Barst
20th May 2007, 01:57
'Het is tragisch dat we nog zo weinig moppen tappen'
Jef Vermassen
'Niet bezit maakt mij gelukkig, maar de mate waarin ik iets kan delen, zoals solidariteit. Het is een levenskunst, die ik moet voeden.'
VECHT
Als ik onrecht ruik, ga ik op de barricade staan. Ik denk dat het iets is wat de generatie van mei '68 in zich meedraagt. Het zit diepgeworteld in ons en gaat nooit meer weg. Ik heb gezworen om vooral voor kinderen in nood alles te doen, zoals de kindsoldaten van Uganda. Het is mijn droom om ooit een internationaal centrum voor alle kindsoldaten van de wereld op te richten in Brussel. Zij mogen nooit in de steek worden gelaten. Het raakt mij als ik hoor dat Europa en de Verenigde Staten amnestie vragen voor rebellenleider Kony. Dat is eindeloos onrecht. Als je hem laat lopen, moet je Dutroux onmiddellijk vrijlaten.
Dit is een tijd waarin heel veel slechts gebeurt, maar waarin we ook veel kunnen goedmaken. Als we de wereld van morgen willen verbeteren, moeten we beginnen met de jeugd van vandaag. Ik ben hoopvol. Geef jonge mensen kansen en ze zullen die met beide handen grijpen. Ik zit in het bestuur van De Kromme Boom, die uit de boot gevallen jongeren opvangt. Het gaat vaak om jonge mensen die al in de psychiatrie hebben gezeten, tijdbommen. Als wij die kunnen ontladen, doen wij toch schoon werk? Daar wil ik voor vechten.
Ook in mijn professionele leven ben ik strijdvaardig. De advocatuur, zeker het strafrecht, is een agressieve stiel. Je moet een vechtersmentaliteit hebben en een doorbijter zijn om erin te overleven. Maar ik vind het belangrijk om een juridisch gevecht op een hoffelijke manier te voeren. In een pleidooi kun je je eigen agressie de vrije loop laten, maar je kunt de andere ook rustig laten uitspreken. Ik kies voor het laatste. Sportiviteit vind ik in ons vak essentieel. Als je weet dat je een heel jaar door met je collega's in de clinch moet, moet je elkaar na afloop de hand kunnen schudden en samen een glas drinken. De wereld beschaafd maken, is ook een beetje schaven aan onszelf.
WERK
Ik ben dit jaar zestig geworden. Ik zou mijn werk wat moeten afbouwen. Het vreet zoveel energie dat het stilaan een aanslag op mijn organisme wordt. Bovendien besef ik dat mijn toekomst beperkt is. Ik moet kwaliteit halen uit mijn leven en tijd maken voor de essentiële dingen. Maar met pensioen gaan? Neen, ik denk niet dat ik over enkele jaren de deur zomaar achter mij dicht kan trekken. Als ik een paar dagen niets doe, bekruipt me nu al het gevoel dat ik iets mis. Ik moet de mensen helpen, anders kwijn ik weg.
Ik wil ook niet stoppen omdat ik mijn geest voldoende actief wil houden. Een Japans onderzoek heeft uitgewezen dat advocaten het minst snel dementeren omdat ze dagelijks hun hersenen maximaal trainen. Ik geloof daarin. Dementie maakt me bang. Ik zie het bij mijn moeder en dat doet me pijn. Dementie ondermijnt je menselijke waardigheid.
LACH
Niet bezit maakt mij gelukkig, maar de mate waarin ik iets kan delen, zoals solidariteit. Het is een levenskunst die ik moet voeden. Als je solidariteit geeft, krijg je dat honderdvoudig terug. Degene die geeft, krijgt eigenlijk het grootste cadeau. Ik heb het gezien bij mijn tante: zij deelde zestig jaar lang haar leven met zieken en stervenden in een klooster. Ze bezat niets, maar straalde niets dan blijmoedigheid uit.
In Rwanda heb ik genocidemoordenaars in de gevangenis bezocht. In hun blik las ik dofheid en wanhoop. Maar toen ik hen vroeg of ze in groep iets wilden zingen, bloeiden ze open en lachten ze. Dat was een feestelijk en aangrijpend moment. Alleen al daaraan mogen deelnemen, was een geschenk van mijn leven.
