PDA

Bekijk de volledige versie : De vallei der hebzucht


Barst
25th April 2007, 00:40
De vallei der hebzucht


Tachtig jaar na de ontdekking van het graf van farao Toetanchamon luiden archeologen in Egypte de alarmbel: door de aanhoudende toeristenstroom gaat de conditie van de graftomben in het Dal der Koningen zienderogen achteruit. Intussen haalt de Egyptische overheid de bulldozers boven om nog meer deviezen binnen te halen. Een verslag uit Luxor.


Nee, we willen geen zelfgemaakte katoenen pop kopen, al vraagt ze het in haar liefste Engels. En al helemaal geen illegaal opgegraven Egyptische oudheden. Zarah (11) uit het grafroversdorp Qurna, gemeente Luxor (het oude Thebe), op een steenworp afstand van het beroemde Dal der Koningen, kijkt beteuterd. 'Maar ik moet pennen en schriften kopen voor de nieuwe school.' Dat was eind november, en Qurna met zijn beschilderde lemen huizen lag nog idyllisch te blaken in de zon.

Goed twee maanden later, februari: met groot gevolg arriveert de Egyptische president Hosni Mubarak in hoogsteigen persoon. Met het symbolisch neerbulldozeren van vier huizen wordt een begin gemaakt met wat een hooggeplaatste archeoloog van de Oudheidkundige Dienst die anoniem wil blijven 'een 80 jaar oude obsessie' noemt: Qurna wordt met de grond gelijkgemaakt. Voor de pakweg 10.000 bewoners van de nederzettingen die in en op de alom aanwezige graftombes gebouwd zijn, is vier kilometer verderop een modeldorp gebouwd. Mét een nieuwe school. 'Nooit verlaat ik mijn geboortehuis', schreeuwt een jongen en hij toont zijn jachtgeweer. 'Over mijn lijk!'

Maart. Telefoon van een vriendin uit Luxor. 'Je moet nú komen. Het gaat snel, veel sneller dan gedacht.' De volgende nacht rijden we door een spookachtig maanlandschap van gele bulldozers en tientallen ruïnes. Van het huis van de jongen met het jachtgeweer is geen spoor meer te bekennen. In openliggende grafschachten stoken achtergebleven gezinnen vuurtjes voor de thee. Die grafschachten zijn in 2004 tot 'beschermd archeologisch gebied' verklaard, de huizen erboven werden daarmee illegaal. Qurna moest dus wijken. Het dorp, in de negentiende eeuw de thuishaven van de beruchte antiekroversfamilie Rasoul, die op grote schaal koningsmummies plunderde, heeft zijn reputatie dan ook niet mee. Ze zijn er nog steeds, de Rasouls, en ze zijn nog steeds experts bij uitstek, maar ze zijn sinds jaar en dag gewaardeerde leden van de officiële archeologische missies. 'Vroeger bouwde je een huis boven een graf, je liet je in je achterkamer aan een touw naar beneden zakken als je iets nodig had, en verkocht het dan. Die tombes zijn dus al lang zo goed als leeg', zegt de anonieme Egyptische archeoloog. 'Er is iets anders aan de hand.'

Terwijl het stof van de bulldozers het ademen bijna onmogelijk maakt, komt de oude Hassan aan met thee. In zijn grafwoning, met mooie reliëfs uit de tijd van Toetanchamon in de deurpost, haalt hij uit een spelonk achter wat gestapelde stenen een koekjestrommel tevoorschijn. In de trommel wat scarabeeën, stenen grafbeeldjes, een enkele portretkop en nog zo wat. Trivia. Grofweg half echt, half vals, zo schat ik in. 'Ik geef je een speciale vriendenprijs.' We bedanken. De archeoloog had gelijk: onbeduidend spul vergeleken met de 10.000 waardevolle voorwerpen die in Egypte jaarlijks boven de grond komen.

'Ga 50 meter verderop kijken', roept de archeoloog. 'Dáár staan monumenten van wereldbetekenis op het punt om in te storten! De tempels van Seti I en het beroemde Ramesseum. Of ga naar het Dal der Koningen!'

