Barst
18th June 2007, 18:58
Het is nu aan de leraars om examen af te leggen
Leraars die twee negatieve evaluaties na elkaar krijgen, worden ontslagen. Deze nieuwe regel geldt vanaf 1 september in alle middelbare scholen. 'Het doel is: de juiste persoon op de juiste plaats.'
Het Vlaams parlement moet nog zijn zegen geven, maar volgend schooljaar zou het evaluatiesysteem van leraars eindelijk ingaan. Het heeft veel voeten in de aarde gehad. Want hoewel leraars experts zijn in evalueren, staan ze niet te springen om zelf te worden geëvalueerd.
Op 1 september is het in het secundair onderwijs dan toch zover, en binnen twee jaar ook in het basisonderwijs. Vanaf dan moet elke leraar maximaal om de vier jaar een evaluatiegesprek krijgen. Evaluator van dienst is normaal gezien de directeur, maar kan ook zijn adjunct of een andere 'hiërarchisch overste' zijn.
Voor wie het gesprek slecht uitdraait, komt er na minimaal een jaar nog een evaluatiegesprek. Als ook dat slecht is, dan volgt het ontslag. Hetzelfde geldt na drie negatieve evaluaties doorheen de loopbaan.
'Maar we mogen ons niet blindstaren op de sancties', zegt Christine Byck, een van de vier directeurs van het college Onze-Lieve-Vrouw-ten-doorn in Eeklo. 'De evaluaties zijn in de eerste plaats een moment om rustig alle aspecten van de job te bespreken. Want hoe is het nu? Er is alleen maar een gesprek tussen directeur en leraar wanneer het slecht gaat. Of naar aanleiding van een specifiek project. Maar dat is telkens eenzijdig. Evaluaties geven de kans dat te overstijgen.'
Dat is volgens haar niet alleen voor de leraars een goede zaak. 'Als directeur krijg je dankzij de evaluaties een beter zicht op de wensen en ingesteldheid van de leraars. Nu veronderstel je veel. Je veronderstelt dat een bepaalde leraar bijvoorbeeld graag klassenleraar is. Maar eigenlijk weet je dat niet zeker. Tijdens een evaluatiegesprek kun je dat wel te weten komen.'
Er is voor directeurs één groot nadeel aan het evaluatiesysteem: de tijd. Want er zijn niet alleen de evaluatiegesprekken. Er moeten 'onderweg' ook functioneringsgesprekken worden gevoerd. Al die gesprekken moeten bovendien voorbereid worden.
Onze-Lieve-Vrouw-ten-doorn bijvoorbeeld is een grote school, en alle 420 leraars moeten individueel worden gevolgd. 'We zijn met vier directeurs om dat te doen. Maar dan nog is dat een pak werk dat erbij komt', zegt Christine Buyck.
Dan zijn er nog de 'functiebeschrijvingen', die de basis van de evaluaties vormen. Daarin staan de taken waarop de leraars worden afgerekend. Er is een vast pakket taken, met onder meer het lesgeven zelf, de leerlingenbegeleiding in de klas en de examens. Daaraan mag de directeur nog enkele taken toevoegen, zoals de organisatie van culturele activiteiten of de vervanging van afwezige collega's.
De onderwijsvakbonden zijn daar altijd tegen geweest, omdat deze 'instellingsgebonden' taken de werkdruk zouden verhogen. Maar in de nieuwe regeling staat wel dat de taken eerlijk tussen de leraars moeten worden verdeeld. De bijkomende opdrachten mogen ook niet ten koste van de hoofdtaak gaan.
Deze functiebeschrijvingen zijn trouwens de grote nieuwigheid in de scholen van het Gemeenschapsonderwijs. Daar bestaat al jarenlang een evaluatiesysteem, maar zonder dergelijke functiebeschrijvingen. Volgend schooljaar maken ook deze scholen de overstap naar het nieuwe systeem.
Verder zijn er geen zulke grote verschillen tussen het 'oude' systeem van het Gemeenschapsonderwijs en het 'nieuwe' systeem. Ook in het Gemeenschapsonderwijs leidden twee negatieve evaluaties tot ontslag. De ervaring daar leert dat er nooit heel zware gevolgen zijn geweest. Jaarlijks vonden niet meer dan vijf ontslagen plaats. Net als in het nieuwe systeem was beroep mogelijk. Vanaf nu is er voor iedereen één beroepscollege, waarin de vakbonden en de onderwijskoepels zijn vertegenwoordigd.
'In het begin zal het wat raar zijn, want we zijn dat niet gewoon in het onderwijs', zegt Rudy Van Espen, directeur van de Gemeentelijke Secundaire School in Munsterbilzen. 'Maar uiteindelijk is dit een goede zaak. Het helpt ons de juiste persoon op de juiste plaats te hebben.'
Hoewel er in zijn school maar zeventig personeelsleden zijn, heeft Van Espen de evaluatietaken verdeeld onder de drie graadcoördinatoren. Al beseft hij dat dit gevolgen kan hebben voor de menselijke verhoudingen. 'Eigenlijk zijn dit ongeveer collega's. Dergelijke evaluaties kunnen mogelijk tot spanningen leiden. Maar in principe is dit een positief instrument, dat ons alleen maar kan helpen.'
www.standaard.be/onderwijs
DS, 18-06-2007 (Pieter Lesaffer)
Leraars die twee negatieve evaluaties na elkaar krijgen, worden ontslagen. Deze nieuwe regel geldt vanaf 1 september in alle middelbare scholen. 'Het doel is: de juiste persoon op de juiste plaats.'
