PDA

Bekijk de volledige versie : Beeldvorming 'Media en Allochtonen'


Barst
5th March 2007, 15:52
Beeldvorming 'Media en Allochtonen'


Op 28 februari 2007 organiseerde het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding een forumdag om het onderzoek rond media en allochtonen voor te stellen. Bij de oprichting van het Centrum in 1993 lieten het Centrum en het AVBB samen een studie uitvoeren over de manier waarop de media informatie met betrekking tot migranten of personen van vreemde herkomst behandelen. Op basis hiervan werden aanbevelingen voor de media opgesteld, die hun kunnen helpen om correcter om te springen met informatie en berichtgeving over ‘allochtonen’.


De tijd is natuurlijk niet blijven stilstaan. We denken aan het terrorisme in New York, maar ook in Madrid, Londen, Bagdad, Casablanca, … De link tussen ‘allochtonen’ en criminaliteit lijkt gedurende de jaren 90 een normaliteit geworden. Veertien jaar na het vorige onderzoek, was het dan ook hoog tijd voor een vervolgonderzoek. De nieuwe onderzoeksopdracht werd toegewezen aan twee Belgische universitaire teams, voor de Nederlandstalige media werd de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent geëngageerd en voor de Franstalige pers het ‘Observatoire du Récit Médiatique’ van de Katholieke Universiteit Louvain-la-Neuve.


De inleiding

Officiële persmomenten gaan meestal gepaard met een kleine overdosis aan inleiders en andere belangrijke mensen die een woordje dienen plaatsen. Dat is in deze niet anders, de persvoorstelling wordt geopend door Eliane Deproost, Adjunct –Directrice van het Centrum, die zich de vraag stelt: “(…)of de media, als het gaat over allochtonen, de informatie op een andere manier behandelen dan nieuws over de rest van de Belgische bevolking”, tegelijkertijd waarschuwt ze voor simplistische antwoorden op deze vraag: “Voor het antwoord komt het er in de eerste plaats op aan om – ook hier- niet alles en iedereen over één kam te scheren en op te passen voor goedkope logica.” Daarom heeft het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding hierover een universitair onderzoek te laten uitvoeren.

Vervolgens is het de beurt aan minister Dupont en ook hij onderstreept het belang van media in onze samenleving en in het bijzonder in de relatie tussen verschillende ‘groepen’ in onze samenleving. Wat vaak de ‘publieke opinie’ genoemd wordt. “De relatie tussen media en samenleving is natuurlijk één van een wederzijdse beïnvloeding.(…) maar het vermogen van de media om het opinieklimaat, de perceptie, de voorstelling van de uitdagingen van het moment, de rangschikking van de problemen naar belangrijkheid, te beïnvloeden en het sociaal gedrag te sturen, verdient al onze aandacht”. De minister verwijst terecht naar de bekende slogan van Bernard Cohen, “die in wezen beweert dat hoewel de media ons niet zeggen wàt te denken, ze ons wel zeggen waarover we moeten denken.” Het is dan ook cruciaal dat hier aandacht naar gaat volgens de minister, immers: “Vivre la multiculturalité, construire une société concrètement interculturelle demande une prise de conscience collective, un changement des mentalités”.

Vervolgens mag Lieve Staes (CGKR), betrokken bij het eerste onderzoek, al een tipje van de sluier lichten met enkele opvallende en uiteenlopende voorbeelden van berichtgeving over ‘allochtonen’. Zo stond bij een artikel over terrorisme een foto van een vrouw met een hoofddoek. Iedereen herinnert zich natuurlijk de collectieve misstappen van onze media in de zaak Van Holsbeeck. Tevens wijst ze op verschillende voorbeelden die criminaliteit linken met allochtoon. Dit is niet het enige nieuws, mevrouw Staes wijst ook op twee positieve voorbeelden: naar aanleiding van de ziekenhuisopname van Koningin Paola interviewt men op het tv-nieuws een fan die bloemen komt brengen. De dame is van allochtone origine, draagt een hoofddoek en vertelt trots dat ze fan van het koningshuis is. Of nog, in een interview over nieuwe tarieven voor een doktersbezoek wordt een allochtone arts aan het woord gelaten met commentaar over deze evolutie.


Het onderzoek

Voordat Prof. Dr. Frieda Saeys de resultaten van het onderzoek toelicht, wenst ze een woordje uitleg geven over de context en de methodologie van het onderzoek. Een belangrijke peiler van het onderzoek is de systematiek, voorbeelden zoals Lieve Staes die oplijst, zijn natuurlijk zeer interessant, maar de vraag blijft volgens Saeys in hoeverre dergelijke zaken systematisch voorkomen. Ze licht al een tipje van de sluier, uit het onderzoek blijkt onder andere dat het een uitzondering is dat ‘allochtonen’ spreken over thema’s die niet met ‘allochtonen’ van doen hebben.

