Barst
22nd March 2007, 17:48
Dood is ons lot en geluk
J. de Mul, 'De domesticatie van het noodlot'
'Mijn stelling is dat we maar moeilijk met het noodlot kunnen leven'', zegt Jos de Mul over zijn boek 'De domesticatie van het noodlot'. We vinden het een unheimliche gedachte dat ons dingen overkomen die we niet onder controle hebben. Iedere cultuur ontwikkelt daarom strategieën om het noodlot tegen te gaan.''
De Mul is hoogleraar filosofie van mens en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 'De domesticatie van het noodlot' beschrijft hij de eeuwige worsteling van de Europese mens met zijn einde.
De Mul: "Het noodlot is iets wat ons overkomt en wat op de een of andere manier een catastrofale afloop kent. Dat kun je op twee manieren uitleggen. Je hebt de opvatting dat ons noodlot noodzakelijk is zoals het is. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de christelijke predestinatieleer: Alles is door God voorzien en de geschiedenis verloopt noodzakelijk volgens zijn plan. We kennen ook seculiere varianten van een noodzakelijk noodlot, zoals het determinisme van de bekende wiskundige Laplace. Als je de positie van alle deeltjes in het universum en alle natuurwetten kent, kun je volgens zijn theorie precies voorspellen wat er gebeurt.''
Aan de andere kant is er de opvatting dat het noodlot 'toevallig' plaatsvindt. De Mul: "Alles wat kenmerkend is in het leven, kent een zekere mate van toevalligheid. Dat is wat Aristoteles 'contingentie' noemt: iets wat niet noodzakelijk maar wel mogelijk is. Het is niet noodzakelijk dat ik vanmiddag onder een bus loop maar het is wel mogelijk. In dat geval is een noodlottig ongeluk niet voorbeschikt, maar stom toeval.''
De oude Grieken probeerden het noodlot te temmen door een tragische houding aan te nemen, zegt De Mul. "Ze zeiden: 'Noodlottigheden zijn niet te vermijden. Het is belangrijk om ze op een heroïsche manier te trotseren, namelijk door ze met open ogen tegemoet te treden.' Een dappere gedachte, maar uit de Griekse tragedies blijkt dat deze houding niet voor veel mensen is weggelegd. Zelfs de meest edele en verheven mensen gaan ten onder aan die pogingen.''
"Later ruilen we de tragische houding in voor de christelijke. De gedachte is dan dat je aan de samenloop van de dingen niets kunt veranderen. Alles wat je overkomt is deel van een heilsplan. Wanneer je een kind verliest is dat een gruwelijke gebeurtenis. Maar als je gelooft dat God daar een bedoeling mee heeft, wordt het iets makkelijker om het noodlot te dragen.''
In de zeventiende eeuw ontstaat de moderne houding. Die lijkt succesvol. Door de grote technologische ontwikkelingen hebben we eindelijk ons lot in eigen handen. We bedwingen natuurkrachten, bestrijden ziekten maar de technologie heeft onverwachte nevengevolgen.
De Mul: "De productie van kunstmest zorgt voor een grotere oogst maar ook voor milieuverontreiniging. Inmiddels is de technologische ontwikkeling zelf een noodlot geworden. We willen geen klimaatverandering veroorzaken. Toch zorgt ons ingrijpen in de natuur daar wel voor. De technologie blijkt dan zelf een ongrijpbare, noodlottige kracht te kunnen zijn.''
Volgens De Mul hoopten we het noodlot de baas te worden, maar is het minder eenvoudig dan we dachten. "Het lijkt erop dat het noodlot zich toch niet laat temmen. De verschillende houdingen die ik heb genoemd staan tegenwoordig naast elkaar. Politici vertrouwen vaak nog op de moderne, technologische strategie. De Amerikaanse inval in Irak is daarvan een goed, maar helaas ook tragisch voorbeeld. Daarnaast is er een fikse opleving van religie aan de gang. Een groeiend aantal mensen grijpt terug op het geloof. In sommige jeugdculturen lijkt de Griekse tragische houding populair. Ik doel op de risico's die vanuit een soort fatalisme met onveilige seks en overmatig drank- en drugsgebruik worden genomen.''
De opleving van die tragische houding is een nieuwe poging tot acceptatie van onze eindigheid. De Mul: "In de Griekse mythologie zijn de goden niet voor niets jaloers op de stervelingen. Sterfelijkheid betekent dat belevingen een enorme intensiteit krijgen. Als je eindig bent wordt elke seconde van je leven belangrijk. Onze sterfelijkheid mag dan ons noodlot zijn, maar zij bevat ook ons hoogste geluk.''