Lachen vind ik heel belangrijk. Het haalt heel wat spanning weg uit je lichaam. Het is tragisch dat we nog zo weinig moppen tappen. We lachen te weinig. Dat is iets wat de Afrikanen je leren: het leven langs de zonnige kant nemen. Zij hebben veel meer zon in zich dan wij. Mensen die haast niets hebben, zijn doorgaans gelukkiger. Wij zijn te ernstig, te gejaagd. We vragen het uiterste van elkaar om onze levensstandaard te kunnen behouden. Maar maakt ons dat gelukkig? We zijn het plezier van de dag kwijt.
Laat mij al die kneuterige Vlamingen - want dat zijn we toch, ondanks onze bourgondische geaardheid - eens meenemen naar Uganda. Dan zullen ze beseffen waar ze in godsnaam mee bezig zijn. Maar jammer genoeg vergeten we te vlug. Na een maand draaien we opnieuw mee in ons perverse systeem. Ik beken ook schuld. Maar ik heb het nodig om er af en toe eens uit te stappen en alles van op een afstand te bekijken. Het is geen vlucht - vluchten is laf - maar een uitweg van ons bestaan.
HUIL
Huilen? Liever niet. Het is een van de laatste taboes die ik nog respecteer. Ik wil niet doorgaan voor een bleiter. Dat wil niet zeggen dat ik het soms moeilijk heb om mijn emoties onder controle te houden. Als ik ouders moet verdedigen van wie het kind is vermoord, schieten woorden mij dikwijls te kort. Mijn inlevingsvermogen is groot, maar als strafpleiter moet ik afstand houden en mag ik mij niet laten meesleuren. Om mijn spanning te ventileren, blaas ik dan even. Dat helpt. Maar huilen? Neen.
Ik kan wel snel ontroerd zijn. Als ik vertel over pater Damiaan, die op zijn sterfbed nog de wens uitsprak om twee zakjes knikkers voor de weeskinderen te kopen, krijg ik tranen in mijn ogen. Sentimenteel? Je lichaam laten wegrotten op een eiland tussen zieken en stervenden is niet sentimenteel. Dat is totale onbaatzuchtigheid. Damiaan overstijgt alles. Hij heeft zin gegeven aan de zinloosheid, de levende doden weer levenslust bezorgd. Hij is een staartster aan het firmament. Hij laat zo'n immens licht achter in al zijn soberheid en eenvoud.
BEWONDER
Ik heb een eindeloze bewondering voor kunstenaars. Uren kan ik kijken naar schilderijen van Permeke, Ensor of Van Gogh. Dan herleef ik. Ik vraag me dan altijd af: Hoe heb jij dat toch gedaan? Hoe heb jij zo de volmaaktheid kunnen bereiken? Alles wat mooi is, kan mij bekoren: klassieke en moderne schilderkunst, tribale kunst uit Afrika en Azië, glas-in-loodramen, of de monumentale kunst van mijn vriend Jan Desmaret. Ik heb van hem een bronzen boerenpaard gekocht van drie meter groot. Dat komt in mijn tuin, met de blik naar mijn bureau, zodat ik er altijd kan naar kijken en de energie ervan in mij kan opnemen.
Het is moeilijk om een definitie aan kunst te geven. Kunst is schoonheid om niets. Het veruitwendigt emoties op een gesublimeerde manier. Kunstenaar zijn is geen beroep. Het is een roeping. Terwijl wij allemaal in een razend tempo leven, kunnen kunstenaars zich daarbuiten plaatsen en zeggen: ik doe niet mee. Kunstenaars zijn onze moderne profeten die ons uitnodigen om even stil te staan bij het leven en het goede tegenover het slechte van de wereld plaatsen. Zij proberen te bereiken wat wij als volmaakt beschouwen. Het resultaat is een moment van innige ontroering.
Mijn vader was schilder, mijn tante bewerkte koper. Nu zie ik mijn dochters zingen, dansen en schilderen. Zij construeren zoals ik een pleidooi voorbereid. Dat maakt mij blij. Zelf heb ik alleen de gave van de woordkunst meegekregen. Maar ik ben niet jaloers op kunstenaars. Jaloezie is een negatieve emotie. Het feit dat ik het voorrecht heb om van kunst te genieten, is al genoeg. Het is een rustpunt, een tegenwicht voor mijn jachtig leven.
