PDA

Bekijk de volledige versie : Islam(-isme)


Barst
12th February 2007, 23:27
Politieke islam, 9/11 & Jihad


Sami Zemni, docent aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Gent, is ook directeur van Centrum voor Islam in Europa en heeft net een nieuw, verhelderend boek geschreven: Politieke Islam, 9/11 en Jihad.


In Politieke Islam, 9/11 en Jihad tracht Sami Zemni een duidelijker beeld te schetsen van “de” Islam aan de hand van een analyse dat het dynamisme en de verschillende strekkingen binnen “de” Islam moet aantonen. Hij doet dit door de veelzijdigheid van verscheidene islami(s)tische bewegingen in verschillende Arabische/islamitische landen te verduidelijken en uiteen te zetten. Zijn boek is een aanklacht tegen het zwart-wit denken, hij nuanceert “de” Islam en plaatst ze in een context. Het boek bevat onder meer de logische verklaring dat het ontstaan van verschillende islami(s)tische bewegingen het gevolg waren van allerlei historische en maatschappelijke aspecten en dus niet zo eenzijdig zijn zoals men vaak denkt. Bovendien poogt hij aan te tonen dat de idee van “botsing der beschavingen” niet correct is en dat de problemen waarvan “de” Islam deel uitmaakt zoals geweld, conflicten en spanningen een van de vele gevolgen zijn van het globaliseringproces.


Met welk doel heeft u het boek geschreven?

Sami Zemni: Het boek is voornamelijk informatief bedoeld. Het is gebaseerd op jarenlang onderzoek en omvat in het bijzonder een historische diepgang om de ontstaansgeschiedenis van de islamitische bewegingen aan te tonen. Want in de koloniale periode ligt de basis voor de hedendaagse politiek in de Islamitische wereld en de problemen die daaraan verbonden zijn.


Waarom?

Sami Zemni: In de Westerse geschiedschrijving zijn de Middeleeuwen een periode waarin de islamitische beschaving een universele beschaving was. Het was de meest vooraanstaande en vooruitstrevende beschaving op cultureel wetenschappelijk gebied. De islamitische wereld is die vooraanstaande positie verloren tijdens de periode van de kolonisering. Uiteindelijk werd de gehele eigen geschiedenis, “een eigen zijn” , bijna uitsluitend in Westerse taal en concepten geschreven. Ze hebben leren kijken naar zichzelf doorheen de bril van de kolonisator.

Je ziet in de Arabische/ Islamitische wereld een poging om een soort van vergelijk te vinden tussen de Westerse concepten en hun eigen concepten. Dat gaat met vallen en opstaan. Het kan mooie voorbeelden met zich meebrengen, maar ook de meeste retrograde, conservatieve en archaïsche vormen van politiek zoals de Taliban.


Hebben de religieuzen in een poging om een vergelijk te vinden de ware islam herontdekt?

Sami Zemni: Neen. Omdat ik niet denk dat de heropleving van de islam zoveel met religiositeit te maken heeft. Het heeft veel meer met het culturele, identitaire en politiek te maken dan met het puur religieuze.

Het idee van een islamitische staat (daly islamyia) is een redelijke recente uitvinding. De Islamitische denkers die het toen hebben gebruikt bedoelden helemaal niet datgene wat de Islamisten daar vandaag mee bedoelen. In landen waar de islam de meerderheidsgodsdienst is, zullen de mensen die het meeste zullen vernieuwen altijd zeggen dat ze helemaal niet vernieuwen. Zij stellen terug te gaan terug naar de echte woorden, de echte islam, naar de wortels, de fundamenten. Maar dat is natuurlijk niet zo .Vandaar het idee van fundamentalisme. .


Welke rol speelt Rachid Ridha in deze zoektocht naar de fundamenten?

Sami Zemni: Ridha is een heel belangrijke denker geweest om verschillende redenen. De eerste reden is dat hij een hoogstaande positie had in Egypte op het einde van de 19de, begin van de 20ste eeuw. Hij was namelijk ‘Sheik El Azar’e, een soort directeur van Al Azar, één van de belangrijkste instituten van het islamitisch denken. Rachid Ridha probeerde als één van de eersten een synthese te maken tussen islam, religie en rationaliteit. Van hem is ook de uitspraak: “In Europa heb ik de islam gezien, maar geen moslims, en in Egypte moslims, maar geen islam. Hiermee bedoelt hij dat het steeds meer gaat over het systeem, en steeds minder de gelovige moslim op zich.


Een van zijn opvolgers Saïd Qutb, gaat nog een stap verder. Hij geeft andere betekenissen aan de woorden Jahili en Jihad.

Sami Zemni: Saïd Qutb is inderdaad belangrijk. Hij is de denker bij uitstek voor de soennitische wereld, iets minder voor de sjiitische wereld die hun eigen denkers hebben gehad zoals Ishariati en Khomeini. Qutb heeft een enorm grote invloed gehad op het moderne denken van islamisten, moslims die met politiek begaan zijn. Hij is een schakeldenker omdat hij vragen stelt in zijn boeken die tot op de dag van vandaag nog altijd voor alle groepen dienen, alleen zullen de antwoorden verschillen.

