PDA

Bekijk de volledige versie : Corporatocratie


Barst
8th February 2007, 22:48
Een hallucinant insiderrelaas

John Perkins. Confessions of an Economic Hitman. Uit. Berrett-Koehler Pub., 2004.


De titel ‘Economic Hit Man’ laat zich op twee manieren vertalen. Als ‘een persoon die economische successen behaalt’, of als ‘een persoon die contractuele moorden uitvoert’, naar analogie met het Engelstalige begrip ‘hit man’. De schrijver John Perkins koos dan ook een zeer toepasselijke titel voor een hallucinant insiderrelaas over zijn leven tussen de jaren 1970 en 1980 als royaal betaalde werknemer bij een belangrijk Amerikaans bedrijf genaamd MAIN. Dit bedrijf had zich gespecialiseerd in het uitvoeren van economische studies en het aanbieden van diensten aan grote klanten zoals regeringen (o.a. de Verenigde Staten (VS) en Saoedi-Arabië), internationale organisaties (o.a.Wereldbank, IMF) en multinationale bedrijven van Amerikaanse herkomst.


Naar eigen zeggen werd hij als pas afgestuurde economist gerekruteerd door de ‘National Security Council’, een schimmige overheidsorganisatie in de Verenigde Staten die tot doel heeft de Amerikaanse belangen in de wereld vooruit te helpen. Als ambitieuze jongeman trad hij zo toe tot een Amerikaanse elite die een gelijkaardig doel nastreefde: Amerikaanse heerschappij.

De auteur vat dit systeem van verschillende groepen die een samenlopend V.S.- en eigenbelang nastreefde onder de noemer ‘Corporatocracy’. In tegenstelling tot een democratie, waar de macht bij het volk komt te liggen, komt bij een Corporatocracy, de gecombineerde macht in de handen terecht van overheden, banken en bedrijven. De bedrijfswereld gaat op zoek naar grote contracten, de grote commerciële banken en de Wereldbank hebben leningen aan de man te brengen en de nationale overheden streven spectaculaire economische groeicijfers na. Samen beschikken ze over sterke middelen om deze belangen na te streven, van kennis en materiaal tot een gesofisticeerd leger.

De auteur legt er de nadruk op dat dit geen bewuste Amerikaanse samenzwering betreft, maar een samenvallen van een aantal eigenbelangen. Het wereldwijde economische kader waarin dit alles plaatsvindt, speelt de Corporatocracy uiteraard handig in de kaarten.

In de jaren 1970 was er nog geen sprake van volledig vrije markten wereldwijd. Hoe ging John Perkins voor MAIN en indirect als waterdrager van de Amerikaanse Corporatocracy dan te werk om regeringen te overtuigen hun deuren open te zetten, en van hun dure diensten gebruik te maken? John Perkins beschrijft twee soorten subtiele manieren. Eén voor arme landen, die nog niet mee waren in de vaart der volkeren en niet over grote economische wapens beschikten, bijvoorbeeld Indonesië. Een tweede systeem voor onderontwikkelde landen die wel een stok achter de deur hadden zoals Saoedi-Arabië (petroleum) of Panama (kanaal).

Beide systemen zijn in feite zeer simpel. John Perkins en MAIN overtuigenden regeringen van het belang van gigantische investeringen via opgepepte spectaculaire statistieken en econometrische hoogstandjes, soms via omkoping of zelfs seksuele diensten. Spectaculaire groeicijfers stonden in het vooruitzicht, als er maar voldoende geïnvesteerd werd in grootse infrastructuurwerken. Werken die vanzelfsprekend werden uitgevoerd door Amerikaanse bedrijven zoals MAIN, BECHTEL of HALLIBURTON. Het totale gebrek aan geld om te investeren en deze dure werken uit te voeren vormde geen enkel probleem. De leningen en intresten bij de Wereldbank en Amerikaanse commerciële banken worden zo weggewerkt, dankzij de spectaculaire groeicijfers. De geschiedenis heeft duidelijk gemaakt dat de spectaculaire groeicijfers echter achterwege bleven. Zo werden tal van landen gebonden door een gigantische schuldenberg. Deze schulden dienden de Corporatocracy tot hefboom om de markten verder open te breken, van exclusieve olie-exploitatie tot het installeren van permanente Amerikaanse legerbasissen.