BID
Ik kom uit een katholiek nest en heb geleerd de christelijke waarden te respecteren, maar de levenswijze van de katholieke kerk met haar enge richtlijnen heeft mijn geloof enorm gehavend. Ik heb er een dubbel gevoel bij. Het christendom is een uitnodiging voor de mensen, maar in plaats daarvan zegt de paus ons alleen wat we wel en niet mogen. Het is tragisch: het ontbreekt het katholieke establishment totaal aan blijmoedigheid, de kern van de christelijke boodschap.
Maar ik gooi het kind niet met het badwater weg. Ik haal eruit wat positief is. Ik hou van Christus, maar in zijn menselijke gedaante. Dat is wat het boeddhisme ook zo mooi maakt: Boeddha was geen god, maar een unieke mens.
Of ik echt in iets of iemand geloof? Ik weet het niet. Ik geloof in wat ik geloof. Is er een hiernamaals? De kans is reël. Iedereen met een bijnadoodervaring die ik heb gesproken, heeft het over hetzelfde: een licht aan het einde van de tunnel, en hoe goed dat wel voelde. Misschien betekent dat inderdaad dat er meer is. Maar moet ik daarom mijn leven daarop oriënteren? Neen, laten we hier de hemel maken, voor en met elkaar.
Het belangrijkste is zin geven aan ons leven. Zingeving is de essentie van ons bestaan. Dat kun je op verschillende manieren invullen: door je werk, je gezin, je engagement. Een goddelijk moment voor mij is wanneer ik mij onderdeel voel van de kosmos. Dat maak je niet vaak mee in je leven. Ik ervaar het vooral in Afrika of in Azië, waar de mens nog veel meer voeling heeft met de natuur. Toen ik in het Evenaarwoud was, heb ik er de hele nacht naar het geluidenspektakel van vogels liggen luisteren. Dat gevoel van kosmische eenheid was prachtig.
Maar als ik nadenk over wat de kosmos is en waar die eindigt, sta ik aan de rand van gek worden. Het heelal kún je gewoon niet vatten. Dan pas besef je dat je eindeloos klein bent en dat het een ongelooflijk cadeau is om aan het mysterie van het leven te mogen deelnemen.
DS, 19-05-2007
Jef Vermassen
'Niet bezit maakt mij gelukkig, maar de mate waarin ik iets kan delen, zoals solidariteit. Het is een levenskunst, die ik moet voeden.'
VECHT
Als ik onrecht ruik, ga ik op de barricade staan. Ik denk dat het iets is wat de generatie van mei '68 in zich meedraagt. Het zit diepgeworteld in ons en gaat nooit meer weg. Ik heb gezworen om vooral voor kinderen in nood alles te doen, zoals de kindsoldaten van Uganda. Het is mijn droom om ooit een internationaal centrum voor alle kindsoldaten van de wereld op te richten in Brussel. Zij mogen nooit in de steek worden gelaten. Het raakt mij als ik hoor dat Europa en de Verenigde Staten amnestie vragen voor rebellenleider Kony. Dat is eindeloos onrecht. Als je hem laat lopen, moet je Dutroux onmiddellijk vrijlaten.
Dit is een tijd waarin heel veel slechts gebeurt, maar waarin we ook veel kunnen goedmaken. Als we de wereld van morgen willen verbeteren, moeten we beginnen met de jeugd van vandaag. Ik ben hoopvol. Geef jonge mensen kansen en ze zullen die met beide handen grijpen. Ik zit in het bestuur van De Kromme Boom, die uit de boot gevallen jongeren opvangt. Het gaat vaak om jonge mensen die al in de psychiatrie hebben gezeten, tijdbommen. Als wij die kunnen ontladen, doen wij toch schoon werk? Daar wil ik voor vechten.
Ook in mijn professionele leven ben ik strijdvaardig. De advocatuur, zeker het strafrecht, is een agressieve stiel. Je moet een vechtersmentaliteit hebben en een doorbijter zijn om erin te overleven. Maar ik vind het belangrijk om een juridisch gevecht op een hoffelijke manier te voeren. In een pleidooi kun je je eigen agressie de vrije loop laten, maar je kunt de andere ook rustig laten uitspreken. Ik kies voor het laatste. Sportiviteit vind ik in ons vak essentieel. Als je weet dat je een heel jaar door met je collega's in de clinch moet, moet je elkaar na afloop de hand kunnen schudden en samen een glas drinken. De wereld beschaafd maken, is ook een beetje schaven aan onszelf.
