen uitoefenen dan in het voorstel van de Europese grondwet. Dat laatste zou in het nieuwe verdrag blijven bestaan. Alleen de Polen willen het veranderen.
In het Verdrag van Nice beschikt Polen met z'n 38,6 miljoen inwoners -bijna 8% van de EU-bevolking- net als Spanje over 27 stemmen in de ministerraad, op en totaal van 345. Dat is een relatief gewicht van 7,83%. Dat is zeer veel in vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland dat met zijn 82 miljoen inwoners 'maar' 29 stemmen heeft.
Om een meerderheid te halen in de ministerraad moet er 73% van de stemmen gehaald worden. Maar volgens de Europese machtsalgebra is niet die 73% belangrijk, wel de 27% resterende. Dat is de 'blokkeringsminderheid'. Daarmee kan je een voorstel minstens tegenhouden en die is makkelijker te mobiliseren, zeker met een relatief hoog stemmenpercentage.
In het nieuwe verdrag wordt met een veel eenvoudiger systeem gewerkt: de dubbele meerderheid. Elke lidstaat heeft 1stem. Een voorstel moet 55% van de stemmen halen (nu 15 lidstaten) maar die moeten ook 65% van de bevolking vertegenwoordigen. De blokkeringsminderheid is dus veel groter (moeilijker te voorspellen) waardoor een land als Polen het tegenover de groten, die meer inwoners hebben, moeilijker heeft om in een blokkeringsminderheid te wegen. En daar gaat het om.
Spanje (40 miljoen inwoners) steunde onder Aznar Polen. Maar na de bomaanslagen van 11maart 2004 en de regeringswissel veranderde de nieuwe Spaanse premier Zapatero van kamp. De toenmalige Poolse president, Aleksander Kwasniewski, geraakte geïsoleerd.
DS, 18-06-2007 (bb)