PDA

Bekijk de volledige versie : Lentemanifest: meer Vlaanderen en meer Wallonië


Barst
26th February 2007, 14:14
Lentemanifest wil af van dotaties


Ruim honderd Vlaamse prominenten eisen verregaande financiële autonomie voor de deelstaten.


Meer dan honderd Vlaamse prominenten, van allerlei kleuren en gezindten, publiceren vandaag in De Standaard een manifest waarin ze pleiten voor een zeer verregaande financiële autonomie voor de deelstaten.

Die moeten na de staatshervorming niet alleen de nieuwe uitgaven voor de nieuwe bevoegdheden zelf financieren, maar al hun uitgaven, zo vinden de ondertekenaars.

Dat betekent dat de deelstaten de belastinginning grotendeels moeten overnemen: de personenbelasting en een deel van de vennootschapsbelasting. Het manifest zegt dat dit nodig is om consumptiefederalisme te doorbreken: de deelstaten die geld kunnen uitgeven zonder er tegenover kiezers en belastingbetalers echt verantwoording over af te leggen.

Dat voorstel houdt ook in dat de transfers (ongeveer 6 miljard euro per jaar) die nu vooral via verdoken federale mechanismen verlopen, dan open en bloot moeten gebeuren.

De ondertekenaars van het manifest zijn kritisch over de afgelopen acht regeringsjaren. Niet enkel omdat er op het vlak van de staatshervorming weinig gerealiseerd is. Ook het gevoerde beleid op andere domeinen wordt onder de loep genomen: de rentemeevallers zijn niet voldoende gebruikt om de schuld af te bouwen, er is een sluipende privatisering van de sociale zekerheid, de actieve welvaartsstaat is niet van de grond gekomen. En het chaotisch institutionele kader kan geen soelaas bieden aan de verschillende behoeften en voorkeuren van de deelstaten.

Een staatshervorming uit de oude doos - zoals de overheveling van het werkgelegenheidsbeleid - is niet meer voldoende. De deelstaten moeten ook de volledige verantwoordelijkheid krijgen voor het wetenschappelijk onderzoek, de gezondheidszorg, het gezinsbeleid, het arbeidsmarktbeleid en de loononderhandelingen, de werkloosheidsuitkeringen, het veiligheidsbeleid en de organisatie van de rechtsbedeling.


DS, 25-02-2007 (Guy Tegenbos)

Barst
26th February 2007, 14:17
Is het einde van de winter in zicht?


,,Wat voorop staat in een nieuwe staatshervorming is de verwezenlijking van echte financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten.'' Een nieuwe, ingrijpende staatshervorming is onontbeerlijk volgens meer dan honderd prominenten uit uiteenlopende sectoren. ,,Meer Vlaanderen en meer Wallonië om tot een beter Vlaanderen en beter Wallonië te komen.''


HET is nog winter, in menig opzicht. Alvast een goede reden om te verwijzen naar de voorgaande Lentemanifesten (DS 2 april 2004 en 13 april 2006) over ,,Een beter Vlaanderen door meer Vlaanderen''. Daarin komen wij op voor een beter beleid voor een solidaire samenleving, door grotere responsabilisering op het gepaste niveau en dus voor overdracht van bevoegdheden en sociaal-economische hefbomen naar Vlaanderen.

De globalisering, het multicultureel samenleven, de vergrijzing, de milieu- en veiligheidsproblematiek, het energievraagstuk, de kenniskloof, de vereenzaming, het zinverlies bij zovelen zijn ingrijpende uitdagingen voor ons allen. Daarbij komt nog dat de vormende, verbindende en (waarde)dragende rol van belangrijke maatschappelijke instituties zoals het gezin, het onderwijs en het verenigingsleven onder druk is komen te staan. Meer dan ooit moeten we ons inzetten voor een zorgzame én verantwoordelijke samenleving.