WERK
Ik ben dit jaar zestig geworden. Ik zou mijn werk wat moeten afbouwen. Het vreet zoveel energie dat het stilaan een aanslag op mijn organisme wordt. Bovendien besef ik dat mijn toekomst beperkt is. Ik moet kwaliteit halen uit mijn leven en tijd maken voor de essentiële dingen. Maar met pensioen gaan? Neen, ik denk niet dat ik over enkele jaren de deur zomaar achter mij dicht kan trekken. Als ik een paar dagen niets doe, bekruipt me nu al het gevoel dat ik iets mis. Ik moet de mensen helpen, anders kwijn ik weg.
Ik wil ook niet stoppen omdat ik mijn geest voldoende actief wil houden. Een Japans onderzoek heeft uitgewezen dat advocaten het minst snel dementeren omdat ze dagelijks hun hersenen maximaal trainen. Ik geloof daarin. Dementie maakt me bang. Ik zie het bij mijn moeder en dat doet me pijn. Dementie ondermijnt je menselijke waardigheid.
LACH
Niet bezit maakt mij gelukkig, maar de mate waarin ik iets kan delen, zoals solidariteit. Het is een levenskunst die ik moet voeden. Als je solidariteit geeft, krijg je dat honderdvoudig terug. Degene die geeft, krijgt eigenlijk het grootste cadeau. Ik heb het gezien bij mijn tante: zij deelde zestig jaar lang haar leven met zieken en stervenden in een klooster. Ze bezat niets, maar straalde niets dan blijmoedigheid uit.
In Rwanda heb ik genocidemoordenaars in de gevangenis bezocht. In hun blik las ik dofheid en wanhoop. Maar toen ik hen vroeg of ze in groep iets wilden zingen, bloeiden ze open en lachten ze. Dat was een feestelijk en aangrijpend moment. Alleen al daaraan mogen deelnemen, was een geschenk van mijn leven.
Lachen vind ik heel belangrijk. Het haalt heel wat spanning weg uit je lichaam. Het is tragisch dat we nog zo weinig moppen tappen. We lachen te weinig. Dat is iets wat de Afrikanen je leren: het leven langs de zonnige kant nemen. Zij hebben veel meer zon in zich dan wij. Mensen die haast niets hebben, zijn doorgaans gelukkiger. Wij zijn te ernstig, te gejaagd. We vragen het uiterste van elkaar om onze levensstandaard te kunnen behouden. Maar maakt ons dat gelukkig? We zijn het plezier van de dag kwijt.
Laat mij al die kneuterige Vlamingen - want dat zijn we toch, ondanks onze bourgondische geaardheid - eens meenemen naar Uganda. Dan zullen ze beseffen waar ze in godsnaam mee bezig zijn. Maar jammer genoeg vergeten we te vlug. Na een maand draaien we opnieuw mee in ons perverse systeem. Ik beken ook schuld. Maar ik heb het nodig om er af en toe eens uit te stappen en alles van op een afstand te bekijken. Het is geen vlucht - vluchten is laf - maar een uitweg van ons bestaan.
HUIL
Huilen? Liever niet. Het is een van de laatste taboes die ik nog respecteer. Ik wil niet doorgaan voor een bleiter. Dat wil niet zeggen dat ik het soms moeilijk heb om mijn emoties onder controle te houden. Als ik ouders moet verdedigen van wie het kind is vermoord, schieten woorden mij dikwijls te kort. Mijn inlevingsvermogen is groot, maar als strafpleiter moet ik afstand houden en mag ik mij niet laten meesleuren. Om mijn spanning te ventileren, blaas ik dan even. Dat helpt. Maar huilen? Neen.
Ik kan wel snel ontroerd zijn. Als ik vertel over pater Damiaan, die op zijn sterfbed nog de wens uitsprak om twee zakjes knikkers voor de weeskinderen te kopen, krijg ik tranen in mijn ogen. Sentimenteel? Je lichaam laten wegrotten op een eiland tussen zieken en stervenden is niet sentimenteel. Dat is totale onbaatzuchtigheid. Damiaan overstijgt alles. Hij heeft zin gegeven aan de zinloosheid, de levende doden weer levenslust bezorgd. Hij is een staartster aan het firmament. Hij laat zo'n immens licht achter in al zijn soberheid en eenvoud.
