PDA

Bekijk de volledige versie : We willen ook zo verdomd veel


Barst
17th March 2007, 01:36
We willen ook zo verdomd veel - Tijdsdruk wordt de belangrijkste maatschappelijke klacht


We maken zo veel drukte dat we geen tijd meer hebben voor elkaar, onszelf en de dingen van waarde. Minister-president Yves Leterme las het nog eens in de 1.500 mails die hij kreeg - van mensen die tijd hadden om de minister-president te schrijven. We zijn vrij, we mogen kiezen wie we zijn en wat we doen. Om ons waar te maken, werken we met z'n tweeën en kopen we ons te pletter tot we niet meer weten waar ons hoofd staat. Zo belandt tijdsdruk in de frontlinie van het opflakkerende debat over normen en waarden.


Niet zo lang geleden dachten we dat het helemaal anders zou lopen. Sociologen voorspelden in de jaren zestig dat de stijgende productiviteit ons bergen vrije tijd zou bezorgen. Het was ook de tijd dat plastics en olie onze toekomst heetten. De economie van de welvaart leek simpel: we kunnen evenveel bereiken met minder werken, dus zullen we minder werken - misschien nog maar twee dagen per week. De maatschappij moest zich voorbereiden op generaties van nietsdoeners. Dat was niet helemaal een rooskleurig vooruitzicht. ,,Het is een afschuwelijk probleem voor de gewone mens zonder speciale talenten om zichzelf bezig te houden'', merkte John Maynard Keynes al in 1930 op. We weten intussen hoe we dat probleem oplossen: niet met meer contemplatie en verstilling, maar met een vrijetijdsindustrie die beslag legt op onze tijd.

Vrije tijd hebben we gekregen. In 1958 werkte de Vlaamse arbeider gemiddeld 58 uur en 27 minuten, de bediende draaide 54 uur. Vijftig jaar later werkt de gemiddelde Vlaamse man die aan de slag is, 44 uur. Dat is niet bepaald nietsdoen, maar we houden toch tien uur meer vrije tijd netto per week over. Bovendien besteden we niet noemenswaardig meer tijd aan onze verplaatsingen. We gaan verder van huis werken, maar dankzij onze auto's rijden we er veel sneller naartoe. Dankzij allerlei uitvindingen besparen we veel tijd: voor de huishoudelijke klussen hebben we was- en vaatwasmachines, diepvriezers, magnetrons, telegestuurde centrale verwarmingen en airco, we kunnen bellen in de auto en internetten in het tankstation, films opnemen op dvd en televisieprogramma's opnieuw bekijken op het digitale kanaal. We moeten nog zelden ergens op wachten en we hoeven nooit meer thuis te blijven. Waarover klagen we?


Hoe meer tijd we besparen, hoe jachtiger we leven

We dagdromen graag over vroeger, toen wisten de mensen niet wat 'druk' was. Neem het leven van een grootvader. Hij was boer of, beter gezegd, hij verbouwde wat land waarmee hij zijn gezin voedde. Op een lange smalle tuin achter zijn huis kweekte hij groenten en fruit. Hij had elders nog een stuk weiland en een hoek van een fruitboomgaard en links of rechts een streep van een akker. Hij verbouwde graan en aardappelen, had een koe en enkele varkens, konijnen en kippen. Daarmee was hij zo goed als zelfbedruipend en had hij wat over om te verkopen. Hij waste zijn spade en riek elke avond af, want die gingen dertig jaar mee. Zijn vrouw had een winkel of deed wat naai- of breiwerk dat geld binnenbracht voor de weinige dingen die het gezin niet zelf produceerde, zoals kleren en het schoolgeld voor de kinderen. Misschien had grootvader ook stress, de stress in een tegenvallend seizoen. Hij zag op het eind van de jaren vijftig de wereld veeleisender worden. Maar hij bleef erbuiten.

Het gezin had één kachel, één dag per week warm water, geen auto, geen tv. Hun dagen en weken waren onveranderlijk, elke dag om zes uur op, werken van licht tot donker, op zaterdagavond een bad, op zondag naar de mis, een zondagsmaal, rusten en dan naar de familie. Bij mooi weer zaten ze op een stoel voor de deur bij de straat, pratend met de buren. De familie in Brussel bezoeken was een onderneming. Naar de zee gaan was een unieke vakantie. Het was geborgen. Maar het was ook verstikkend.

