Barst
10th March 2007, 00:10
De botsing van emoties
Het Westen en de islamwereld lijken alleen nog in termen van clichés te kunnen denken over elkaar. In enkele jaren tijd is het wederzijdse onbegrip groter geworden.
EEN anekdote om te beginnen. Voor de Nederlandse journalist Joris Luyendijk in 1998 naar het Midden-Oosten werd gestuurd als correspondent, werd er stevig vergaderd op de redactie van de Volkskrant. Was dat wel nodig?
,,Eind jaren negentig was er bijna niemand bang voor de islam en het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen leek richting een eindregeling te strompelen. Als daar eenmaal vrede was, zouden de Arabieren met de rest van de mensheid op de trein van de democratie stappen'', schrijft Luyendijk in Het zijn net mensen, waarin hij de westerse berichtgeving over het Midden-Oosten onder de loep neemt.
Drie jaar later volgden de aanslagen van 9/11. En volgden de reacties van de Verenigde Staten en hun bondgenoten in Afghanistan in 2001 en - vooral - Irak in 2003. Er vonden terreuraanslagen plaats in Londen, in Madrid, in Casablanca, op Bali.
Bij Amerikanen en Europeanen sloeg de angst voor het moslimterrorisme toe: wie tot dit soort blinde wreedheden in staat is, is tot alles in staat. Extremistische politici in Europa speelden handig in op die gevoelens. Gebeurtenissen in het Midden-Oosten, waar een minderheid van de moslimbevolking woont, golden plots voor 1,3 miljard moslims.
,,Veel mensen schrijven aan alle moslims toe wat sommigen van hen doen, vooral als het extremisme of onverdraagzaamheid of geweld betreft'', schrijft de jezuïet Christiaan van Nispen tot Sevenaer, die al decennia in Egypte werkt aan de dialoog tussen christenen en moslims, in zijn boek Christenen en moslims. Confrontatie of dialoog?
De moslimwereld, die sinds zijn neergang op het einde van de achttiende eeuw een uitgesproken voorkeur heeft voor de slachtofferrol, onthield dat Bush (één keer) over ,,de kruistocht tegen het terrorisme'' gesproken had en ging het Westen opnieuw identificeren met het christendom. De voorspelde democratie in Irak draaide uit op een sectaire oorlog; in Palestina betaalde de bevolking de rekening omdat de verkeerde partij de vrije verkiezingen won.
Nog een keertje Van Nispen tot Sevenaer: ,,In de moslimwereld heeft men de indruk dat het Westen in het algemeen, en Amerika in het bijzonder, een vijand nodig heeft. Lange tijd was dat de communistische wereld. Nu deze vijand is uitgeschakeld, is de islam tot vijand uitverkoren.''
In een opgemerkt opiniestuk merkte de Franse politoloog Dominique Moïsi eind vorig jaar op: ,,In plaats van over een botsing der beschavingen te spreken, zou het correcter zijn om te spreken over een 'botsing van emoties'.''
De rellen rond de Deense cartoons over de profeet Mohammed en een toespraak van paus Benedictus XVI hebben aangetoond hoe gespannen de zenuwen staan. De frustratie in de moslimwereld is groot. Ze verraadt een pijnlijk besef van een economische en culturele achterstand ten opzichte van het (zo vaak vermaledijde, zo vaak bewonderde) Westen.
Als reactie is er een tendens om het antwoord te zoeken bij de fundamenten van de islam, wat weinig perspectief biedt in een tijd van globalisering. Het geseculariseerde en democratische Europa kijkt er vol onbegrip naar.
De tijd is rijp voor de clichés. Wie moord en brand schreeuwt, komt in de media; wie mensen rond de tafel probeert te brengen, niet. Binnen de moslimwereld broeit het, alle mogelijke tendenzen zijn aanwezig. Dat er veel gematigde stemmen zijn, gaat in het geroep verloren. Dat Turkije en Indonesië (het grootste moslimland) democratieën zijn, wordt te vaak vergeten. Cultureel bepaalde en religieuze uitingen worden op een hoop gegooid.
Maar niets is onvermijdelijk. Enquête na enquête blijkt dat de bevolking in de landen die deel uitmaken van de Arabische Liga, snakt naar vrijheid en democratie, al zal dat niet voor honderd procent de westerse democratie zijn.
Uit een wereldwijde enquête van de BBC van 19 februari blijkt dat een ruime meerderheid van de wereldbevolking niet gelooft dat er een 'botsing der beschavingen' zit aan te komen, tegenover een kwart dat zoiets onafwendbaar noemt. Bij een meerderheid leeft het besef dat spanningen tussen de moslimwereld en het Westen gevoed worden door politieke machtsspelletjes en belangen.
Wat is er nodig? Mensen met moed. Politici en intellectuelen in de Arabische wereld die beslissen de gesloten systemen open te wrikken, vrouwen gelijke rechten te geven, massaal te investeren in het onderwijs, de media vrij te laten werken.
Politici in het Westen die op een subtiele manier de hervormingsgezinde krachten steunen en versterken, en autoritaire regimes weten te isoleren en te verzwakken.
Politici van beide kanten die de contouren van een oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict (voor veel moslims hét symbool van de dubbelzinnige westerse politiek) durven te vertalen in een vredesakkoord. ,,Het onopgeloste conflict tussen Israël en zijn buren heeft de cultuur van vernedering (binnen de Arabische en moslimwereld, red.) helpen veranderen in een cultuur van haat'', schreef Moïsi.
En om de clichés te overstijgen, is er ook nood aan meer dialoog - zonder taboes - tussen de religies en de culturen. En aan kennis over elkaar, om die dialoog te kunnen voeren.
