PDA

Bekijk de volledige versie : Spotprent: mening of misdrijf?


Barst
8th February 2007, 20:11
Franse moslims klagen satirisch weekblad aan wegens cartoons


PARIJS, 8 febr. Moslims in Frankrijk zijn naar de rechter gestapt uit weerzin tegen de publicatie van spotprenten over de profeet Mohammed in het links-satirische weekblad Charlie Hebdo. Politici en publieke opinie steunen het weekblad.


Gniffelend loopt advocaat Georges Kiejman de rechtszaal in het tribunaal in Parijs uit. „Nicolas Sarkozy en Charlie Hebdo hand in hand, dat hadden we nog niet eerder gezien!”, roept hij uit.

Inderdaad: de rechtse presidentskandidaat en minister van Binnenlandse Zaken schaart zich niet vaak aan de zijde van het links-satirische weekblad.

Maar alles wordt anders wanneer het gaat over de Deense karikaturen van de profeet Mohammed, die een jaar geleden leidden tot verhitte taferelen onder moslims her en der in de wereld. In Frankrijk publiceerde Charlie Hebdo ze, met als toevoeging een tekening van de eigen tekenaar Cabu van Mohammed ‘overweldigd door radicalen’.

Sinds gisteren moet het blad zich voor de rechter verdedigen tegen een aanklacht wegens „stigmatiserende belediging”. De zaak is aangespannen door de grote Moskee van Parijs, de Franse islamitische federatie UOIF en de Wereldmoslimliga. Zij verwijten Charlie Hebdo moslims te vereenzelvigen met terroristen. Genoeg voor vervolging, zegt advocaat Francis Szpiner: „Racisme is geen mening, maar een misdrijf.”

Die benadering van de kwestie stuit op ruime weerstand in Frankrijk. Kranten zoals Le Monde en Libération sloten zich aan bij hoofdredacteur Philippe Val van Charlie Hebdo, die sprak van een „proces uit een andere tijd”. Volgens hen gaat het om een poging de vrijheid van meningsuiting te onderwerpen aan het religieuze dogma dat voorschrijft de profeet niet af te beelden.

Kiejman, advocaat van Charlie Hebdo, las gisteren in de rechtszaal een steunbetuiging van Sarkozy voor, waarin de minister satire een „oude Franse traditie” noemt. Volgens de kandidaat is het wezen van de democratie in het spel: „Ik heb liever dat spotprenten buitensporig zijn dan dat ze er niet zijn.”

Sarkozy is niet de enige politicus die zich aan de zijde van Charlie Hebdo heeft geschaard. De socialistische partijsecretaris François Hollande getuigde gisteren in de rechtszaal, „in naam van de republiek voor de persvrijheid”. Vandaag volgen twee presidentskandidaten: centrumpoliticus François Bayrou en de Groene politicus Dominique Voynet.

Maar de steun van Sarkozy was pikanter, ook al had hij deze vorig jaar ook al uitgesproken. Als minister die ook godsdienstzaken in zijn portefeuille heeft, werkt hij samen met Dalil Boubakeur, rector van de moskee van Parijs en voorzitter van de Franse Moslimraad CFCM, die door Sarkozy is opgericht.

De CFCM kwam gisteren meteen in crisisberaad bijeen en overwoog zichzelf op te heffen. Na uren vergaderen hield Boubakeur het erop dat Sarkozy zijn brief „niet als minister, maar als presidentskandidaat” had geschreven. Maar hij bekritiseerde de „politisering van het proces”.

Ook Charlie Hebdo bleek in verlegenheid gebracht. „Het is te makkelijk”, zei redactrice en essayist Caroline Fourest, fel tegenstander van zowel de radicale islam als van Sarkozy. „Deze steun moeten we afwijzen.”

Volgens Charlie Hebdo was het proces vanaf het begin door politieke overwegingen ingegeven – zij het uit andere motieven dan nu in verkiezingstijd spelen. Hoofdredacteur Val wees er op dat de gematigde Boubakeur een vertrouweling is van president Chirac, die zich vorig jaar geïrriteerd toonde over de publicatie van de karikaturen in Frankrijk. Hij vreesde een escalatie in de verhoudingen met de Arabische wereld.

Boubakeur, die in de rechtszaak optrekt met de radicalere UOIF, verdedigde de aanklacht als een bewijs van gematigdheid. Hij wil laten zien hoe moslims horen te reageren als ze zich gekwetst voelen: niet met opstand, maar door naar de rechter te stappen. De klagers worden voor de gelegenheid verdedigd door de huisadvocaat van Chirac, Francis Szpiner.

Juist dat argument: beter de rechtszaal dan de straat, maakt nu geen indruk meer. François Hollande zei gisteren dat dit proces „nooit had moeten plaatshebben”. In de meest uitlopende kringen klonk gisteren dezelfde gedachte.


NRC, 8 februari 2007