En wij nu: een variabele werkdag van tien uur op kantoor met onvoorzien maar structureel overwerk, toch nog naar de laatavondfilm, oosters koken voor de vrienden op zaterdagavond, mountainbiken op zondagmorgen, kinderen naar de balletles op dinsdag, naar het judo op woensdag en naar de scouts op zaterdag, dringend dat boek lezen dat naar het schijnt zo goed is, die cd kopen op internet, shoppen op een vrije woensdagmiddag, toch die tentoonstelling in Parijs en dat concert in Brugge proberen mee te pikken, een short ski tijdens de krokusvakantie, met Pasen met de kinderen een weekend naar het pretpark, en in juli naar de Provence of Toscane, misschien een buitenverblijf aan zee of in Bretagne kopen. Dringend die dienstencheques voor de schoonmaakster in orde brengen en de factuur van de ramenwassers betalen.

We kunnen dat financieel bolwerken omdat we veel productiever werken. We kunnen het inpassen in één leven omdat we zo veel tijd besparen. Nog hogere tijdsdruk is de prijs.


Hoe meer vrouwen werken, hoe drukker

Iedereen heeft het drukker, zelfs de gepensioneerden, maar de tweeverdieners met kinderen voelen zich verpletterd - mannen en vrouwen tussen de 25 en 54 jaar die in het spitsuur van het leven rijden. Mensen met inwonende kinderen ervaren 18 uur per week meer tijdsdruk dan mensen zonder inwonende kinderen. Ze werken meer buitenshuis, koken meer, maken meer schoon, praten en verzorgen de kinderen, rijden meer rond om het gezin te organiseren.

Dat we minder werken, klopt alleen als we het individueel bekijken. Doordat ook de vrouwen zijn gaan werken, wordt nu per gezin gemiddeld 76 uur per week gewerkt, twee derde meer dan in 1950 (43,26 uur door de man, 32,30 uur door de vrouw). Tussen de 25 en 39 jaar werkt 92 procent van de mannen en 80 procent van de vrouwen.

Een werkende vrouw verhoogt voor iedereen de druk, ook voor de man, maar toch vooral voor zichzelf. 44 procent van de werkende vrouwen werkt deeltijds, doorgaans vier vijfde, maar deeltijdse arbeid vermindert niet het gevoel van druk, wijst tijdsonderzoek van de VUB uit. Want de vrouw moet nog altijd het grootste deel van het huishouden voor haar rekening nemen als was ze de hele tijd thuis. Ze heeft daardoor over haar hele volwassen leven gerekend een uur vrije tijd per dag minder dan de man, ze doet tien uur huishoudelijk werk meer per week, ze besteedt gedurende haar hele leven liefst vijf jaar meer aan zorg en huishoudelijke taken.

Oude patronen spelen haar parten. In het traditionele gezin speelde de vrouw de rol van 24-uursbijstand, zegt professor Ignace Glorieux, die aan de VUB het gedetailleerde vijfjaarlijkse tijdsonderzoek van de onderzoeksgroep Tor leidt. ,,De moeder was de spil van een uitgebreid gezin, de buffer die de verschillende levenssferen en tijdsordes van de gezinsleden op elkaar afstemde: de arbeid van de vader, de school van de kinderen, ziekte, zorg voor de ouderen, de boodschappen, onverwacht overwerk. Dag en nacht stond ze klaar.

De winkels hoefden niet 's avonds of op zondag open te zijn, want de huisvrouw liep verschillende keren per dag langs in de buurtwinkel. Nu ook de vrouw gaat werken, wordt dat gezinsleven een complexe organisatie, een raderwerk van afspraken en beurtrollen. De kleinste zandkorrel - kind ziek, een aangetekend schrijven dat bij De Post moet worden opgehaald - stuurt het in de war.''


Hoe meer keuze, hoe drukker

Het traditionele leven met zijn vaste rolpatronen had orde, het legde een structuur op. ,,Orde en structuur creëren rust'', zegt Maarten Moens, die doctoreerde op het onderwerp tijdsdruk. ,,Benedictijnen hebben hun hele dag gevuld, met arbeid en contemplatie. Vrije tijd hebben ze nauwelijks en toch leiden ze een rustig en stabiel leven. Hun tijdsorde ligt vast. Zij moeten zich op niet afvragen: Wat moet ik met mijn leven doen? Wat moet ik verwezenlijken? Waar wil ik naartoe? Met die vragen begint alle tijdsdruk.''