Er is nog een hele weg af te leggen. De rentemeevallers van de afgelopen jaren zijn niet voldoende geïnvesteerd in een versnelde afbouw van de overheidsschuld maar in een expansief budgettair beleid. De geboden dekking in de wettelijke pensioenen en de ziekteverzekering is er niet echt groter op geworden. Er is de sluipende privatisering van de sociale zekerheid. Het aantal mensen dat in armoede leeft is nog toegenomen. De 'actieve welvaartsstaat' is nog niet echt van de grond gekomen. Intussen blijft de 'Belgische' arbeidsmarkt chronisch ziek. De werkgelegenheidsgraad van jongeren, vooral in Brussel en Wallonië, net als die van oudere werknemers en allochtonen, ook in Vlaanderen, ligt ver onder het Europees gemiddelde. Sowieso scoren we heel slecht inzake de werkgelegenheidsgraad van lager gekwalificeerden. Van de Europese norm van 3 procent van het BBP voor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling kan België alleen maar dromen.

Een langetermijnstrategie realiseren om de welvaart echt te activeren en ten dienste te stellen van meer welzijn, is hoogstnodig. Het is onze overtuiging dat het bestaande chaotische institutionele kader daarvoor geen soelaas kan bieden. Een nieuwe ingrijpende staatshervorming is daarom onontbeerlijk, om (1) tegemoet te komen aan de grote verschillen, ook in overtuigingen, voorkeuren en beleidsopties, tussen het noorden en het zuiden van het land, en ook om (2) te breken met het consumptiefederalisme zodat alle gewesten en gemeenschappen eindelijk voor hun financiële verantwoordelijkheid worden geplaatst.


Subsidiariteit

Verschillen in overtuigingen en beleidsvoorkeuren hebben op heel wat beleidsdomeinen tot blokkeringen of inefficiënte maatregelen geleid. We dienen al te vaak aan de deelstaten eenzelfde medicijn toe voor totaal verschillende ziekten. Slechts een greep uit de talloze voorbeelden. De werkloosheidsgraad bedraagt 5, 2 procent voor Vlaanderen, 11, 8 procent voor Wallonië en 17, 7 procent voor Brussel (Nat. Bank). We hebben nood aan een wijze sociale zekerheid die het arbeidsethos niet ondermijnt en ook voldoende steun geeft in geval van werkloosheid of bij een maatschappelijk verantwoorde loopbaanonderbreking. Maar een consensus daarover binnen de Belgische context was in het verleden niet mogelijk en is het wellicht ook niet in de toekomst.

In de gezondheidszorg ziet Vlaanderen de huisarts als spilfiguur van de gezondheidszorg terwijl Franstalig België een excessief beroep doet op ziekenhuis- en technische prestaties. De ingewijden in de gezondheidszorg kennen de regionale verschillen in uitgaven voor dezelfde medische prestaties maar al te goed. Lucide en moedige keuzes inzake prioriteiten om de budgettaire kosten van de gezondheidszorg beheersbaar te houden, werden dan ook niet gemaakt. Vlaanderen zweert bij de social-profitsector, Wallonië valt vlot terug op zuivere overheidsdienstverlening. Ook wat politieke democratie betreft zijn de verschillen opvallend. Het verschil in welvaartscreatie tussen de regio's is ontstellend groot. Dat vertaalt zich onder meer in een twintigste plaats voor België in de competitiviteitsranking van het 'Wereld Economisch Forum', terwijl Vlaanderen zich in de top vijf nestelt. Als Wallonië gelden besteedt vanuit Europese - en Belgische - solidariteit moet dat gebeuren in transparantie.

De kloof tussen Vlaanderen en Wallonië is dus meer dan een taalkloof. Vlaanderen en Wallonië groeien steeds verder van elkaar weg. Met zo'n gegeven is meer dan waar ook een consequente toepassing van het bestuursbeginsel van de subsidiariteit aangewezen - een beginsel dat ook de EU essentieel acht. De bevoegdheden komen best op het niveau waar ze het meest efficiënt kunnen worden uitgeoefend, met inbegrip van de EU.


Fiscaal en sociaal federalisme

De verantwoordelijkheid voor de deelstaten moet niet alleen spelen op het vlak van de uitgaven maar evenzeer op het vlak van de inkomsten. De opeenvolgende staatshervormingen, Lambermont incluis, huldigden telkens weer het principe van financiering op basis van dotaties. Het gevolg is dan ook dat de deelstaten veel te weinig financieel verantwoordelijk zijn voor hun inkomsten. Zo wordt de Vlaamse begroting voor maar liefst 80 procent gefinancierd uit dotaties van de federale overheid. De steden en gemeenten in Vlaanderen daarentegen financieren zich vandaag al voor meer dan de helft met eigen middelen.

