Barst
30th January 2007, 12:48
Worden stropers de beste boswachters?
DE uiteenzetting van de vertegenwoordiger van minister De Gucht in de Senaat op 19 december vorig jaar loog er niet om: België wil van het beter beheer van de Congolese mijnsector een internationale prioriteit maken in de Veiligheidsraad:
,,Minister De Gucht heeft geregeld te kennen gegeven dat hij groot belang hecht aan goed bestuur en transparantie in de Democratische Republiek Congo, meer bepaald wil hij deze principes specifiek ook toegepast zien op dé sleutelsector van de Congolese economie: de mijnsector. () We wensen door zelf het goede voorbeeld te geven en initiatieven te ontwikkelen de weg te tonen voor onze partners. Onze Belgische zetel in de Veiligheidsraad zal een unieke mogelijkheid geven om aan de Belgische inspanningen meer weerklank te geven."
Na jarenlang aandringen om aandacht voor de roofbouw in Congo, waren daarover erg verheugd. Goed beheer van de natuurlijke rijkdommen is in Congo een voorwaarde voor duurzame vrede en ontwikkeling. Maar sinds de aankondiging van de benoeming van Pierre Chevalier als speciaal gezant van de minister voor de VN-Veiligheidsraad, kan wie hoop putte uit deze voluntaristische beleidsverklaring zich best zorgen maken. Als ondervoorzitter van de groep George Forrest International, gaf Chevalier de laatste jaren een wel heel bijzonder voorbeeld van goed beheer en transparantie in de Congolese mijnsector.
In Augustus 2005 keurde President Kabila drie megacontracten goed met buitenlandse privé-partners, waaronder de groep George Forrest International (waarin de heer Chevalier zetelt binnen de raad van bestuur). Hiermee deed hij als interim-staatshoofd in één klap zeventig procent van de gekende koperreserves van Congo van de hand. Zo ging hij in tegen de aanbevelingen van een onderzoekscommissie van het Congolese overgangsparlement en van internationale experts aangetrokken door de Wereldbank.
Stropers worden de beste boswachters. Is het misschien daarom dat Karel De Gucht geen graten ziet in de benoeming van Chevalier? Of is het omdat hij helemaal niet van plan is om de herziening van deze uiterst nadelige contracten op het internationale agenda te plaatsen? In zijn opsomming van initiatieven voor goed bestuur en transparantie in de mijnsector ontbreekt het thema. Hij heeft het over de capaciteitsopbouw van de Congolese instellingen, de certifiëring en tracering van koper en kobalt (naar het voorbeeld van de diamantsector) en de aanpak van de sociale en ecologische problemen in de sector. Allemaal belangrijke en nuttige initiatieven. Maar als Congo niet verlost wordt van verbintenissen die zijn kansen op ontwikkeling hypothekeren, dan is dit alles nutteloos.
De nieuwe premier van Congo, Antoine Gizenga, heeft duidelijk gemaakt dat hij alle mijncontracten wil laten herzien zodat ze ook de Congolese bevolking ten goede komen. Gizenga moet de volle steun van België krijgen in de schoot van de VN en van de Wereldbank om zijn doel te bereiken. Want de weerstand is enorm, zowel in Congo als internationaal. De regeringsvorming in Kinshasa loopt moeizaam omdat Gizenga weigert om in zijn regering figuren op te nemen uit de entourage van President Kabila, die in opspraak kwamen wegens die contracten. Een nieuwe doorlichting van de contracten, die de Wereldbank in 2006 liet maken, wordt geheim gehouden omdat ze ,,uiterst gevoelige informatie bevat". Wil De Gucht in dit mijnenveld kunnen opereren, dan is het essentieel dat hij vertegenwoordigd wordt door figuren die absoluut ongebonden zijn. Pierre Chevalier, als bestuurder van één van de hoofdspelers in de Congolese mijnbouw, is dat niet.
Marc-Olivier Herman en Johan Cottenie (De auteurs zijn respectievelijk werkzaam bij Broederlijk Delen en 11.11.11.)