Er wordt in de islamitische wereld altijd een verschil gemaakt tussen de periode voor de islam (de Jahilya) en de periode van het licht, van de islam. Saïd Qutb zegt dat dat niet correct is. Volgens hem is elke maatschappij die niet wordt gereguleerd door Gods wil (de sharia) Jahilya. Dit opent natuurlijk de vraag naar het statuut van die heersers; zijn die dan nog moslims of niet? Zo begint het idee te ontstaan dat moslims zich stilaan moeten verzetten tegen deze goddeloze orde, tegen de Jahilya.

De vraag die zich toen stilaan opdrong was: zich verzetten, maar tegen wie concreet? Enkel en alleen de heerser? Of mogen we ons ook nog op andere mensen richten? Die vraag stelt zich op het einde van de jaren zestig en je ziet vanaf die periode de antwoorden diversifiëren. Er ontstaat een breuk tussen zij die voor een geweldloos verzet kiezen en zij die voor geweld opteren.


In Egypte neemt één van die groep, de Moslimbroederschap, (opgericht door Hassan Al Banna, een leerling van Rachid Ridha) ,een belangrijke beslissing.

Sami Zemni: Vanaf de jaren zeventig heeft de Moslimbroederschap duidelijk gesteld dat ze tegen geweld zijn. Het was een publiek geheim dat ze een akkoord afsloten met Sadat, de toenmalige president van Egypte. Het was de bedoeling dat de Moslimbroederschap meer macht zou krijgen op voorwaarde dat ze mee met de Egyptische regering tegen de gewelddadige groepen zouden ingaan. Ze hebben het ook gedaan, vandaar dat de Moslimbroerschap en de gewelddadige bewegingen steeds meer uit elkaar groeien.


Waarom heeft zich in Marokko, Tunesië of Algerije niet iets kunnen vormen als een Moslimbroederschap?

Sami Zemni: In een bepaald opzicht is dat wel gebeurd. De Moslimbroeders hebben zich verspreid over heel de Arabische wereld, niet zozeer omdat ze er zelf actief over aan het denken waren. Het was soms omgekeerd. Na de onafhankelijkheid van Marokko, Algerije en Tunesië heeft men beslist om het onderwijs te Arabiseren. Maar buiten Tunesië hadden ze daar niet goed over nagedacht. Het was eerder een politiek statement, want het onderwijs was nog altijd in het Frans.

Die beslissing betekende dus dat van het ene jaar op het andere alles in het Arabisch moest worden gedoceerd. Maar er waren geen leraars die dat konden. Dan werd Egypte gevraagd of ze geen leraars hadden. Natuurlijk hebben Nasser en zijn opvolgers de meer radicale elementen gewoon weggestuurd. Zo zie je dat de ideologie van de Moslimbroederschap zich begint te verspreiden in Noord-Afrika.


Is het niet opvallend dat vooral jongeren de basis vormen van die (Islamitische) bewegingen?

Sami Zemni: Vormden, in de verleden tijd. Het speerpunt in de jaren zeventig waren inderdaad de jongeren, de studenten. Sociologisch gezien weet men nog altijd niet 100% zeker wie dat juist waren. Men vermoed dat het grootste deel van de studenten over wie men spreekt studenten waren uit families die net naar de stad waren gekomen. Deze studenten zijn waarschijnlijk gepakt geweest door de snelle maatschappelijke omwentelingen en veranderingen, die het speerpunt hebben gevormd van die bewegingen. Die mensen zijn ook ouder aan het worden, men ziet dat ze nu eerder behoren tot het kamp van hervormers.


U geeft kritiek op de jongeren die nu actief zijn. U verwijt hen dat ze het verhaal van hun eigen beweging niet meer kennen.

Sami Zemni: Ik weet niet of dat ik die kritiek geef. Dat is misschien iets meer visie dan puur analyse, maar het is eigenlijk triestig gesteld met het nadenken over oplossingen. De oplossingen die nu naar voor komen, bij die meer geradicaliseerde, maar niet de politiek geradicaliseerde religieus conservatieve groepen, bieden geen antwoorden. Het is eigenlijk een gemakkelijkheidoplossing om in een soort van luchtbel te gaan leven. Ik heb daar geen boodschap aan. Dat is iets anders dan te zeggen dat ik daar kritiek op heb. Er zijn andere jongeren die wel proberen een uitweg te zoeken.

Als we bijvoorbeeld kijken naar wat er vorig jaar is gebeurd, de grote revoltes van de banlieues. Je moet het proberen te begrijpen. Je kan het in brand steken van scholen of van kindercrèches natuurlijk niet gaan toejuichen, maar toch is het heel begrijpelijk wat er gebeurd. De overheden hebben de wijken in Parijs laten verloederen, vooral door er alles er aan te doen opdat die jongeren worden uitgesloten. Combineer dat nog eens met feit dat door discriminatie en racisme net die groepen de laagste maatschappelijke klassen worden. Zij vormen het moderne lompenproletariaat. De kwestie van identiteit valt deze keer samen met de kwestie van het lompenproletariaat, wat een eeuw geleden veel minder het geval was. En dat maakt het ook zo moeilijk voor links. Dat is de reden waarom politiek links faalde en faalt om die groepen aan te spreken omdat ze niet begrijpen dat naast de kwestie van economische onderdrukking en marginalisatie daar een identitaire factor inzit.


Sami Zemni is als Professor verbonden aan de vakgroep Derde Wereld van de Universiteit Gent. Hij leidt er The Middle East and North Africa Research Group (MENARG), hij is directeur van het Centrum voor islam in Europa (UGent) en bestuurslid van Kif Kif.


Nieuwsbrief KifKif, 08-02-2007