BEWONDER
Ik heb een eindeloze bewondering voor kunstenaars. Uren kan ik kijken naar schilderijen van Permeke, Ensor of Van Gogh. Dan herleef ik. Ik vraag me dan altijd af: Hoe heb jij dat toch gedaan? Hoe heb jij zo de volmaaktheid kunnen bereiken? Alles wat mooi is, kan mij bekoren: klassieke en moderne schilderkunst, tribale kunst uit Afrika en Azië, glas-in-loodramen, of de monumentale kunst van mijn vriend Jan Desmaret. Ik heb van hem een bronzen boerenpaard gekocht van drie meter groot. Dat komt in mijn tuin, met de blik naar mijn bureau, zodat ik er altijd kan naar kijken en de energie ervan in mij kan opnemen.
Het is moeilijk om een definitie aan kunst te geven. Kunst is schoonheid om niets. Het veruitwendigt emoties op een gesublimeerde manier. Kunstenaar zijn is geen beroep. Het is een roeping. Terwijl wij allemaal in een razend tempo leven, kunnen kunstenaars zich daarbuiten plaatsen en zeggen: ik doe niet mee. Kunstenaars zijn onze moderne profeten die ons uitnodigen om even stil te staan bij het leven en het goede tegenover het slechte van de wereld plaatsen. Zij proberen te bereiken wat wij als volmaakt beschouwen. Het resultaat is een moment van innige ontroering.
Mijn vader was schilder, mijn tante bewerkte koper. Nu zie ik mijn dochters zingen, dansen en schilderen. Zij construeren zoals ik een pleidooi voorbereid. Dat maakt mij blij. Zelf heb ik alleen de gave van de woordkunst meegekregen. Maar ik ben niet jaloers op kunstenaars. Jaloezie is een negatieve emotie. Het feit dat ik het voorrecht heb om van kunst te genieten, is al genoeg. Het is een rustpunt, een tegenwicht voor mijn jachtig leven.
BID
Ik kom uit een katholiek nest en heb geleerd de christelijke waarden te respecteren, maar de levenswijze van de katholieke kerk met haar enge richtlijnen heeft mijn geloof enorm gehavend. Ik heb er een dubbel gevoel bij. Het christendom is een uitnodiging voor de mensen, maar in plaats daarvan zegt de paus ons alleen wat we wel en niet mogen. Het is tragisch: het ontbreekt het katholieke establishment totaal aan blijmoedigheid, de kern van de christelijke boodschap.
Maar ik gooi het kind niet met het badwater weg. Ik haal eruit wat positief is. Ik hou van Christus, maar in zijn menselijke gedaante. Dat is wat het boeddhisme ook zo mooi maakt: Boeddha was geen god, maar een unieke mens.
Of ik echt in iets of iemand geloof? Ik weet het niet. Ik geloof in wat ik geloof. Is er een hiernamaals? De kans is reël. Iedereen met een bijnadoodervaring die ik heb gesproken, heeft het over hetzelfde: een licht aan het einde van de tunnel, en hoe goed dat wel voelde. Misschien betekent dat inderdaad dat er meer is. Maar moet ik daarom mijn leven daarop oriënteren? Neen, laten we hier de hemel maken, voor en met elkaar.
Het belangrijkste is zin geven aan ons leven. Zingeving is de essentie van ons bestaan. Dat kun je op verschillende manieren invullen: door je werk, je gezin, je engagement. Een goddelijk moment voor mij is wanneer ik mij onderdeel voel van de kosmos. Dat maak je niet vaak mee in je leven. Ik ervaar het vooral in Afrika of in Azië, waar de mens nog veel meer voeling heeft met de natuur. Toen ik in het Evenaarwoud was, heb ik er de hele nacht naar het geluidenspektakel van vogels liggen luisteren. Dat gevoel van kosmische eenheid was prachtig.
Maar als ik nadenk over wat de kosmos is en waar die eindigt, sta ik aan de rand van gek worden. Het heelal kún je gewoon niet vatten. Dan pas besef je dat je eindeloos klein bent en dat het een ongelooflijk cadeau is om aan het mysterie van het leven te mogen deelnemen.
DS, 19-05-2007