Het onderzoek bestaat in eerste instantie uit een kwantitatieve analyse en pas in tweede instantie een kwalitatieve analyse. De opzet van dit onderzoek is vergelijkbaar met het eerste onderzoek uit 1993, uitgezonderd enkele aanpassingen die opgedrongen worden door een veranderende context. De focus lag op berichtgeving waarin men het heeft over ‘allochtonen’ en zowel de schrijvende als de beeldende werden onderzocht, met een focus op het binnenlands nieuws. Er werd dus geen aandacht besteed aan het buitenlands nieuws of de sport. Dit zijn de grenzen waarbinnen het onderzoek dient beoordeeld te worden.


Enkele resultaten voor Vlaanderen

Kijken we naar het onderwerp, de context van de nieuwsberichtgeving waarin allochtonen figureren, dan besluiten de onderzoekers dat allochtonen vooral aan bod komen in de kranten met als onderwerpen: ‘politiek-politieke partijen (29,2%)’, ‘misdaad en controle (18,8%), ‘justitie en rechtszaak (17,9%)’, ‘politiek – government (8,4%)’. Tegenover 1993 is er in de procentuele achteruitgang wat betreft het onderwerp misdaad en controle, in absolute cijfers is er echter geen verschil. Er worden met andere nog evenveel artikels gepubliceerd over allochtonen en misdaad, er wordt gewoon meer geschreven over allochtonen tout court.

Allochtonen komen in het nieuws dikwijls aan bod in verband met specifieke thema’s die op één of andere manier gelinkt zijn met het “allochtoon-zijn”. Thema’s zoals gelijke kansen racisme, religie, asielproblematiek. Allochtone dokters die spreken over geneeskunde zijn dus een uitzondering. Expliciete wij/zij tegenstellingen, waarin allochtonen vergeleken worden met autochtonen komen in de krantenartikels weinig aan bod. Het aspect waarop allochtonen het meest, expliciet wel te verstaan, vergeleken worden is op het vlak van ‘religie’.

Uit het onderzoek blijkt daarenboven dat de nationaliteit bij groepen vooral vermeld wordt in artikels omtrent ‘misdaad en controle’ en ‘justitie en rechtszaak’. 36,7% van de berichtgeving over ‘allochtonen’ was gewijd aan misdaadnieuws, waarbij in 81% van de gevallen de ‘allochtoon’ een dader is. De personen die zelf aan het woord komen in de categorie misdaadnieuws zijn dan weer vooral autochtonen, vaak als expert.

Ook in de beeldende pers lijken deze grote lijnen te bestaan al zijn er wel verschuivingen. Zo komen allochtonen meer aan bod bij onderwerpen als ‘justitie en rechtszaak (30,2%)’ en dan pas ‘misdaad en controle’ met 17%. De beeldende media verwijzen ook meer naar de origine dan naar de religie dan de schrijvende pers. Net zoals bij de kranten wordt ook op televisie in het misdaadnieuws voornamelijk gesproken over allochtone daders door autochtone deskundigen.

Duidelijk werd ook dat er weinig allochtone journalisten herkenbaar waren, het televisienieuws telt 4 allochtone journalisten. De meest gebruikte concepten zijn allochtonen, vreemdeling, migrant, vluchteling en asielzoeker. Deze termen hebben geen inherent negatieve connotatie, maar in de samenstellingen met deze woorden komt die negatieve connotatie boven, zoals bij moslimterrorisme, een stroom asielzoekers, migrantenproblematiek. Dit onderzoek is gebaseerd op een voornamelijk kwantitatieve benadering, Prof. Frieda Saeys hield dan ook een warm pleidooi voor meer kwalitatief onderzoek.

De verschillen tussen de Vlaamse media en de pers in Wallonië lijken minimaal te zijn. Vooreerst valt op dat de verschillende media in het noorden en het zuiden van het land dezelfde aandacht tonen voor de thematiek in verband met de allochtone bevolking, wat mede te verklaren is door de nationale weerslag van dergelijke thema’s. In Vlaanderen zijn de drie belangrijkste onderwerpscategorieën in dalende orde: ‘politieke partijen’, ‘criminaliteit’ en ‘controles en justitie’ en rechtszaken. In Franstalig België zijn dat ‘Justitie en rechtszaken’, ‘entertainment, kunst, cultuur en media’ en ‘Politieke Partijen’. Dit is meteen ook het grootste verschil tussen beide delen van ons land, in de Franstalige media verschijnt de cultuursector in beeld, terwijl die in Vlaanderen nagenoeg afwezig was.