DS, 30-01-2007
DE uiteenzetting van de vertegenwoordiger van minister De Gucht in de Senaat op 19 december vorig jaar loog er niet om: België wil van het beter beheer van de Congolese mijnsector een internationale prioriteit maken in de Veiligheidsraad:
,,Minister De Gucht heeft geregeld te kennen gegeven dat hij groot belang hecht aan goed bestuur en transparantie in de Democratische Republiek Congo, meer bepaald wil hij deze principes specifiek ook toegepast zien op dé sleutelsector van de Congolese economie: de mijnsector. () We wensen door zelf het goede voorbeeld te geven en initiatieven te ontwikkelen de weg te tonen voor onze partners. Onze Belgische zetel in de Veiligheidsraad zal een unieke mogelijkheid geven om aan de Belgische inspanningen meer weerklank te geven."
Na jarenlang aandringen om aandacht voor de roofbouw in Congo, waren daarover erg verheugd. Goed beheer van de natuurlijke rijkdommen is in Congo een voorwaarde voor duurzame vrede en ontwikkeling. Maar sinds de aankondiging van de benoeming van Pierre Chevalier als speciaal gezant van de minister voor de VN-Veiligheidsraad, kan wie hoop putte uit deze voluntaristische beleidsverklaring zich best zorgen maken. Als ondervoorzitter van de groep George Forrest International, gaf Chevalier de laatste jaren een wel heel bijzonder voorbeeld van goed beheer en transparantie in de Congolese mijnsector.
In Augustus 2005 keurde President Kabila drie megacontracten goed met buitenlandse privé-partners, waaronder de groep George Forrest International (waarin de heer Chevalier zetelt binnen de raad van bestuur). Hiermee deed hij als interim-staatshoofd in één klap zeventig procent van de gekende koperreserves van Congo van de hand. Zo ging hij in tegen de aanbevelingen van een onderzoekscommissie van het Congolese overgangsparlement en van internationale experts aangetrokken door de Wereldbank.
Stropers worden de beste boswachters. Is het misschien daarom dat Karel De Gucht geen graten ziet in de benoeming van Chevalier? Of is het omdat hij helemaal niet van plan is om de herziening van deze uiterst nadelige contracten op het internationale agenda te plaatsen? In zijn opsomming van initiatieven voor goed bestuur en transparantie in de mijnsector ontbreekt het thema. Hij heeft het over de capaciteitsopbouw van de Congolese instellingen, de certifiëring en tracering van koper en kobalt (naar het voorbeeld van de diamantsector) en de aanpak van de sociale en ecologische problemen in de sector. Allemaal belangrijke en nuttige initiatieven. Maar als Congo niet verlost wordt van verbintenissen die zijn kansen op ontwikkeling hypothekeren, dan is dit alles nutteloos.
De nieuwe premier van Congo, Antoine Gizenga, heeft duidelijk gemaakt dat hij alle mijncontracten wil laten herzien zodat ze ook de Congolese bevolking ten goede komen. Gizenga moet de volle steun van België krijgen in de schoot van de VN en van de Wereldbank om zijn doel te bereiken. Want de weerstand is enorm, zowel in Congo als internationaal. De regeringsvorming in Kinshasa loopt moeizaam omdat Gizenga weigert om in zijn regering figuren op te nemen uit de entourage van President Kabila, die in opspraak kwamen wegens die contracten. Een nieuwe doorlichting van de contracten, die de Wereldbank in 2006 liet maken, wordt geheim gehouden omdat ze ,,uiterst gevoelige informatie bevat". Wil De Gucht in dit mijnenveld kunnen opereren, dan is het essentieel dat hij vertegenwoordigd wordt door figuren die absoluut ongebonden zijn. Pierre Chevalier, als bestuurder van één van de hoofdspelers in de Congolese mijnbouw, is dat niet.
Marc-Olivier Herman en Johan Cottenie (De auteurs zijn respectievelijk werkzaam bij Broederlijk Delen en 11.11.11.)
DS, 30-01-2007