DS, 05-03-2007
Het Westen en de islamwereld lijken alleen nog in termen van clichés te kunnen denken over elkaar. In enkele jaren tijd is het wederzijdse onbegrip groter geworden.
EEN anekdote om te beginnen. Voor de Nederlandse journalist Joris Luyendijk in 1998 naar het Midden-Oosten werd gestuurd als correspondent, werd er stevig vergaderd op de redactie van de Volkskrant. Was dat wel nodig?
,,Eind jaren negentig was er bijna niemand bang voor de islam en het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen leek richting een eindregeling te strompelen. Als daar eenmaal vrede was, zouden de Arabieren met de rest van de mensheid op de trein van de democratie stappen'', schrijft Luyendijk in Het zijn net mensen, waarin hij de westerse berichtgeving over het Midden-Oosten onder de loep neemt.
Drie jaar later volgden de aanslagen van 9/11. En volgden de reacties van de Verenigde Staten en hun bondgenoten in Afghanistan in 2001 en - vooral - Irak in 2003. Er vonden terreuraanslagen plaats in Londen, in Madrid, in Casablanca, op Bali.
Bij Amerikanen en Europeanen sloeg de angst voor het moslimterrorisme toe: wie tot dit soort blinde wreedheden in staat is, is tot alles in staat. Extremistische politici in Europa speelden handig in op die gevoelens. Gebeurtenissen in het Midden-Oosten, waar een minderheid van de moslimbevolking woont, golden plots voor 1,3 miljard moslims.
,,Veel mensen schrijven aan alle moslims toe wat sommigen van hen doen, vooral als het extremisme of onverdraagzaamheid of geweld betreft'', schrijft de jezuïet Christiaan van Nispen tot Sevenaer, die al decennia in Egypte werkt aan de dialoog tussen christenen en moslims, in zijn boek Christenen en moslims. Confrontatie of dialoog?
De moslimwereld, die sinds zijn neergang op het einde van de achttiende eeuw een uitgesproken voorkeur heeft voor de slachtofferrol, onthield dat Bush (één keer) over ,,de kruistocht tegen het terrorisme'' gesproken had en ging het Westen opnieuw identificeren met het christendom. De voorspelde democratie in Irak draaide uit op een sectaire oorlog; in Palestina betaalde de bevolking de rekening omdat de verkeerde partij de vrije verkiezingen won.
Nog een keertje Van Nispen tot Sevenaer: ,,In de moslimwereld heeft men de indruk dat het Westen in het algemeen, en Amerika in het bijzonder, een vijand nodig heeft. Lange tijd was dat de communistische wereld. Nu deze vijand is uitgeschakeld, is de islam tot vijand uitverkoren.''
In een opgemerkt opiniestuk merkte de Franse politoloog Dominique Moïsi eind vorig jaar op: ,,In plaats van over een botsing der beschavingen te spreken, zou het correcter zijn om te spreken over een 'botsing van emoties'.''
De rellen rond de Deense cartoons over de profeet Mohammed en een toespraak van paus Benedictus XVI hebben aangetoond hoe gespannen de zenuwen staan. De frustratie in de moslimwereld is groot. Ze verraadt een pijnlijk besef van een economische en culturele achterstand ten opzichte van het (zo vaak vermaledijde, zo vaak bewonderde) Westen.
Als reactie is er een tendens om het antwoord te zoeken bij de fundamenten van de islam, wat weinig perspectief biedt in een tijd van globalisering. Het geseculariseerde en democratische Europa kijkt er vol onbegrip naar.
De tijd is rijp voor de clichés. Wie moord en brand schreeuwt, komt in de media; wie mensen rond de tafel probeert te brengen, niet. Binnen de moslimwereld broeit het, alle mogelijke tendenzen zijn aanwezig. Dat er veel gematigde stemmen zijn, gaat in het geroep verloren. Dat Turkije en Indonesië (het grootste moslimland) democratieën zijn, wordt te vaak vergeten. Cultureel bepaalde en religieuze uitingen worden op een hoop gegooid.
Maar niets is onvermijdelijk. Enquête na enquête blijkt dat de bevolking in de landen die deel uitmaken van de Arabische Liga, snakt naar vrijheid en democratie, al zal dat niet voor honderd procent de westerse democratie zijn.
Uit een wereldwijde enquête van de BBC van 19 februari blijkt dat een ruime meerderheid van de wereldbevolking niet gelooft dat er een 'botsing der beschavingen' zit aan te komen, tegenover een kwart dat zoiets onafwendbaar noemt. Bij een meerderheid leeft het besef dat spanningen tussen de moslimwereld en het Westen gevoed worden door politieke machtsspelletjes en belangen.
Wat is er nodig? Mensen met moed. Politici en intellectuelen in de Arabische wereld die beslissen de gesloten systemen open te wrikken, vrouwen gelijke rechten te geven, massaal te investeren in het onderwijs, de media vrij te laten werken.
Politici in het Westen die op een subtiele manier de hervormingsgezinde krachten steunen en versterken, en autoritaire regimes weten te isoleren en te verzwakken.
Politici van beide kanten die de contouren van een oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict (voor veel moslims hét symbool van de dubbelzinnige westerse politiek) durven te vertalen in een vredesakkoord. ,,Het onopgeloste conflict tussen Israël en zijn buren heeft de cultuur van vernedering (binnen de Arabische en moslimwereld, red.) helpen veranderen in een cultuur van haat'', schreef Moïsi.
En om de clichés te overstijgen, is er ook nood aan meer dialoog - zonder taboes - tussen de religies en de culturen. En aan kennis over elkaar, om die dialoog te kunnen voeren.
DS, 05-03-2007