De reactie van de journalistenbond op het onderzoek

Het onderzoek is slechts een eerste stap, belangrijker echter is de vraag wat de journalistieke wereld met dit onderzoek en de aanbevelingen zal aanvangen. Pol Deltour nam het woord: “het is onze rol om deze zaken praktisch te implementeren.” Hij ontwaart drie hoofdopdrachten:

*de aanbevelingen uit 94: wat blijft daar van over?
*Het lexicon herbekijken van 94
*Inventaris van aanspreekpunten

De journalistenbond (AVBB) heeft, volgens Deltour al enkele aanbevelingen overlopen in een werkgroep waarin onder andere het Centrum vertegenwoordigd is. In één adem stelt Deltour nogmaals vast dat ook dit het werk van lange adem is/zal zijn. Een eerste vaststelling kon hij alvast wel kwijt na een zeer snelle reflectie, de aanbevelingen zijn te negatief, vertrekken volgens hem vanuit een te negatieve context. Er was een sfeer van er zijn fouten, hoe kunnen we dat te vermijden. Een tweede vaststelling is dat de AVBB van mening is dat ze een fout gemaakt hebben in de onderzoeksopdracht door sport en cultuur niet te laten analyseren. Pol Deltour is van mening dat in de sport er een veel positiever berichtgeving is. Denken we maar aan Boussafa.

“De voornaamste conclusie is dat allochtonen te vaak in negatieve thematieken aan bod.” De grote vraag is natuurlijk, hoe zal de vereniging nu omgaan met dit nieuwe onderzoek en de nieuwe aanbevelingen. Pol Deltour: “Het is voor ons als journalistenvereniging niet evident om dit naar voor te schuiven. Redacties staan immers op hun (terecht) onafhankelijkheid.” De vraag was dan, kunnen we daar niet tegen in gaan op een positieve manier. “Belicht ook de positieve aspecten van de multiculturele samenleving, breng allochtonen niet alleen in beeld in negatieve of allochtone thema’s aan bod.” Een bericht is echter niet af als het geschreven is, de rol van eindredactie is zeer belangrijk, zij moeten mee in het bad. Zoniet staat de journalist naakt ten aanzien van die uitdaging.

Deltour belicht enkele aanbevelingen: “Bericht in alle diversiteit over allochtone thema’s, belicht ook de diversiteit binnen de allochtonen, er is geen ‘de allochtoon’, ‘de Pool’ ook niet. Er is dus aandacht nodig voor de diversiteit en voor de diversiteit binnen de diversiteit.” Hoe gaan we dan om met nationaliteit, etnische afkomst, cultuur, … Volgens de aanbevelingen vermelden we dit als en enkel als dit relevant is. Pol Deltour vraagt zich echter af, wanneer is iets relevant? Wat is het nut om het te vermelden waar iemand geboren is? Hij houdt het pleidooi om het altijd te vermelden; immers als je niet vermeldt, dan betekent dit dat ook in positieve situatie men vaak niet kan verwijzen naar de roots van iemand. Persoonlijk denkt hij dat het nuttig is om het altijd te vermelden.


Een eerste stap, maar nog een lange weg te gaan

Het Centrum vat enkele aandachtspunten samen van de ganse voormiddag. De ‘aanbevelingen voor de berichtgeving over allochtonen’ dateren van 1994, en waren het resultaat van het eerste onderzoek over beeldvorming over allochtonen in de media dat in 1993 door de UGent uitgevoerd werd. Deze aanbevelingen moeten ook uitgebreid worden verspreid, en getoetst aan de journalistieke praktijken op de redactievloer. Uiteraard worden ze ook nog afgetoetst met organisaties van allochtonen

Uit de discussies bleek ook de noodzaak van een uitgebreide terminologielijst over allochtonen. Het Centrum heeft dan ook al een begin van een woordenlijst op haar website www.diversiteit.be geplaatst, met de bedoeling dit nog verder uit te werken. Deze woordenlijst kan een handige tool zijn voor de journalisten die rond de thema’s werken.

Er is nood aan meer kleur in de media; hiervoor zou een ‘inventaris met allochtone contactpersonen’, een actualisering van wat er in 1994 uitgegeven werd, een stap in de goede richting zijn. Daarnaast roept de journalistenvereniging de allochtonen en hun verenigingen zelf op om nog actiever werk te maken van hun persrelaties en zelf impulsen naar de journalisten toe te geven. Meer allochtone journalisten in alle redacties zou ook goede resultaten geven.


Kifkif.be (Ico Maly), 01-03-2007