Het gebrek aan financiële verantwoordelijkheid zet de deelstaten niet aan tot een optimaal begrotingsbeleid. Omdat de federale overheid nu grotendeels meefinanciert, wordt de kostenstructuur van de deelstaat vertekend. Onvoldoende eigen inkomsten zorgen ook voor een gebrek aan democratische legitimiteit. De deelstaten moeten zich nu niet verantwoorden tegenover het kiezerskorps voor een belangrijk deel van hun inkomsten. In grote mate geldt nu het perverse devies van 'representation without taxation' .

Een staatshervorming uit de oude doos, zoals een overheveling van het werkgelegenheidsbeleid naar de deelstaten met bijhorende dotaties, volstaat dan ook niet. Wat voorop staat in een nieuwe staatshervorming is de verwezenlijking van echte financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten. Door fiscale autonomie moeten zij verantwoording afleggen tegenover hun eigen burgers. Dat zal het bestuur beter bij de les houden. Dat zal leiden tot minder verspilling van overheidsmiddelen. Die middelen kunnen we best gebruiken voor dringende noden zoals het wegwerken van de armoede, de opvang van hulpbehoevenden, de betaalbaarheid van pensioenen en gezondheidszorg, investeringen in innovatief onderzoek. De deelstaten krijgen ten slotte een prikkel om in de belastbare basis(sen) te investeren want ze plukken mee de vruchten van hun beleid.

Fiscaal federalisme is dus een noodzaak. Het mag de efficiëntie en rechtvaardigheid van het belastingsysteem niet schaden. Voor die fiscale autonomie moet de federale overheid ruimte vrijmaken in de inkomstenbelasting. De deelstaten moeten immers eigen personenbelastingen kunnen heffen. Ook in de vennootschapsbelasting is een dubbele tariefstructuur aangewezen, met tarieven van de deelstaten die binnen een bepaalde bandbreedte kunnen variëren. Op die manier kunnen deelstaten ook komaf maken met het minder efficiënte substituut van subsidies aan ondernemingen.

De toegenomen fiscale autonomie dient niet alleen om nieuwe maar ook de bestaande bevoegdheden te financieren, dus via de vervanging van huidige dotaties.

Fiscaal federalisme impliceert ook geldtransfers van de rijkere naar de armere deelstaten. Wij pleiten terzake voor een transparant en voorspelbaar systeem. Die herverdeling gebeurt volledig buiten de federale begroting en blijft beperkt tot directe horizontale betalingen tussen de deelstaten. Die transfers corrigeren gedeeltelijk verschillen in belastbare inkomsten (en tijdelijk eventueel een duidelijk bewezen objectief verschil in sociale risico's). De deelstaten moeten immers nog voldoende prikkels hebben om te investeren in eigen belastingcapaciteit en binnen een redelijke termijn de eventuele economische achterstand in te halen waardoor transfers overbodig worden.

De voorgestelde hervormingen zullen 'Vlaanderen in actie' sterk bevorderen. Ze zullen geenszins leiden tot een verarming van Wallonië. Integendeel. Want als noodzakelijke impuls voor de wederopbouw van die deelstaat zullen de voorgestelde hervormingen ervoor zorgen dat het Marshallplan geen dode letter blijft. Het werkgelegenheidsprobleem in Wallonië (en de daaruit voortvloeiende transfer van Vlaanderen naar Wallonië) zal trouwens niet automatisch verdwijnen als gevolg van de vergrijzing.

We moeten komen tot een volwassen sociaal federalisme met evenwicht tussen verantwoordelijkheid en solidariteit en samenwerking ten dienste van het algemeen belang. En elke verantwoordelijke gemeenschap en regio moet zich daar intens op voorbereiden.

Brussel als multiculturele stad en hoofdstad van Europa heeft alle mogelijkheden voor een grote toekomst. Niet de grenzen van Brussel maar wel de interne bestuursgrenzen zijn contraproductief. Ook krijgen de gemeenschappen er best de eindverantwoordelijkheid voor persoonsgebonden bevoegdheden zoals gezondheidszorg en ook werkgelegenheid, die ze best samen uitbouwen. (Daarbij staan, desgevallend, de Vlaamse sociale regelingen, zoals de zorgverzekering vandaag, open voor al wie in het Brussels Gewest woont.)