'Ik geef het Dal der Koningen nog 20, hooguit 25 jaar.' Professor Kent Weeks, verbonden aan de American University in Caïro, schenkt nog maar eens een gin-tonic in op zijn Nijlboot The Kingfisher, recht tegenover het dal. Weeks werkt al 23 jaar in het Dal der Koningen en verkreeg wereldfaam toen hij er in 1995 het graf van de zonen van Ramses II ontdekte - met tot nu toe 125 opgegraven grafkamers de grootste tombe ooit. 'Het massatoerisme is dodelijk voor de grafschilderingen. Er komen hier nu 7000 bezoekers per dag. Het ministerie van Toerisme wil dat aantal opschroeven tot 15.000. Per persoon zweten die anderhalve theekop water uit. De grafschilderingen, de mooiste die Egypte kent, vervagen en verdwijnen waar je bijstaat. Als er binnen nu en vijf jaar geen actie wordt ondernomen, zijn ze onherroepelijk verloren.'


HET SLOT EROP

Getooid met een Indiana Jonesachtige archeologenhoed baant Jaap van Dijk van de Universiteit van Groningen zich een weg door de horde toeristen bij de ingang van het dal. Van Dijk werkt in het schitterende maar nu tijdelijk voor het publiek gesloten graf van farao Horemheb. 'Op de dagen dat hier de bussen uit de resorts aan de Rode Zee komen voor het verplichte dagje Luxor, ellebogen we ons door de massa naar het graf.'

Binnen zijn er prachtige, bontbeschilderde reliëfs. Ze zien eruit alsof ze gisteren gemaakt werden. 'Het is echt het hoogtepunt van de Egyptische schilder- en reliëfkunst. Maar als je ze vergelijkt met kleurenfoto's uit de jaren zeventig, dan zie je dat alles toch weer achteruitgegaan is', zegt Van Dijk. 'Het grote probleem is niet zozeer grafroof, maar de luchtvochtigheid van die massa's mensen die dag na dag in zo'n tombe komen. De lucht kan eigenlijk niet weg, en dat is een groot probleem. Mensen hebben bovendien de onbedwingbare neiging overal met hun vingers aan te zitten of zelfs hun namen in de muren in te krassen. Bovendien worden er door de Egyptische overheid overal muurtjes gebouwd en nieuwe toegangswegen en ga zo maar door. Alles verdwijnt.'

Met een mengeling van ironie en afschuw kijkt professor Geoffrey Martin naar wat hij ' this splendid airstrip' noemt. Arbeiders met asfalteermachines leggen de laatste hand aan de verbreding van de toegangsweg naar het Dal der Koningen. Wrong je je nog niet zo lang geleden door een smalle rotskloof, waarachter het dal zich als bij toverslag breed en majestueus ontvouwde, nu zijn de rotsen opgeblazen en glanst een zwarte busparkeerplaats met de afmetingen van een landingsbaan je tegemoet. Er is, met het oog op de 15.000 bezoekers, een groot, nieuw ticketbureau gebouwd, en links een nog groter bezoekerscentrum. In natuursteen en omgevingskleuren, dat wel.

Martin is de beroemdste nog levende Britse archeoloog en ook hij maakt zich ernstig zorgen. 'Er is een plan geopperd om het dal op slot te gooien en kopieën van de graven te maken, die de mensen dan kunnen bezoeken. Dat hebben ze in Frankrijk bij de grot van Lascaux tenslotte ook gedaan. Natuurlijk is het niet hetzelfde, maar de mensen zullen eraan gewend raken. Natuurlijk, je verliest de atmosfeer, de sensatie van het echte . Maar zeg nu eens eerlijk: als je met 300 à 400 mensen in een tombe staat te dringen, is er dan nog veel atmosfeer? Het zou in de toekomst wel eens de enige optie kunnen zijn, willen we deze monumenten redden.'