Vroeger leefden we onder de koepel van kerk, patroon, dorpsgemeenschap en school. Het leven was collectief geregeld, mensen wisten wat hun te doen stond. Eeuwenlang zorgden die instellingen voor orde. Nu kiezen we zelf. We beschikken over onze eigen tijd - al is dat relatief: 45 procent van de Vlamingen zit om 22 uur voor de televisie. Om 12.20 uur zit 37,7 procent van de Vlamingen aan tafel. Met de keuzes die we maken, van woonplaats, werk, partner tot kinderen, komt een tijdsbestedingspatroon. Maar kiezen kost veel tijd, het zorgt voor twijfel, het gooit ons op onszelf terug, het vergroot daardoor de druk.

De liberalisering van de economie dwingt ons om alles kiezen, de elektriciteitsmaatschappij, of we groene stroom willen, toch maar digitale televisie - en bij welke provider, welk van de 37 formules van welke mobilofoonoperator, een adsl-abonnement voor zes maanden of een jaar? Via het internet organiseren we zelf onze reis, we boeken een vliegticket en een huurauto, maar waar naartoe, tegen welke prijs, onder welke voorwaarden? Niets gaat nog vanzelf. We zijn zoveel vrijer en kunnen zo ontzettend veel meer. We kunnen ons in alles waarmaken. Maar de ontvoogding en het individualisme betalen we met tijdsdruk.

Autonomie bepaalt dus de tijdsdruk. Dat is ook zo op de werkvloer. Hoger opgeleiden met banen waarin ze hun eigen agenda kunnen beheren, ervaren een veel grotere tijdsdruk dan arbeiders of lagere bedienden. Hun grotere autonomie maakt hen toegewijder. Ze werken meer uren, en nemen 's avonds en in het weekend werk mee naar huis. Sinds de jaren tachtig is de werkdruk voor hen merkbaar gestegen, blijkt uit het onderzoek van TOR, voor werkgevers zijn zij een gegeerde groep. Maar ze nemen dat er graag bij omdat ze vrijer zijn en zelf kunnen beslissen wat ze doen. In hun vrije tijd gaat het ook zo. Hoger opgeleiden zien meer opties van zinvolle dingen die zij en hun kinderen kunnen doen. Ze kunnen op maandagmorgen tevreden vaststellen dat ze een gevuld weekend hebben gehad. Ze hollen van hot naar her, maar voelen zich veel rijker. Zo ver gaat het dat een zeldzaam weekend zonder plannen een kleine crisis teweegbrengt van nukkigheid, humeurigheid of depressie: 'Help, hoe gaan we onze tijd zinvol doorbrengen?'


Druk druk door onze vrije tijd

Op een willekeurige middag in de week staan de parkeergarages in de stadscentra vol, heerst in de koffiehuizen drukte en boeren de winkelstraten en shoppingcentra goed. Hier flaneren mensen met geld. We leven in een vrijetijdseconomie.

De vrije tijd is helemaal gecommercialiseerd. Rust staat niet meer op de agenda, consumeren is ons belangrijkste tijdverdrijf geworden. We hebben het dus niet alleen druk omdat we harder werken om onze exponentieel grotere welvaart te betalen, het grote huis met twee badkamers (300.000 euro gemiddelde investering in nieuwbouw), de drie televisietoestellen, twee laptops, twee auto's met airco, ABS, gps en cd-speler, drie mobilofoonabonnementen, de drie reizen per jaar. Ook in onze vrije tijd hollen we harder.

We kijken weliswaar nog gemiddeld 14 uur televisie per week, een derde van onze vrije tijd, maar ook in onze vrije tijd zijn we ontzettend veel ambitieuzer geworden. Wie we zijn, hangt niet meer af van afkomst, religie of zuil, zelfs het diploma is relatief. We zijn wat we in onze vrije tijd doen, de boeken en films die we consumeren, de reizen die we maken, of en welke cultuur we opdoen. We worden almaar gulziger omnivoren, belust op afwisseling. De vrije tijd wordt prestatietijd.

,,Al die dingen die we kopen om ons tijd te besparen, kosten ons bovendien veel tijd'', zegt Ignace Glorieux. ,,Want we willen dat ze ons verrijken. Door de wasmachine wassen we veel meer dan vroeger. De dvd-speler neemt programma's op waar je achteraf naar wilt kijken. De ingerichte keuken met combi-oven was duur, je kunt er nieuwe gerechten mee koken. Een maaltijd moet iets speciaals zijn. Het huis moet schoon zijn, het interieur perfect, bijna een showroom. Want ook dat is een uithangbord van wie we zijn. Dat maakt ons zo ontstellend ambitieus en veeleisend. Niemand is nog tevreden met een avond aan de voordeur zitten kletsen met de buren. We beschouwen dat nu als verloren tijd.''


