PDA

Bekijk de volledige versie : Boodschap over het graf


Barst
8th May 2007, 08:49
Boodschap over het graf


Wie na zijn dood dierbaren nog wil toespreken, kan tevoren een film maken en die achterlaten op een website. Het afscheid wordt zo steeds persoonlijker. Censuur is er niet.


’Wat Prins Bernhard kon, dat kunnen wij ook”, zegt Peet Hofmans, beheerder van de website ’Wat ik je nog wilde zeggen’. Hofmans doelt op de interviews die Bernhard gaf aan de hoofdredacteur van de Volkskrant, waarin hij bijvoorbeeld sprak over zijn buitenechtelijke kinderen en het kapitaal van de Oranjes. Publicatie volgde pas na Bernhards dood.

Peet Hofmans: „Iedereen kan een boodschap achterlaten voor zijn nabestaanden. Bernhard deed het in de krant, gewone mensen doen het via een weblog.”

Op de website ’Wat ik je nog wilde zeggen’ plaatsten sinds de oprichting in januari bijna duizend mensen films, foto’s, geluidsfragmenten en brieven. Deze zullen na hun dood per e-mail aan hun vrienden en familie verzonden worden. In de bestanden spreken mensen hun laatste woorden uit, vertellen ze hoe ze hun begrafenis geregeld willen hebben, hoe de familiezaak overgedragen moet worden of, à la Prins Bernhard, kunnen ze een onthulling doen. Er is geen beperking aan de ruimte op het internet. Extra digitale ruimte is te koop, als de bestaande capaciteit te weinig is om alle documenten op teslaan. Hofmans bemoeit zich niet met de inhoud van de documenten. Ook mensen die over het graf heen nog een rekening willen vereffenen, zijn in principe vrij om er hun berichten te plaatsen.

Nabestaanden hoeven de e-mail van een overledene overigens niet te accepteren. Hofmans kan zich de schok voorstellen voor mensen die ineens een laatste bericht van een overleden geliefde ontvangen. „De bestanden worden vier dagen na het overlijden verzonden. We wachten namelijk even het versturen van rouwkaarten af, om mensen niet te overvallen. De geadresseerden kunnen de bestanden downloaden en bekijken op hun eigen moment, of ze tot een half jaar na de dood opvragen op de site.”

De films kunnen jaren in de digitale kluis blijven staan, als je tenminste betaalt voor de ruimte en het onderhoud van de site. De beveiliging van de database is volgens Hofmans „zo goed als die van een creditcardmaatschappij”. Alleen de huisarts of een vertrouwenspersoon hoeft van de kluis te weten, want die moet de site waarschuwen als de eigenaar overleden is.

De drie kinderen van Els Boelens (51) weten bijvoorbeeld nog niet dat zij al sinds januari bezig is haar laatste woorden aan hen op te nemen via ’Wat ik je nog wilde zeggen’.

De huisvrouw uit het Brabantse Engelen maakt filmpjes waarin ze vertelt over de jeugd van haar kinderen, de mooie momenten of over de ringen die ze van haar man kreeg na iedere bevalling. Ze draagt nu drie gouden ringen, een met een witte, een rode en een blauwe steen. „Ik wil dat ze weten wat die voor mij betekenen.”

Boelens mankeert niks. Sterker nog, ze is van plan 101 te worden. Maar je weet nooit hoe het leven loopt, en ze wil haar familie helpen om haar dood op te vangen. Ze wil hen warmte geven, ook als ze er niet meer is. Haar einde moet persoonlijk zijn, de emoties moeten alle ruimte krijgen. Ze wil een open kist, met een mooie sprei erover heen. Ze wil muziek die in de mode is, en ze wil absoluut geen pastoor op haar begrafenis die ze nooit gekend heeft en die misschien haar naam ter plekke vergeet. De films op de site vertellen alles over haar laatste wensen. „Ik spreek het liever uit dan dat ik het opschrijf. Beelden zeggen zoveel meer.”

