PDA

Bekijk de volledige versie : Filosoferen met kinderen


Barst
24th March 2005, 20:58
Waarom is het toverwoord - Frans-Canadese Oscar Brenifier over filosoferen met kinderen


TORHOUT - Drie boekjes voor kinderen, waarin veel meer vragen dan antwoorden staan. De Frans-Canadese filosoof en pedagoog Oscar Brenifier schreef ze om kinderen kritisch te leren denken. ,,Waarom moet je luisteren naar anderen?'' Om beleefd te zijn. ,,Is er nog een andere reden denkbaar?''


EEN namiddag in Torhout, in de vijfde klas van de oefenschool die aanleunt bij de lerarenopleiding van de katholieke hogeschool Katho. Oscar Brenifier laat hier aan leerling-onderwijzers en regenten zien hoe je kunt filosoferen met kinderen. Het gaat niet om een overdracht van filosofische kennis, maar om de praktijk van verwonderd zijn, vragen stellen, niets voor vanzelfsprekend aannemen. De leerlingen krijgen zelfs geen uitleg. Oscar vliegt er meteen in.

Vrij snel heeft hij door dat de kinderen niet luisteren als een van hen aan het woord is. Ze steken allemaal hun vinger zo hoog mogelijk in de lucht. Daar is zijn eerste gespreksonderwerp al: als je je vinger omhoog steekt - hij doet het even voor -, blokkeert je arm de ingang van je oor en kun je niet meer luisteren. Het is een beeld dat hij ook bij vierjarigen gebruikt. ,,Maar het is toch zo'', zegt hij tot de kinderen. ,,Als jullie steeds met je vinger in de lucht zitten, dan willen jullie zelf aan het woord komen, maar luisteren jullie niet. Waarom doen jullie dat eigenlijk?''

,,Ik doe het omdat ik anders de vraag vergeet'', zegt een meisje.

,,Dus aan wie denk je dan'', vraagt Oscar. ,,Ben je met jezelf bezig of luister je naar wat je klasgenoot vertelt?''

,,Ik probeer beide te doen. Aan de vraag denken én naar het antwoord te luisteren.''

Oscar is sceptisch. ,,Word je vast duizelig van. Wist je niet dat je hoort te luisteren? Weet iemand ook waarom dat zo hoort?''

Een leerling probeert: ,,Omdat we beleefd moeten zijn.''

Dat is een mogelijk antwoord, zegt de Canadees. ,,Welke redenen zouden er nog kunnen zijn?''

,,Ik weet het niet'', zegt een ander meisje. Haar buurvrouw heeft wel een antwoord klaar: ,,Omdat we iets van een ander kunnen leren.'' Oscar kaatst de bal terug naar het eerste meisje: ,,Wist jij dat dan niet?'' Jawel, zegt die, ,,maar ik had er niet aan gedacht.'' Nou, als je er niet aan denkt, wéét je het dan eigenlijk wel?

Brenifier brengt de kinderen in de war, valt ze lastig met steeds nieuwe vragen en laat niemand met rust. Dat is allemaal zijn bedoeling: filosoferen start vanuit de verwondering. Wat gebeurt er? Waarom begrijp ik het niet? Wat betekent het? Wie liegt en wie zegt de waarheid? Wat is de waarheid?

ER zijn zopas drie boekjes van hem in Nederlandse vertaling verschenen, uitgegeven door het Davidsfonds. Het zijn heerlijke boeken, die ook prachtig geïllustreerd zijn. Zo klaar voor gebruik in de klas of thuis, liefst samen te lezen zodat je er met de kinderen over kunt doorbomen. Elk boek is opgebouwd rond zes grote thema's of vragen. Elke vraag krijgt diverse antwoorden, maar die antwoorden worden door telkens vier nieuwe vragen gecounterd. Moet je altijd gehoorzamen aan je ouders? Ja, want anders krijg ik straf. Jamaar.

Gehoorzaam je alleen maar uit angst voor straf? Zou je gehoorzamen als je ouders je altijd alles vriendelijk zouden uitleggen en je nooit straf zouden geven? Begrijp je altijd waarom je ouders je straffen? Moet je bang zijn voor straf?

En waarom gaan we dood? Omdat je je zou vervelen als het leven te lang duurt? Hoe weet je dat? Misschien omdat er geen plaats genoeg zou zijn als iedereen bleef leven? Kunnen we echt te weinig plaats hebben? En is het dan nuttig om te sterven?

Brénifier: ,,Het is in het begin vaak erg verwarrend voor kinderen. Ze klampen je aan en zeggen: wat is nu eigenlijk het goede antwoord? In een schoolse context verwachten ze dat een vraag één juist antwoord heeft. Volwassenen vinden het vaak nóg erger. Die bladeren in de boekjes meteen naar achteren, omdat ze verwachten dat daar 'de oplossing' staat.''