Een geluk dat we het zo druk hebben

Een massademonstratie of witte mars tegen de drukte komt er niet snel. Drukte is een sluipend gif. En zeer individueel. ,,Drukte wordt pas een samenlevingsprobleem als ze opduikt als ziekte in het arbeidsproces. Terwijl drukte in de eerste plaats een verlies aan persoonlijk geluk inhoudt. Maar persoonlijk geluk is niet meetbaar'', zegt Koen Breedveld, een onderzoeker van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Nederland die zich specialiseerde in tijdsdruk. ,,Geluk is zo sterk gekleurd door de wensen die we zelf hebben. We willen zo graag dat grotere huis en de vele welvaart. De extra druk nemen we op de koop toe. Tot we in een knoop zitten.''

Bij bijna een kwart leidt de werkdruk tot ziekteverzuim. Tien procent heeft het zo druk dat ze het risico lopen op een burn-out. Nederland schat de maatschappelijke kosten van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid als gevolg van de drukte op 5 miljard euro. Vooral de hard werkende autonome hoog opgeleiden zijn gewillige slachtoffers. Werkgevers maken dankbaar misbruik van hun inzet. De keuze die ze denken te hebben om hard te werken, is slechts schijn.

Maar schijn is ook de vrijheid om de eigen identiteit vorm te geven met zelfgekozen koopwaar, modespullen, gadgets, boeken, reizen, cultuuridolen. We zijn anders gedetermineerd dan vroeger, maar ongetwijfeld evenveel gedetermineerd. We kiezen niet meer of we een gsm kopen, maar welke kleur de gsm heeft. En zelfs dat hangt af van de mode. We zijn dus slaven van de markteconomie die eist dat we almaar meer produceren om almaar meer te kunnen consumeren waardoor we almaar minder tijd overhouden.

Maar dat is het negatieve beeld. Moderne cultuur heeft snelheid en drukte omarmd. ,,Wie het druk heeft, voelt zich goed in zijn vel'', concludeert Maarten Moens uit het tijdsbestedingsonderzoek van TOR. ,,Die drukte is ook ons ideaal. Kijk naar de hoogopgeleide tweeverdieners: zij zijn veel buitenshuis, combineren arbeid en gezin, hebben een grote professionele autonomie en verrijken zich volop. Wie dat kan verwezenlijken, voelt zich slagen in het leven. Ik heb het druk, maar dat neem ik erbij, want het is een signaal van mijn succes.''

Alles in onze cultuur ondersteunt dat drukke ideaal. ,,Sleur en routine zijn erg negatief geladen'', zegt Glorieux. ,,Het moet altijd swingen. Avontuurlijk zijn. Het moet vooruitgaan, ook in relaties. Als de sleur erin zit, weg ermee.'' ,,Minder gaan doen zou door veel mensen als frustrerend worden ervaren'', zegt Moens. ,,Wie mindert, pleegt verzet en roeit tegen de stroom in. Maar de onthaasters die in de media vol bewondering worden opgevoerd, beginnen in Frankrijk een chambre d'hôte of maken een zeiltocht rond de wereld. Zij doen eigenlijk toch weer aan zelfontplooiing en zelfrealisatie, zij het in een luxueuzere positie omdat ze genoeg geld hebben.''


De waan van de drukte

Drukte is dus tegelijkertijd een waan, een dwang en een ideaal. De grootste waan is dat we ons via de drukte kunnen emanciperen. In al onze drukte volgen we slaafs de consumptiedwang. We hebben ons ontworsteld aan de oude structuren en patronen, maar de nieuwe die we 'kiezen', worden ons evengoed opgedrongen. Minister-president Leterme (CD&V) zal de klachten die daarover na zijn oproep in zijn postbus zaten, gelezen hebben met het heimelijke genoegen van de man die zijn gelijk bevestigd ziet. Tijdsdruk en de druk van het consumentisme staan op nummer 1 als belangrijkste bezorgdheid, ex aequo met de banalisering van geweld. De klachten gaan naar de kern van het normen-en-waardenproject dat de christendemocraten na Nederland ook in Vlaanderen op de rails zetten.