Twintig meter verderop. Het graf van Toetanchamon. Toeristentrekpleister nummer één. De jonggestorven koning omarmt teder de onderwereldgod Osiris. Maar vreemde geelgroene spikkeltjes bedekken god en farao; de verf wordt langzaam opgevreten door een soort zwam. Een schimmel die in vocht gedijt. En niemand heeft enig idee hoe die te behandelen. 'Sinds de ontdekking van het graf van Toetanchamon, 80 jaar geleden,' zegt Kent Weeks, 'werd de egyptologie, en menig archeoloog, gedreven door de jacht op goud. We gedroegen ons als schatgravers. Tot 2005 is er geen onderzoek gepleegd naar de conditie van de tombes. Problemen als pigmentverval en schimmelgroei werden simpelweg genegeerd. Toerisme brengt Egypte 45 procent van de buitenlandse deviezen in het laatje, een dikke 6 miljard dollar per jaar. Tot heel recent ging men ervan uit dat je een groei van het toerisme kon bereiken zonder negatieve bijeffecten. Toerisme werd beschouwd als een non-consumable industry. Terugblikkend zien we dat dit niet waar is, toerisme verbruikt middelen en hulpbronnen; niet alleen natuurlijke en menselijke hulpbronnen, maar óók culturele. Het is de nieuwe, harde realiteit: cultureel erfgoed is eindig.'

Aan de rand van Qurna liggen de Assasiftombes. Er is geen mens. Je klimt over een muurtje en staat voor misschien wel de allermooiste reliëfs die Egypte kent. Amenhotep III, de grootvader van Toetanchamon, de zonnekoning van zijn tijd, bij leven al vergoddelijkt. In een gang beneden liggen vazen en mummieresten. In de voorhof: danseressen met loshangende haren, de farao als eeuwig jonge god op zijn troon. Er staan wat losse emmers van een voortijdig afgebroken restauratie-expeditie. Er staat zelfs een ladder klaar. De verleiding is even heel groot, maar we hebben gelukkig geen beiteltjes bij ons. Maar in het graf van farao Thoetmoses, in het Dal der Koningen, had iemand onlangs wél een beitel bij zich en is in een secuur geciseleerd vierkant een prachtige Isiskop onherstelbaar beschadigd. 'Diefstal is de makkelijkste zaak ter wereld', zegt Kent Weeks droog.


5000 DOLLAR ENTREE

Sinds vijf jaar is de energieke Dr. Zahi Hawass secretaris-generaal van de Oudheidkundige Dienst. De mediagenieke Egyptenaar is inmiddels beroemder dan president Mubarak, vooral wegens zijn schier wekelijkse tv-optreden op National Geografic. Wie in Toronto of Timboektoe ooit een slapeloze nacht zappend doorbracht, kent 'Dr. Zahi'.

'Ik heb vorige week 8000 nieuwe contracten getekend waardoor de bewakers van de monumenten voor het eerst in de geschiedenis een basiscursus archeologie en sitemanagement krijgen. Als ze die afronden, geef ik ze een hoger salaris - niet zo hoog als bij jullie in België, maar uitstekend naar Egyptische maatstaven. Want als je ze, zoals nu, maar 100 pond geeft, zo'n 14 euro per maand, gaan ze tv-kijken wanneer je aankomt met je beiteltje en kun je alle reliëfs uit een graftombe halen.'

'Ik wil de Egyptenaren bewust maken van hun erfgoed. Dat is mijn missie', zegt Hawass. 'Zonder bewust te zijn van hun eigen verleden kunnen ze het erfgoed niet beschermen. En zij, niet de buitenlanders, zijn het die het uiteindelijk moeten doen. Zonder de Egyptenaren kunnen we de monumenten niet redden.'

Dat ontbrekende historische besef is de Egyptenaren niet aan te rekenen, vindt Kent Weeks. Het is meer een erfenis van het koloniale verleden. 'De Franse oprichter van het Egyptisch Museum, bijvoorbeeld, verplichtte iedere suppoost die een Egyptenaar hiërogliefen zag kopiëren om de man het museum uit te smijten en hem nooit meer toe te laten. Zó panisch was hij dat de Egyptenaren genoeg kennis zouden opdoen om de egyptologie over te nemen.'

Maar omdat het bewustmakingsproces ook nu nog in de kinderschoenen staat, heeft Hawass, de nationalistische sentimenten trotserend, toch maar de Amerikaan Kent Weeks de opdracht gegeven om een reddingsplan te schrijven voor het Dal der Koningen.

