PDA

Bekijk de volledige versie : Jonge paling is z’n gewicht in goud waard


Barst
5th May 2007, 18:44
Jonge paling is z’n gewicht in goud waard


De paling is bedreigd. Toch verkoopt de handel Europese paling voor kapitalen aan Aziaten. Visserijministers zullen maandag in Brussel proberen een akkoord te bereiken over bescherming van de paling.


Hellevoetsluis, 4 mei. „Laatst dreef hier nog vermalen aal”, zegt visser Wilkin den Boer, terwijl hij naar zijn volgende fuik vaart in het Kanaal door Voorne. Ooit was hier scheepvaart, maar alles is veranderd door de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Nu is het een verlaten afwateringskanaal waar alleen Den Boer – pachter van de visrechten – in het ochtendgloren met assistent Gerrit rondvaart om zijn palingfuiken te lichten. Maar de paling wil verder het land in, naar de polders aan weerszijden van het kanaal. „De gemalen aan beide kanten van het kanaal vermalen de palingen als ze proberen er langs te komen.”

De paling wordt bedreigd. De hoeveelheid jonge aal, zogeheten glasaal, die vanuit de oceaan in de Europese kustwateren arriveert is nog slechts 5 procent van de hoeveelheid die vóór 1980 aankwam, zegt Han Walder van de Combinatie van Beroepsvissers – de organisatie van binnenvissers. Vorige maand mislukten onderhandelingen in de Europese Visserijraad over bescherming van de paling. Aanstaande maandag proberen de visserijministers het weer.

Oorzaak van de mislukking is vooral dat de glasaal bijna letterlijk zijn gewicht in goud waard is. Een kilo glasaal gaat momenteel voor 1.200 euro van de hand, zegt Walder. Glasaal is zo duur omdat paling zich niet voortplant in gevangenschap. Daarom hebben alle viskwekerijen glasaal uit zee nodig. Toenemende welvaart in Azië zorgt ervoor dat Aziaten hun glasaal in grote hoeveelheden in Europa inkopen en daarmee de prijs omhoog jagen. De minuscule beestjes gaan levend in perspex dozen per vliegtuig naar Azië. Een deel verdwijnt onmiddellijk als fruits de mer in Chinese kelen.

De glasaal zwemt van de Atlantische Oceaan, waar de paling zich voortplant, op de Golfstroom naar Europa om zich in de zoete binnenwateren vet te mesten. Vooral Franse en Spaanse vissers vangen glasaal in grote hoeveelheden voor hun kust en verzetten zich tegen de vangstbeperkingen die de Europese Commissie voorstelt. Het voorstel dat nu op tafel ligt verplicht lidstaten de vangst in zeegebieden (waar dus de lucratieve glasaal wordt gevangen) terug te brengen met 50 procent. Ook moet ten minste 60 procent van de gevangen aal kleiner dan 25 centimeter – dus ook de kleine glasaal – worden gebruikt voor het aanvullen van de palingbestanden in de Europese binnenwateren. Nederland staat achter deze voorstellen. Terwijl „de vraag is of de visserij niet helemaal moet worden stilgelegd, in ieder geval tijdelijk”, zegt Annemarie ter Schure van de Stichting Reinwater, een milieuorganisatie die ijvert voor schoner water.

Het aanvullen van bestanden in binnenwateren is noodzakelijk geworden door het moderne cultuurlandschap. De paling vindt nu barrières als gemalen, waterkrachtcentrales, stuwen en sluizen op zijn weg naar de zoetwatergebieden. Volgens Reinwater moet er in ieder geval iets gebeuren vóór september, als de volwassen aal naar zee terugkeert en binnenvissers hun fuiken neerzetten bij de uitgangen naar zee.

Ook Wilkin den Boer helpt zijn paling. „Ik vang veel dunne aal in de grote rivieren, daar zijn geen obstakels”, zegt Den Boer, „en die zet ik weer uit in het binnenwater.” Den Boer pacht viswater door heel Zuid-Holland: van de grote rivieren tot rustige binnenwateren als het Kanaal door Voorne. Glasaal heeft geen hulp nodig de grote rivieren op te zwemmen, maar daarbuiten, in de kleine wateren waar de paling van nature leeft, komt de paling niet makkelijk meer. „Ik ben net een boer: zaaien en oogsten.”

De grote rivieren leveren nog een probleem op: dioxinevergiftiging. In maart stelde de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) dat de hoeveelheid dioxine in paling uit de grote rivieren en de Biesbosch „de wettelijke productnorm enkele malen overschrijdt”. Een maandelijkse consumptie van één portie wilde paling, stelt de VWA, kan na jaren leiden tot schadelijke gevolgen. Omdat de consument weinig wilde paling eet – het merendeel van de Nederlandse paling is kweekpaling – ziet de VWA echter geen gevaar voor de volksgezondheid. Ter Schure van Reinwater is het daarmee oneens: „Die paling zou niet eens op de markt mogen komen.”

De dioxine zou ook een van de redenen kunnen zijn dat het niet goed gaat met de paling. Door de dioxine hebben palingen die naar zee vertrekken voor voortplanting „vaak al een forse afname van het voortplantingsvermogen”, zegt Han Walder. „Wil je de palingproblemen oplossen, dan moet je iets aan bodemvervuiling gaan doen.”


NRC, 4 mei 2007