Kan iedereen het? ,,Niet iedereen doet het. Het gaat niet vanzelf, je moet je er wat in oefenen. Maar iedereen kán het wel. Zoals Socrates zei: iedereen draagt de vlam in zich, die verwijst naar het goddelijke vuur dat het begin is van alles.''

Er zijn drie voorwaarden voor een filosofisch gesprek, zegt Brenifier: ,,Eerst moet je het perspectief identifiëren: 'ik denk dat'. En waarom denk je dat, vanwaar heb je die overtuiging? Dan moet je kritisch naar die overtuiging kijken en zien of er ook een keerzijde is: 'jamaar'. Tot slot moet je het concept in al zijn complexiteit definiëren, zeg maar, de synthese maken.''

Dat betekent dus dat er niet vrijblijvend naast elkaar wordt gepraat. ,,Een filosofieles moet geen praatbarak worden waarin ieder zijn mening poneert'', zegt Brenifier.

,,Je moet de leerlingen helpen om die meningen uit te diepen, je moet ze met elkaars mening confronteren en je moet ze de leegheid leren zien van wat ze zeggen. Heeft wat ze zeggen inhoud, of is het alleen maar een beleefdheidsformule? Als ze zeggen: ik vind dat interessant, volstaat dat niet. Waarom vinden ze het interessant? En vinden ze alles even interessant? Waarom is het absolute toverwoord.''

In Frankrijk, waar een lange traditie bestaat van filosofielessen op school - er zijn 6.000 filosofieleerkrachten in het land - houdt niet iedereen van zijn aanpak. ,,Men vindt soms dat ik de filosofie banaliseer, dat ik ze van haar voetstuk haal. Ik draag geen kennis over, maar veeleer een manier van denken. Toch is wat ik doe ook almaar populairder aan het worden. Men beseft dat de basiscompetenties die het hart van de filosofiepraktijk uitmaken - analyseren, problematiseren, synthetiseren - een belangrijke bijdrage leveren tot het onderwijs. Anders krijg je leerlingen die alleen maar naäpen wat hen is voorgezegd.''

Filosoferen kan ook een tegengewicht vormen voor het ver doorgedreven individualisme waarin ieder zijn eigen gang gaat en niets nog enig verschil maakt, zegt Brenifier. ,,We hebben veel waarden van vroeger, samen met de instituten waarbij ze hoorden, overboord gegooid. Dat was wellicht nodig. Het gevolg is dat jongeren enkel nog wat Amerikaanse tv-waarden overhouden. Misschien is het nu wel hoog tijd om hen opnieuw kritisch te leren denken. Interessant in dit verband is dat Californië, het tv-land bij uitstek, als eerste een wet heeft gestemd die het onderwijzen van kritisch denken verplicht maakt. Ook andere landen werken eraan.''

HOE zit het in ons land? Er zijn twee scholen, zegt de Torhoutse pedagoog Danny Wyffels, die ook al heel wat over filosoferen met kinderen heeft gepubliceerd. ,,De ene groep wil filosofie als vak invoeren, zoals het in Frankrijk bestaat. Het gevaar bestaat dat men dan vooral filosofische ideeën gaat onderwijzen. Wij pleiten niet voor een aparte les, maar sensibiliseren onze studenten van de lerarenopleiding voor filosoferen als methode, om kinderen in hun klas later tot kritisch denken aan te zetten. Ook in het Vlaamse onderwijs gebeurt dat nog veel te weinig.''

Wyffels is er bovendien van overtuigd dat filosoferen zoals Brenifier het voorstelt met alle kinderen kan. Hij testte het met succes uit bij licht verstandelijk gehandicapte kinderen. ,,Ook in gewone klassen zie je dat kinderen die anders niet zo aan hun trekken komen, vaak heel wat ideeën hebben en tijdens de filosofieles echt openbloeien.''

Na afloop van de oefensessie mogen de leerlingen van de vijfde klas hun mening kwijt over de les. En vooral, waarom ze het leuk vonden.

,,Het was veel minder saai dan andere lessen'', zegt iemand. Moet de meester dan maar frieten gaan bakken? ,,Nee, nee, de meester is niet saai. Alleen de lessen soms.''

Waarin ligt het verschil, wil Oscar weten. ,,U behandelt ons anders. En we zijn minder moe omdat we onze vinger niet aldoor hebben opgestoken.''

In de reeks 'FiloSofie voor kids' publiceert Davidsfonds/Infodok drie boeken van Oscar Brenifier: 'Waarom leef ik?', 'Wat voel ik?, 'Wat is goed en wat is kwaad?' De illustraties zijn telkens van een andere artiest. Prijs voor het trio: 40,50 euro. Info: 016-310.600.

www.brenifier-philosopher.fr.st


23/03/2005 Veerle Beel

©Copyright De Standaard