Dat reddingsplan had Weeks al klaar liggen. Als directeur van het Theban Mapping Project heeft hij het afgelopen decennium het Dal der Koningen graf voor graf in kaart gebracht. Het dal is van lieverlee zíjn project. 'Als archeoloog hier ben je als een generaal in het leger. Je stuurt landmeters, tekenaars, schoonmaakploegen aan. Het doel van de archeologie is: niets missen. 500 jaar na vandaag moet een collega in staat zijn de hele zaak weer in elkaar te zetten. Dat is het ideaal. Maar mijn eerste urgentie is de redding van de sites. We hebben hier letterlijk duizenden graftombes die in razendsnel tempo achteruithollen, en niemand heeft tot nu toe de moeite genomen om ervoor te gaan zitten en onontbeerlijk structureel geologisch ingenieurswerk te doen. Wat dat in praktijk betekent? Als je, zoals ik, het Dal der Koningen wilt beschermen, graaf je dus niet alleen maar op, maar probeer je conservatoren hierheen te lokken, fotografen die de beschilderingen kunnen vastleggen. Plotseling zie je jezelf rond de tafel zitten met een meneer van de toiletten. Wáár ga je het sanitair plaatsen dat nodig is voor al die extra toeristen? Hoe ga je die mensenmassa in goede banen leiden, zodat ze zich niet met 10.000 tegelijk die ene tombe binnenvechten? Ik besteed het grootste deel van mijn dag aan het praten over hightech ledverlichting, airconditioners, elektrische tramlijntjes en verschillende soorten asfalt en cement, opdat het dal beschermd, veilig, geschikt voor bezoekers en landschappelijk niet geschaad wordt.'

Het op slot gooien van het Dal der Koningen - de stille wens van veel archeologen - 'zal nooit gebeuren'. Daarvoor is Egypte te zeer afhankelijk van buitenlandse deviezen. Ook het opschroeven van de toegangsprijzen zal niet werken, zo blijkt in de verderop gelegen Vallei der Koninginnen waar - een ideetje van Zahi - voor een bezoek van tien minuten aan het befaamde graf van koningin Nefertari 5000 dollar moet worden neergeteld. Sindsdien loopt het er storm. 'Rijke Amerikanen en Japanners zeggen: ah, dat moet iets bijzonders zijn. Ik moet en zal die tombe zien!' Ook Nefertari holt weer achteruit. 'Geld is niet de oplossing.'

Weeks denkt veeleer aan het openen van méér graven en langere openingstijden, zodat de bezoekers verspreid worden, en aan tourniquets met tijdsloten. 'Niet meer dan 100 mensen per graf per uur.' Want zijn onderzoek heeft aangetoond dat dat het maximaal haalbare is. 'We meten aan de conditie van de verf dat de temperatuur en de vochtigheid dramatisch op- en neergaan gedurende de dag, van 20 graden 's morgens tot 40 in de middag, waarbij de luchtvochtigheid stijgt van 20 tot 85 procent. Dat zijn dramatische schommelingen die geen graf kan overleven. De Egyptenaren hebben geprobeerd dat te corrigeren door van tijd tot tijd een graf een half jaar te sluiten, totdat de normale waarden hersteld zijn, maar er is geen spaan van bewijs dat dat werkt. Maar met alle maatregelen die ik voorstel, blijft er een grens bestaan. Er kunnen nooit meer dan 1000 mensen tegelijk in het Dal der Koningen zijn. Zijn het er meer, dan wordt het een nachtmerrie.'

Nachtmerrie? Of paradijs? Op een mooie zomerse dag, zo wil een hardnekkig verhaal, reed de first lady van Egypte, Suzanne Mubarak, op de geijkte toeristenroute naar het Dal der Koningen langs Qurna, zag de geiten en de ezels, de beschilderde albastshops, het stof en het vuil en de blootsvoetse bewoners, en besloot er wat aan te doen.

Het vertrek van de bewoners van Qurna is vrijwillig. 'Ze zijn blij met hun mooie, nieuwe huizen, die zijn voorzien van waterleiding, koelkast en aansluiting op het riool', zegt de anonieme egyptoloog van de Oudheidkundige Dienst. En inderdaad: Nieuw Tareif, zoals het modeldorp is gedoopt, schittert in de zon. Vrouwen besproeien de jonge aanplant en schrobben de stoep. 'Ze zijn gelukkig. Ze gaan niet langer gebukt onder het stempel dat ze sociaal onwenselijk zijn.' Maar de gouverneur van Luxor heeft aan intimi al laten weten dat wat hem betreft ook de halsstarrige achterblijvers in Qurna binnen een maand of wat verplicht-vrijwillig zullen gaan. 'We zullen ze dwingen te vertrekken door de elektriciteit af te sluiten.'