In de zoektocht naar nieuwe afscheidsrituelen wordt steeds meer gebruik gemaakt van digitale technieken. Met de webcam is het heel gemakkelijk geworden om zelf berichten op te nemen, en naar hartelust te knippen en te plakken. Krijg je ineens ruzie met de vriend aan wie je vorige week nog een emotionele boodschap achterliet, dan verander je het filmpje weer. Je hebt geen hulp nodig, de site doet het werk na je dood, en je kunt op de webcam uiting geven aan hyperindividuele gevoelens, als in een dagboek.

Individualisering van afscheidsrituelen is volgens een onderzoek aan de Universiteit van Tilburg een typisch moderne trend. Sinds de jaren tachtig zoeken mensen sterk naar buitenkerkelijke rituelen die het afscheid betekenis kunnen geven. Het gaat volgens het onderzoek om rituelen die beter aansluiten bij het moderne levensgevoel. Niet meer de overgang van de overledene naar het hiernamaals staat centraal, maar de persoon van de overledene zelf.

Mensen willen bovendien steeds meer zeggenschap over hun eigen afscheid, en dat van hun dierbaren. De kerk of uitvaartmaatschappijen worden gewantrouwd omdat die te weinig persoonlijke belangstelling voor de overledene zouden hebben. Dat is precies waar Bosschenaar Gaby Westelaken (40), ook actief op ’Wat ik je nog wilde zeggen’, bang voor is. „Natuurlijk zou ik het liefst in de St. Jans kathedraal begraven willen worden. Maar ik wil geen pastoor boven mijn kist die mijn naam plotseling vergeet omdat hij mij nooit gekend heeft. En ik wil mijn eigen muziek en verhalen van mijn familie en vrienden. En dat mag niet in de kerk.”

Daarom laat Westelaken behalve persoonlijke filmpjes, ook berichten achter over hoe hij zijn uitvaart geregeld wil hebben. Sitebeheerder Hofmans hoopt zijn klanten daarin nog verder tegemoet te kunnen komen: „Het lijkt mij leuk als je je eigen kist, bloemen, volgauto’s, muziek of koor alvast zelf via de site kunt bestellen. Dat bespaart je nabestaanden een hoop zorgen.”

Volgens sociaal-demograaf Piet van den Akker, die het Tilburgse onderzoek naar afscheidsrituelen uitvoerde, missen de nieuwe vormen voldoende diepgang om het overlijden zin te geven. De laatste handelingen zijn er steeds meer op gericht ’een monumentje’ na te laten. Op de website kunnen mensen precies datgene plaatsen waar ze na hun dood om herinnerd willen worden. Meestal vormt het persoonlijke levensverhaal daarbij het uitgangspunt. Van den Akker: „Door het levensverhaal als verhaallijn te nemen worden kansen gemist. Het menselijke en medemenselijke domineert, en er wordt te weinig aandacht gegeven aan transcendentie.”

Bezinning op de dood kan volgens Boelens juist beter met behulp van emotionele, persoonlijke berichten dan met de klassieke kerkelijke afscheidsrituelen. „De emoties die een videobrief opwekt, dragen volgens mij bij aan de rouwverwerking. Ik weet zeker dat mijn kinderen mijn visie op de dood in de videobrieven zullen herkennen. Ze weten dat ik geloof in een volgend leven. Ik geloof ook dat ik er ergens nog voor hen zal kunnen zijn.”

Behalve een vorm van persoonlijk afscheid, is de videoboodschap voor Westelaken ook een manier om voort te leven. Hij kon zich zelf nooit een voorstelling van zijn opa maken omdat er geen beelden van hem waren. De films die hij op ’Wat ik je nog wilde zeggen’ plaatst, zijn niet alleen voor zijn twee kleine kinderen, maar ook alvast voor zijn kleinkinderen. Westelaken vindt dat je gebruik moet maken van de technische mogelijkheden om te communiceren, ook over de dood heen. De videoboodschap heeft volgens hem een enorme meerwaarde boven brieven. „Ik schrijf niet graag. Bovendien wil ik niet dat een notaris mijn afscheidsbrieven onder ogen krijgt. Hij mag de juridische afwikkeling doen, de video is de emotionele erfenis.”


Trouw, 08-05-2007