Trouw, 22-03-2007 (Mariska Jansen)
J. de Mul, 'De domesticatie van het noodlot'
'Mijn stelling is dat we maar moeilijk met het noodlot kunnen leven'', zegt Jos de Mul over zijn boek 'De domesticatie van het noodlot'. We vinden het een unheimliche gedachte dat ons dingen overkomen die we niet onder controle hebben. Iedere cultuur ontwikkelt daarom strategieën om het noodlot tegen te gaan.''
De Mul is hoogleraar filosofie van mens en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 'De domesticatie van het noodlot' beschrijft hij de eeuwige worsteling van de Europese mens met zijn einde.
De Mul: "Het noodlot is iets wat ons overkomt en wat op de een of andere manier een catastrofale afloop kent. Dat kun je op twee manieren uitleggen. Je hebt de opvatting dat ons noodlot noodzakelijk is zoals het is. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de christelijke predestinatieleer: Alles is door God voorzien en de geschiedenis verloopt noodzakelijk volgens zijn plan. We kennen ook seculiere varianten van een noodzakelijk noodlot, zoals het determinisme van de bekende wiskundige Laplace. Als je de positie van alle deeltjes in het universum en alle natuurwetten kent, kun je volgens zijn theorie precies voorspellen wat er gebeurt.''
Aan de andere kant is er de opvatting dat het noodlot 'toevallig' plaatsvindt. De Mul: "Alles wat kenmerkend is in het leven, kent een zekere mate van toevalligheid. Dat is wat Aristoteles 'contingentie' noemt: iets wat niet noodzakelijk maar wel mogelijk is. Het is niet noodzakelijk dat ik vanmiddag onder een bus loop maar het is wel mogelijk. In dat geval is een noodlottig ongeluk niet voorbeschikt, maar stom toeval.''
De oude Grieken probeerden het noodlot te temmen door een tragische houding aan te nemen, zegt De Mul. "Ze zeiden: 'Noodlottigheden zijn niet te vermijden. Het is belangrijk om ze op een heroïsche manier te trotseren, namelijk door ze met open ogen tegemoet te treden.' Een dappere gedachte, maar uit de Griekse tragedies blijkt dat deze houding niet voor veel mensen is weggelegd. Zelfs de meest edele en verheven mensen gaan ten onder aan die pogingen.''
"Later ruilen we de tragische houding in voor de christelijke. De gedachte is dan dat je aan de samenloop van de dingen niets kunt veranderen. Alles wat je overkomt is deel van een heilsplan. Wanneer je een kind verliest is dat een gruwelijke gebeurtenis. Maar als je gelooft dat God daar een bedoeling mee heeft, wordt het iets makkelijker om het noodlot te dragen.''
In de zeventiende eeuw ontstaat de moderne houding. Die lijkt succesvol. Door de grote technologische ontwikkelingen hebben we eindelijk ons lot in eigen handen. We bedwingen natuurkrachten, bestrijden ziekten maar de technologie heeft onverwachte nevengevolgen.
De Mul: "De productie van kunstmest zorgt voor een grotere oogst maar ook voor milieuverontreiniging. Inmiddels is de technologische ontwikkeling zelf een noodlot geworden. We willen geen klimaatverandering veroorzaken. Toch zorgt ons ingrijpen in de natuur daar wel voor. De technologie blijkt dan zelf een ongrijpbare, noodlottige kracht te kunnen zijn.''
Volgens De Mul hoopten we het noodlot de baas te worden, maar is het minder eenvoudig dan we dachten. "Het lijkt erop dat het noodlot zich toch niet laat temmen. De verschillende houdingen die ik heb genoemd staan tegenwoordig naast elkaar. Politici vertrouwen vaak nog op de moderne, technologische strategie. De Amerikaanse inval in Irak is daarvan een goed, maar helaas ook tragisch voorbeeld. Daarnaast is er een fikse opleving van religie aan de gang. Een groeiend aantal mensen grijpt terug op het geloof. In sommige jeugdculturen lijkt de Griekse tragische houding populair. Ik doel op de risico's die vanuit een soort fatalisme met onveilige seks en overmatig drank- en drugsgebruik worden genomen.''
De opleving van die tragische houding is een nieuwe poging tot acceptatie van onze eindigheid. De Mul: "In de Griekse mythologie zijn de goden niet voor niets jaloers op de stervelingen. Sterfelijkheid betekent dat belevingen een enorme intensiteit krijgen. Als je eindig bent wordt elke seconde van je leven belangrijk. Onze sterfelijkheid mag dan ons noodlot zijn, maar zij bevat ook ons hoogste geluk.''
Trouw, 22-03-2007 (Mariska Jansen)