Na protest van oudheidkundigen - veel van de karakteristieke lemen huizen van Qurna zijn gebouwd vóór 1920 en daardoor volgens de wet zelf monumenten - is besloten om er 20 à 30 te laten staan. Voor de toeristen. Pittoresk. Kleurige stippen op kale grijze heuvels. 'De werkelijke gedachte is: de arme en vieze mensen moeten zoveel mogelijk de omgeving uit. Maar bedenk toch eens hoeveel je had kunnen binnenhalen als je ecotoeristen 150 dollar zou vragen voor een nacht in een écht lemen huis, met échte bewoners en uitzicht op de Nijl', verzucht de egyptoloog. 'Ik kom tot de conclusie dat er voor het Unesco-werelderfgoed dat Luxor is, geen visie en geen sitemanagementplan bestaat. Er is alleen een denkbeeld gegrond op het stupide idee om Luxor te transformeren tot één groot openluchtmuseum.'


DISNEYLAND AAN DE NIJL

'Het is gelukt! We zijn begonnen met het blootleggen van de eerste 200 meter van de Avenue der Sfinxen!' Dr. Sabry Abdel Aziz, de tweede man van de Oudheidkundige Dienst en verantwoordelijk voor de faraonische monumenten, stuift enthousiast de cocktailparty binnen. De tweeënhalve kilometer lange Avenue der Sfinxen verbond ooit op de tegenoverliggende Nijloever de Amontempel van Luxor met de tempel van Karnak, het religieuze centrum van het Nieuwe Rijk. Op een enkele lege sokkel na is van de roemrijke laan tegenwoordig nauwelijks meer iets te vinden, en 25.000 mensen wonen sinds jaar en dag prettig boven de oude processieweg. Maar zeven jaar geleden schreef een Amerikaans consultancybedrijf in opdracht van de Egyptische overheid een ambitieus plan voor de ont- wikkeling van de stad Luxor tot 2020. Drie satellietsteden moesten worden gebouwd, deels om de groeiende bevolking op te vangen. Het toerisme moest verviervoudigd worden. Er moest een haven voor Nijlcruiseschepen worden aangelegd, net als een golfbaan met achttien holes. Weinigen namen het vuistdikke plan toen serieus. Totdat onlangs een driekoppig directorium werd benoemd om het plan daadwerkelijk uit te voeren. Een trio van het zwaarst denkbare kaliber: de minister van Huisvesting en Sociale Infrastructuur, de gouverneur van Luxor en, als voorzitter, presidentsvrouw Suzanne Mubarak. Boven aan de lijst: Qurna. Direct erop volgend: het blootleggen van de Avenue der Sfinxen. 'Dan zullen ze die sfinxen van plastic of bordkarton moeten maken', zegt Kent Weeks. 'Behalve een enkele sokkel is er nauwelijks meer iets te vinden.'

Maar bordkarton of niet, het plan is groots en meeslepend. Tussen de magistrale tempels van Luxor en Karnak komt een park met botanische tuin en zichtlijn op de tempels. Achttien vier- en vijfsterrenhotels verrijzen aan de kim. Tussen de monumenten zullen shuttlebusjes rijden. Het historische hart wordt voetgangersgebied.

'Natuurlijk heeft het plan ook goede kanten', zegt de hooggeplaatste anonieme ingenieur. 'Als je diep in mijn hart kijkt: ook ík wil de fucking local people uit de archeologische zone. In mooie, traditioneel gebouwde huizen, net buiten het gebied, zodat ze hun handgemaakte poppen nog aan de toeristen kunnen slijten. Zodat de stad nog levend blijft en geen museum wordt.' Of erger: een archeologisch Disneyland aan de Nijl. 'Vaarwel Qurna!'

Robert Dulmers


Knack, 11-04-2007