PDA

Bekijk de volledige versie : Vanitas, omnia vanitas...


Barst
12th April 2005, 01:28
Alles gaat voorbij, alleen de vragen blijven


De filosoof en germanist Guido Vanheeswijck (49) doceert aan de Universiteit Antwerpen en de KULeuven en publiceerde over het raakvlak van het maakbare en het ongrijpbare. ,,Alles gaat voorbij, alleen de vragen blijven.''


Ik blikte omlaag door alle zeven sferen, en toen ik de aardbol zag heel in de diepte, zo klein en zo gering, glimlachte ik even. (Dante Alighieri, Paradiso)

DANTE beklemtoont met dit vers de enorme relativiteit van al wat we doen. Hij gaat uit van de toen geldende kosmologie van de aarde met de zeven sferen en daarboven nog eens de hemel. Hij kijkt van boven de sferen naar de aarde en ziet hoe klein en eindig die is. Ja, we zijn aan de vergetelheid prijsgegeven, maar toch wordt Dante daar niet bitter van. Hij glimlacht. Hij heeft namelijk een perspectief dat groter is, de hemel. Hij ziet dat alles op aarde nietig is, maar hij kan het plaatsen.

Hij beschrijft daarmee de spanning tussen het tijdelijke en het eeuwige, en dat zijn wij in onze cultuur grotendeels kwijt. De houding van Dante vind ik ook bij niet-christelijke denkers. Vaclav Havel, bijvoorbeeld, schrijft zoiets in zijn Pogingen om in waarheid te leven en in zijn Gevangenisbrieven. Hij vraagt zich af waarom hij het dissidentschap verkiest, tot in de gevangenis toe. Hij besluit dat hij niet anders kan. ,,Ik kan niet in de leugen leven'', schrijft hij. Hij ziet onrechtvaardigheid en verzet zich daartegen, terwijl hij goed beseft dat de wereld niet van zijn daden afhangt. Toch vindt hij dat wat hij doet van belang is, omdat hij leeft vanuit een horizon. Alles wat je doet, wordt opgeslagen in het geheugen van het zijn, zegt hij. Als je daaraan trouw blijft, hebben al je daden zin. Hij vraagt zich zelfs af of het dat is wat gelovigen God noemen.

Ik vind dat inspirerende gedachten. Het is goed dat het concrete leven wordt gevoed door reflectie. Die twee bevruchten elkaar en leiden zo tot wijsheid. Dat ik met filosofie geld kan verdienen, is een groot privilege. Ik mag beroepshalve vaak alleen zijn in een kamer met zicht op een tuin. Maar toch voel ik ook dat dit enorm onder druk staat. In onze cultuur staat het activisme hoog aangeschreven. Je moet vechten voor tijd om na te denken, of om rustig met je gezin aan tafel te zitten en te praten, zonder dat de pc of de tv tot activiteit uitdaagt.

Dat ik me soms afvraag wat ik hier eigenlijk zit te doen, vind ik gezond. Natuurlijk zijn er belangrijker dingen dan wat ik in dit beschutte universiteitsmilieu tegenkom. Terwijl ik hier een filosofisch vraagstuk zit te ontleden doe ik niets aan de noden van de derde en de vierde wereld.

Tegelijk vind ik zoeken enorm belangrijk. De Poolse filosoof Kolakovski schreef dat we allemaal kinderen zijn van Socrates, omdat hij iemand was die wist dat hij het niet wist. Filosofie is liefde voor de wijsheid, en liefde betekent dat je nooit in pacht hebt. Alle vormen van fundamentalisme staan haaks op de filosofische houding van het niet weten.

Dat geldt ook voor religie. Fundamentalisme kan daarin geen plaats hebben. Religie gaat net over het samengaan van het immanente en het transcendente. Hoe kan wat je overstijgt een waarheid worden die je poneert?

Ik heb de laatste jaren ongelooflijke klappen gehad. Ons vierde dochtertje heeft maar een dag geleefd, mijn beste vriend is op straat dood gereden, mijn vader is gestorven. Zulke dingen doen me botsen tegen een gevoel van zinloosheid. Toch kan ik ook zeggen dat ik in mijn verwerkingsproces telkens veel gehad heb aan het gevoel dat Dante en Havel hadden. Met de dood is het boek van dit leven niet helemaal gesloten. Hoewel ik het niet kan invullen, geloof ik toch dat er meer is dan alleen het leven tussen geboorte en dood.

Waar ik dat vertrouwen vandaan haal? Vanuit mijn opvoeding, vermoed ik. Mijn ouders waren katholiek maar hebben mij dat nooit opgedrongen, en ze zetten zich af tegen de katholieke fatsoensmoraal. Ik ben zeer kritisch voor de kerk, maar heb er geen afrekening mee te maken. Veel van mijn leeftijdgenoten hebben het kind met het badwater weggegooid. Schoppen tegen de autoritaire verdrukking van de Kerk was terecht, maar het is jammer dat daarmee ook de openheid op het transcendente verloren ging.

We leven in een horizontale cultuur waarin alles meetbaar moet zijn. Velen vluchten in andere tradities. Dat is op zich zeer zinvol, maar soms lijkt het wel dat het Westen geen eigen traditie meer heeft. Ze is misbruikt, maar ze kan evengoed zinvol gehanteerd worden. Ik vind dat we op een punt gekomen zijn dat modieus lachen met het christendom storend wordt.

ZELF heb ik niet echt een spirituele aanleg, maar een omweg maken langs de filosofie helpt me wel. Filosofie rangschikt dingen, en helpt me zo in mijn zoektocht. Via de filosofie ben je rationeel bezig, maar de onlosmakelijke twijfel en onzekerheid geven je een enorme vrijheid. Waarheid is altijd groter dan wijzelf, maar de enige manier om erover te denken is via concepten die steeds verfijnd moeten worden. Zo kan de confrontatie met de dood maken dat je plots anders denkt, anders naar teksten kijkt, anders met mensen omgaat. Verandering maakt je altijd rijker, en het zal nooit af zijn.

Het leven laat zich niet vatten, en de filosofie zal nooit perfecte concepten kunnen bieden. Het enige wat ze doet, is je helpen om de dingen helder te zien. We moeten hier en nu met anderen een zo zinvol mogelijke verhouding opbouwen; daar zijn de meeste mensen het over eens. Maar ook de spanning met al wat ons overstijgt - al was het maar de dood - kan ons niet koud laten. Alles gaat voorbij, alleen de vraag of dit alles is, blijft.

Ik kan niet laten daarover te spreken, en hoop dat ik hier en daar de openheid voor het transcendente doorgeef. Misschien is dat wishful thinking, maar ik heb gevoel dat er nu meer openheid is dan twintig jaar geleden. Nu religieus denken niet meer dominant is, kan het denken opnieuw meer onbevangen worden.

Net gepubliceerd: Guido Vanheeswijck en Walter Van Herck, ,,Verlossend inzicht. Filosofie en christendom'', uitgeverij Averbode. Vanheeswijck schreef ook een bijdrage in P. Cortois, W. Desmond, I. Verhack (red.), ,,Godsdienst filosofisch bekeken'', uitgeverij Pelckmans.


11/04/2005 Gretel Van den Broek

©Copyright De Standaard