Moed opbrengen

Zoals reeds betoogd in onze voorgaande Lentemanifesten, betekent een nieuwe staatshervorming voor ons concreet het realiseren van de volgende tien punten: een defederalisering - met vorming van homogene bevoegdheidspakketten - van het wetenschappelijk onderzoek, de gezondheidszorg, het gezinsbeleid, het arbeidsmarktbeleid met de loononderhandelingen, de werkloosheidsuitkeringen, het veiligheidsbeleid en de organisatie van de rechtsbedeling. Daaraan moet logischer wijze meer fiscale autonomie in de personen- en vennootschapsbelasting net als een transparant systeem van transfers worden gekoppeld. Voor Brussel moet een aangepast statuut worden uitgewerkt waarin een belangrijke aansturing door de deelstaten, liefst tezamen, wordt voorzien.

Om die institutionele veranderingen mogelijk te maken, is het in de eerste plaats nodig een aantal artikelen uit de grondwet voor herziening vatbaar te verklaren. Daarbij moet er ook aandacht gaan naar het wegwerken van anomalieën in de huidige bevoegdheidsverdeling (zoals de leerplicht) en van de onvoldoende betrokkenheid van de deelstaten bij het energiebeleid en de transport- en telecomnetwerken.

De Vlaamse politieke partijen moeten de moed opbrengen het regeerakkoord van de volgende federale regering niet te ondertekenen wanneer onvoldoende van die voorgestelde hervormingen worden gerealiseerd. Akkoorden worden best daarop afgetoetst.

Ons geduld is door het immobilisme in de voorbije periode verdampt. Meer Vlaanderen - meer Wallonië - is meer dan ooit nodig om tot beter Vlaanderen - beter Wallonië - te komen. Een status-quo of een ontoereikende staatshervorming is daarentegen de snelste weg naar een scheiding.


Ludo Abicht, Koen Algoed, Ina Anthonis, Peter Frans Anthonissen, Albert Baert, Frank Baert, Luc Baert, Raoul Bauer, Roger Blanpain, Antoon Boon, Roger Bouillon, Yvan Bruynseraede, Herman Candries, Flora Carrijn, Guido Celen, Richard Celis, Urbain Claeys, Norbert D'hulst, Jos Daniëls, Marc De Clercq, Jan De Groof, William De Groote, Guido De Keersmaecker, An De Moor, Johan De Muynck, Luc De Schepper, Mark Debrock, Peter Degadt, Luc Delanghe, Luc Delbeke, Maria Desmet, Jozef Devreese, A. Diegenant, Marcel Dierckx, Antoon Dieusaert, Roger Dillemans, Karel Dobbelaere, Wilfried Dumon, Willy Duron, Frank Fleerackers, Dirk Fransaer, Ludo Froyen, Koen Geens, Marina Goris, Frans Gullentops, Georges Heeren, Dirk Heremans, Bernard Himpens, Noël Huygelier, Marie-Christine Janssens, Ria Janvier, Frank Judo, Dirk Lahaye, Emiel Lamberts, Godfried Lannoo, Vaast Leysen, Luc Luyten, Bart Maddens, Katlijn Malfliet, Harry Martens, Herman-Emiel Mertens, Philippe Michiels, Philippe Muyters, Vic Nachtergaele, Jef Nuttin, Peter Peene, Jan Peers, Theo Peeters, Guido Peleman, Danny Pieters, Eric Ponette, Karel Rimanque, Wilfried Rombauts, Jef Roos, Tine Ruyschaert, Luc Santens, Michael Scheck, Paul Schoukens, Annick Schramme, Jeroen Sleurs, Jaak Stokx, Matthias Storme, Robert Stouthuysen, Karel Tavernier, Karel Uyttersprot, André Van Assche, Norbert Van Belle, Piet Van Den Abeele, Herman Van Der Wee, Hendrik Van Gorp, Frans Van Nieuwenhove, Paul Van Orshoven, Carlos Van Peteghem, Josse Van Steenberge, Hugo Vandamme, Jan Vandennieuwenhuijzen, Jos Vandeputte, Urbain Vandeurzen, Luc Vanquickenborne, Ludo Verhoeven, Herman Verresen, Willy Verstraete, Karel Vinck, Arthur Vleugels, Willy Winkelmans


DS, 25-02-2007