Het Vlaams parlement moet nog zijn zegen geven, maar volgend schooljaar zou het evaluatiesysteem van leraars eindelijk ingaan. Het heeft veel voeten in de aarde gehad. Want hoewel leraars experts zijn in evalueren, staan ze niet te springen om zelf te worden geëvalueerd.
Op 1 september is het in het secundair onderwijs dan toch zover, en binnen twee jaar ook in het basisonderwijs. Vanaf dan moet elke leraar maximaal om de vier jaar een evaluatiegesprek krijgen. Evaluator van dienst is normaal gezien de directeur, maar kan ook zijn adjunct of een andere 'hiërarchisch overste' zijn.
Voor wie het gesprek slecht uitdraait, komt er na minimaal een jaar nog een evaluatiegesprek. Als ook dat slecht is, dan volgt het ontslag. Hetzelfde geldt na drie negatieve evaluaties doorheen de loopbaan.
'Maar we mogen ons niet blindstaren op de sancties', zegt Christine Byck, een van de vier directeurs van het college Onze-Lieve-Vrouw-ten-doorn in Eeklo. 'De evaluaties zijn in de eerste plaats een moment om rustig alle aspecten van de job te bespreken. Want hoe is het nu? Er is alleen maar een gesprek tussen directeur en leraar wanneer het slecht gaat. Of naar aanleiding van een specifiek project. Maar dat is telkens eenzijdig. Evaluaties geven de kans dat te overstijgen.'
Dat is volgens haar niet alleen voor de leraars een goede zaak. 'Als directeur krijg je dankzij de evaluaties een beter zicht op de wensen en ingesteldheid van de leraars. Nu veronderstel je veel. Je veronderstelt dat een bepaalde leraar bijvoorbeeld graag klassenleraar is. Maar eigenlijk weet je dat niet zeker. Tijdens een evaluatiegesprek kun je dat wel te weten komen.'
Er is voor directeurs één groot nadeel aan het evaluatiesysteem: de tijd. Want er zijn niet alleen de evaluatiegesprekken. Er moeten 'onderweg' ook functioneringsgesprekken worden gevoerd. Al die gesprekken moeten bovendien voorbereid worden.
Onze-Lieve-Vrouw-ten-doorn bijvoorbeeld is een grote school, en alle 420 leraars moeten individueel worden gevolgd. 'We zijn met vier directeurs om dat te doen. Maar dan nog is dat een pak werk dat erbij komt', zegt Christine Buyck.
Dan zijn er nog de 'functiebeschrijvingen', die de basis van de evaluaties vormen. Daarin staan de taken waarop de leraars worden afgerekend. Er is een vast pakket taken, met onder meer het lesgeven zelf, de leerlingenbegeleiding in de klas en de examens. Daaraan mag de directeur nog enkele taken toevoegen, zoals de organisatie van culturele activiteiten of de vervanging van afwezige collega's.
De onderwijsvakbonden zijn daar altijd tegen geweest, omdat deze 'instellingsgebonden' taken de werkdruk zouden verhogen. Maar in de nieuwe regeling staat wel dat de taken eerlijk tussen de leraars moeten worden verdeeld. De bijkomende opdrachten mogen ook niet ten koste van de hoofdtaak gaan.
Deze functiebeschrijvingen zijn trouwens de grote nieuwigheid in de scholen van het Gemeenschapsonderwijs. Daar bestaat al jarenlang een evaluatiesysteem, maar zonder dergelijke functiebeschrijvingen. Volgend schooljaar maken ook deze scholen de overstap naar het nieuwe systeem.
Verder zijn er geen zulke grote verschillen tussen het 'oude' systeem van het Gemeenschapsonderwijs en het 'nieuwe' systeem. Ook in het Gemeenschapsonderwijs leidden twee negatieve evaluaties tot ontslag. De ervaring daar leert dat er nooit heel zware gevolgen zijn geweest. Jaarlijks vonden niet meer dan vijf ontslagen plaats. Net als in het nieuwe systeem was beroep mogelijk. Vanaf nu is er voor iedereen één beroepscollege, waarin de vakbonden en de onderwijskoepels zijn vertegenwoordigd.
'In het begin zal het wat raar zijn, want we zijn dat niet gewoon in het onderwijs', zegt Rudy Van Espen, directeur van de Gemeentelijke Secundaire School in Munsterbilzen. 'Maar uiteindelijk is dit een goede zaak. Het helpt ons de juiste persoon op de juiste plaats te hebben.'
Hoewel er in zijn school maar zeventig personeelsleden zijn, heeft Van Espen de evaluatietaken verdeeld onder de drie graadcoördinatoren. Al beseft hij dat dit gevolgen kan hebben voor de menselijke verhoudingen. 'Eigenlijk zijn dit ongeveer collega's. Dergelijke evaluaties kunnen mogelijk tot spanningen leiden. Maar in principe is dit een positief instrument, dat ons alleen maar kan helpen.'
www.standaard.be/onderwijs
DS, 18-06-2007 (Pieter Lesaffer)