Vanaf de jaren 1980 werd het werk voor de Corporatocracy gemakkelijker met de opkomst van het neoliberalisme en de accumulatie van de schulden. Na het startschot door de Amerikaanse president Reagan begint een wereldwijde liberalisering van de markten en privatisering van overheidsbedrijven en diensten. Hele bevolkingen worden collectief in de armoede gestort en dienen de multinationale bedrijven tot goedkope werkkrachten.

Landen die zelf over een belangrijk wapen beschikken zoals het olierijke Saoedi-Arabië slaagden er dankzij kartelvorming (OPEC) in, om de VS vele miljarden petrodollars af te snoepen, gezien haar olieafhankelijkheid en de prijsstijgingen na opeenvolgende oliecrises. Ook hierop vond de VS Corporatocracy een goed antwoord. Er werd een groots systeem opgezet (in samenwerking met de Amerikaanse overheid) dat een geldcarrousel in gang zette die miljarden oliedollars terugvoerden naar de VS. John Perkins en kompanen wisten Saoedi-Arabië ervan te overtuigen om te investeren in gigantische infrastructuurwerken, werken die ze gemakkelijk konden financieren dankzij een onuitputtelijke stroom aan olie-inkomsten, een natte droom voor de bedrijfswereld. Zo werd Saoedi-Arabië op een mum van tijd gemoderniseerd en voorzien voor miljarden aan hoogtechnologisch militair materieel. Op die manier ook geraakten de Amerikaanse en Saoedische economische belangen gestroomlijnd en werden ze structureel gebonden. Het Saoedische koningshuis werd door de VS in het zadel gehouden. Op zijn beurt kon ook de Bush-dynastie in het Witte Huis de lakens blijven uitdelen. De betrokkenheid van het Saoedische koningshuis in de aanslagen op 11 september 2001 bracht hier geen verandering in.

Het eenvoudige systeem van investeringen, leningen en schulden plaatst John perkins onder de subtiele systemen om tot Amerikaanse dominantie te komen. Subtiel, want uitgevoerd door mannen in zakenpak: de economic hit men. Maar zijn lezing van de recente geschiedenis brengt op overtuigende wijze ook nog twee brutalere systemen aan het licht om de Amerikaanse dominantie te versterken.

Een brutaler manier is het uitsturen van ‘de jakhalzen’, de hit men. CIA-agenten die in opdracht van de Amerikaanse overheid onwillige actoren uitschakelen. Bijvoorbeeld de dood van de Panamese president Omar Torrijos in 1981 (zijn privé-vliegtuigje ontplofte) die o.a. het Panamakanaal wou nationaliseren. Een halsslagader van de VS-economie die al jaren de facto in handen was van de VS en haar daar gelegerde soldaten. Of de door de CIA-agent Kermit Roosevelt in 1953 georkestreerde exit van de Iraanse premier Mossadeq, die het aangedurfd had de olie-industrie te nationaliseren.

Onder de noemer ‘nog ietsje brutaler’ valt het inzetten van het Amerikaanse leger. Daarbij wordt verwezen naar de invasie van Irak in maart 2003 of het bombardement op Panama in 1989. Brutaler, omdat daarbij het meest gesofisticeerde leger ter wereld werd ingeschakeld en omdat hierbij rechtstreeks duizenden burgers om het leven kwamen.

De aandachtige lezer van Uitpers is waarschijnlijk niet onbekend met de onrechtvaardige structuren van de geglobaliseerde wereld en de VS-dominantie. En toch is het boek absoluut het lezen waard. Het is een schokkende wandeling geworden door de recente wereldgeschiedenis. Schokkend, niet omdat er veel nieuwe feiten aangevoerd worden, maar schokkend omdat dit verhaal geschreven werd door iemand die effectief bijgedragen heeft aan het in de armoede storten van miljoenen mensen. Schokkend omdat het verhaal van Perkins bovendien grotendeels bevestigd werd door zijn vroegere werkgever(1).

(1)http://www.tucsoncitizen.com/news/local/011705a1_tsunamiaid/1

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=432194&refsource=uitpers
(Ik bestel dit boek voor onze bib...) ;)


Uitpers, nr. 83, 8ste jg., februari 2007