Want floreert de drukte niet bij uitstek in de liberale en individualistische samenleving die Open VLD voorstaat? In die Open samenleving kan iedere hardwerkende Vlaming zijn pad zelf uitstippelen en neemt elke burger zijn toekomst in handen, zegt premier Guy Verhofstadt. De burger heeft greep op zijn tijd. Hij concipieert zelf zijn idealen en investeert op eigen kracht.

In de collectieve samenleving die CD&V nu als alternatief presenteert, krijgen gewoontes en tradities eerherstel en voelen mensen zich vrij omdat anderen voor hen keuzes maken, omdat ze gedragspatronen kunnen overnemen en keuzes voor hen bepaald worden. Mensen moeten zich dan minder de vragen stellen die ook de benedictijnen zich niet hoeven te stellen. Wat moet ik met mijn leven doen? Wat moet ik verwezenlijken? Waar wil ik naartoe? Ze worden vrijer omdat ze hun tijd uit handen geven en zich weer laten bevoogden.

Zo burgers dat al willen, is het zeer de vraag of dat collectivisme iets kan uithalen. Niemand kan nu, twee generaties verder, terug tot het levensniveau van de jaren vijftig, zelfs niet de uitzonderingen die willen downsizen, vertragen of onthaasten. We moeten hard blijven werken voor ons veel groter comfort. Onze drukte loopt in de pas van het kapitalisme, dat gericht is op groei, vermeerdering en nog grotere drukte. Geen georganiseerd middenveld kan de brave burger 'beschermen' tegen de wereldeconomie - tenzij dat middenveld radicaal terug zou willen naar de tijd van corporatisme.


Meer tijd door meer Co

De echte ommezwaai komt er pas als we zouden beslissen om onze hogere productiviteit te gebruiken om meer tijd te kopen in de plaats van nog meer luxe. Maar die ommezwaai ligt niet in handen van de politiek, maar van de cultuur, besluiten de tijdsonderzoekers en -enquêteurs. Economisch brengt zo'n ommezwaai onherstelbaar concurrentieverlies mee. Het ideaal van de vrije zelfrealisatie zit bovendien erg diep. Pas wanneer het cultuurideaal verandert, en meer tijd een hogere status zal genieten dan hard werken en meer welvaart, maakt onthaasten een kans.

,,Alleen een zware schok van buitenaf kan zo'n ommekeer teweegbrengen'', zegt Koen Breedveld van het Nederlandse Planbureau. ,,De opwarming van de aarde kan zo'n schok zijn. Er is een evidente relatie tussen milieu en tijdsdruk. We nemen geen openbaar vervoer omdat we sneller zijn met de auto. Een schok kan onze prioriteiten bijsturen.''

Intussen kunnen we de symptomen bestrijden. De arbeidsmarkt beter spreiden, zodat niet alle arbeid gedaan moet worden tussen 25 en 54 jaar. Jonge vrouwen met kinderen ontlasten door rolpatronen af te bouwen. Meer mannen deeltijds laten werken (nu is dat amper 5 procent). Meer kinderopvang organiseren. De uren van school en opvang beter afstellen op de werkuren, zodat het voor ouders haalbaar wordt om kinderen ofwel naar school te brengen ofwel om ze af te halen. Afstemmingsproblemen zorgen voor de acuutste tijdsdruk. Tijdsbeleid is een realistische taak voor de politiek, misschien iets voor een minister van Tijd.

Een grotere ommezwaai dankzij de renaissance van normen en waarden is twijfelachtig. In het geweeklaag over hoe druk we het hebben en hoeveel waardevols daardoor verloren gaat, zit veel hypocrisie. We kunnen eigenlijk wel veranderen, maar we willen dat niet, omdat we dan met conventies breken. En omdat we au fond niet geloven dat een trager leven een rijker leven is. En passant idealiseren we het verleden. Grootvader had het toch veel beter. Maar een luie avond op de drempel zitten en petanque spelen met de mannen van het dorp doen we alleen op vakantie in het zuiden van Frankrijk, en ook maar één of twee avonden per jaar. Zo hebben we weer een avontuur beleefd.


'De Veeleisende Samenleving', Koen Beedveld en Andries van den Broek, www.scp.nl/publicaties

'De 24 uur van Vlaanderen. Het dagelijkse leven van minuut tot minuut', Ignace Glorieux e.a. Uitgegeven bij Lannoo Campus.

www.tijdsonderzoek.be


DS, 10-03-2007 (Karel Verhoeven)