Inloggen

Bekijk de volledige versie : Voer voor bijklussende professoren


Barst
28th March 2007, 21:00
Voer voor bijklussende professoren


HIERONDER staat mijn naam. Rik Torfs. Ik ben hoogleraar aan de KU Leuven. Hoogleraar aan de KU Leuven, en toch alweer een stukje in De Standaard, vraagt u zich bezorgd af. Kan dat wel, een professor die om de haverklap voor de krant schrijft? Hoe zit het dan met zijn academische opdrachten? Vorst hij wel voldoende? Denkt hij, als kerkjurist, nog wel diep genoeg na over de geldigheidsvereisten van het Heilig Vormsel? En wat met zijn beschikbaarheid? Terwijl de hoogleraar neerdaalt in de kelders van het lichte amusement, in dit geval de krant, kloppen zijn bloedjes van studenten vergeefs bij hem aan. Misschien hebben ze wel een vraag. Of een bloedneus. Of heimwee naar Limburg.


Het is waar. Ik zou dit stuk niet mogen schrijven. Mag ik toch, een beetje zenuwachtig en met lichtjes klamme handen, twee schamele argumenten tot mijn verdediging aanhalen? Eén: De Standaard vroeg zelf om deze bijdrage, nogal plots, anders had ik de academische overheid van deze nevenactiviteit gewetensvol op de hoogte gebracht. Twee: het is middag. Ik neem een hap in een broodje. Kruimels banen zich een weg tussen de toetsen van mijn klavier. Ik bijt met mijn tanden en schrijf met mijn handen. Geen ogenblik gaat verloren.

Mijn universiteit werkt een strenger reglement uit voor ,,bijklussende'' professoren. Dat bijklussen mag hoogstens twee halve dagen per week in beslag nemen. Maar vooral: de nevenactiviteiten moeten een ,,positief nut'' hebben voor de uitoefening van de academische opdracht. Positief nut. Wie vindt dat toch uit?

Wat is bijklussen - ranzig woord, trouwens - en wat is de wezenlijke taak van de academicus? Onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening, een mythisch begrip, zijn wezenlijk. Houdt het daar op? Of behoort tot de kerntaak van de hedendaagse academicus ook oeverloos en tergend traag vergaderen, evaluatierapporten schrijven, studenten bevestigen in plaats van hen te bevragen? Helaas wel. Niet lang geleden verklaarde de algemeen beheerder van de KU Leuven dat administratie een kerntaak van de universiteit is. Dat klinkt sexy, en het is zijn goed recht om zo te denken.

Zelf vind ik dan weer, verklaar mij gek, dat deelnemen aan het maatschappelijke debat tot de kerntaak van academici, zeker van humane wetenschappers, behoort. Zij mogen niet vluchten in de bedrieglijke geborgenheid van pietepeuterige detailanalyses, zij moeten ook aan een synthese durven werken. De taal die zij spreken behoort helder te zijn. De waarde van hun ideeën wordt niet uitsluitend door vakgenoten, maar ook door een ruimere kritische massa bepaald. Een samenleving met veel universitair geschoolden hoeft niet noodzakelijk een samenleving met weinig intellectuelen te zijn. Nadenken mag niet als bijklussen worden beschouwd. Zoals humor heel dikwijls geen kolder is, maar ernst die eindelijk tot volwassenheid is gekomen. Kortom, wat universitaire bestuurders vaak als bijklussen beschouwen, is juist een kerntaak van de universiteit. De kwaliteit van een universiteit meet je door na te gaan wat ze als kerntaken, en wat ze als nevenactiviteiten beschouwt.

Ten slotte dit. Wat met academici die niet bijklussen? Vloeit hun houding uit deugdzaamheid, of uit irrelevantie voort? Zijn hun onderzoeksresultaten beter? Grijpen hun volgens alle regels van de kunst zorgvuldig in elkaar geknutselde colleges de studenten telkens weer genadeloos naar de keel?

Ik geloof in vrijheid, in creativiteit, en soms ook in de universiteit - minder dan vroeger, maar nog altijd genoeg om haar niet los te laten. Zeker niet wanneer ze een beetje onnozel doet.


DS, 28-03-2007 (Rik Torfs)