PDA

Bekijk de volledige versie : "Ik ben niet minder dan mijn broer!"


Barst
17th January 2007, 02:45
"Ik ben niet minder dan mijn broer!"


Vanuit hun cultuur en hun geloof vinden de ouders van Sazan (19) dat zij minder rechten heeft dan haar broer. Zij worstelt ermee. Mag ze rebelleren?


Als een doelloos kind ben ik met mijn familie naar Nederland gekomen uit Irak. Mijn naam is Sazan Abdulrahman, ik ben een Irakese Koerd, ik ben in Bagdad geboren. Sinds 1997 woon ik in Nederland met mijn beide broers en mijn vader en moeder. Mijn religie is de islam; God of Allah betekent veel voor mij. Zoveel dat het bijna te veel is om op te noemen. Ik geef toch een aantal voorbeelden van wat God of Allah voor mij betekent: hoop, zegen, normen, waarden, bescherming , veiligheid, kracht, rechtvaardigheid, vrede en steun.

Ik kan heel goed met mijn ouders opschieten, vooral met mijn moeder. Mijn ouders luisteren naar mij. Alle onderwerpen zijn bespreekbaar. Ik voel dat ik altijd wel een inbreng heb in discussies.

Als moslim Irakese Koerden zijn we grootgebracht met normen en waarden. We hebben geleerd niet te liegen, te stelen of iemand schade toe te brengen. We hebben tradities meegekregen die veel waarde hebben binnen ons gezin en onze gemeenschap. Het is anders dan in Nederland. Onze feesten zien er anders uit. Ons samenzijn is anders. Onze betrokkenheid is anders, ook ons temperament. In Nederland heb ik veel verschillen, maar ook veel overeenkomsten gezien met mijn cultuur. Soms heeft het me aangevuld en soms juist tegengezeten.

Maar goed, dit even daargelaten, wil ik de positieve dingen behouden die ik heb meegekregen vanuit mijn religie, cultuur, traditie en achtergrond. De passie waarmee wij leven is kenmerkend. Als we ergens voor gaan, doen we dat met hart en ziel. Er is wederzijds vertrouwen, waardoor de basis van liefde heel sterk is. We zijn niet alleen dochter en ouders maar gaan ook als vrienden door het leven.

Er is echter een aspect waartegen ik continu aanloop. Het is cultureel bepaald, denk ik. Maar het heeft ook wat met religie te maken. Het is mij een doorn in het oog en ik vind het tien keer niets. Dit behoort tot mijn negatieve ervaringen van mijn achtergrond. U zult nu wel nieuwsgierig zijn. Wel, hier komt het dan: bij mijn opvoeding hoort dat ik, als meisje, veel korter word gehouden dan een jongen. Ik zie dit met mijn broers. Het is met name mijn vader die een verschil maakt in vrijheden en rechten. Het is niet rechtvaardig, vind ik. Om een voorbeeld te geven: mijn broer komt thuis en heeft honger en vraagt mij: ’Wil je wat voor mij klaarmaken?’ Het is geen verzoek, maar een commando. Als ik dan iets voor hem klaarmaak, is er geen greintje dankbaarheid of warmte. Dit overkwam mij zo vaak, dat ik eens besloot ’nee’ te zeggen. Ik was het goed zat. Mijn vader werd kwaad en zei: ’Hoe kan je zo tegen je broer doen, hoe durf je dit te weigeren?’ Ik zei: ’Sorry, maar als hij het niet netjes vraagt, doe ik helemaal niets voor hem’.

Vanuit de achtergrond van mijn vader hoort de vrouw zorgzaam te zijn en zich in te zetten voor de man. Met andere woorden: de vrouw behoort de wensen van een man gevraagd of ongevraagd in te willigen.

Mijn vader begint dan over hoe het in ’toen’ was. En als hij daarover begint, berg je dan maar. Immers wij, meisjes in Nederland, hebben het o zo goed. De vrouwen in Nederland hebben zoveel kansen. Even een boterhammetje smeren voor je broer, daar ga je niet dood aan.

Ik vind het niet eerlijk. Immers als ik mijn broer wat vraag, is het altijd hetzelfde liedje: hij heeft geen tijd, hij heeft geen zin, hij heeft iets beters te doen – terwijl hij naar tv kijkt of achter de pc zit. Mooi is dat. Ik heb het er vaker met mijn vader over gehad. Maar hem veranderen zal me niet lukken, hoe oneerlijk en onrechtvaardig ik het ook vind. Hij blijft erbij dat ik fout zit. Hierdoor voel ik me vaak verdrietig en af en toe alleen, ook maakt het mij depressief hoe mijn vader dit verschil handhaaft.

Mijn vader zal nooit toegeven dat hij dit verschil maakt. Toch heb ik heel veel respect voor hem. Hij heeft veel voor zijn kinderen overgehad. Hij en mijn moeder zijn Irak ontvlucht zodat wij geen gevaar hoeven lopen. Mijn vader heeft veel geleden. Hij geeft ons veiligheid, liefde en geborgenheid. Hij en mijn moeder hebben alles achtergelaten, zodat wij het goed hebben. Dat hij zo’n instelling heeft, sja, daar kan ik mee leven. Alleen is het wel irritant als het dan weer gebeurt.

Ik probeer er het beste van te maken. Ik vind het niet erg als ik voor mijn broer moet zorgen, alleen zou ik willen dat het me een keer in dank werd afgenomen. Of dat hij ook een keer iets voor mij doet. In de hoop dat dit eens zal gebeuren, en om expliciet mijn gevoel weer te geven, wil ik hier een stukje voordragen uit een gedicht dat ik schreef.

O Halabja

Mijn hart zit vol woede en haat. Ik weet niet hoe mijn leven verder gaat.

Ik wil schreeuwen, praten en schrijven.

Ik wil mijn stem aan de hele wereld laten horen. Ik ben mijn familie en vrienden verloren. Ik ben mijn enige Halabja verloren.

Ik ben mijn vader,moeder, broer en zus kwijt.

Geen liefde geen steun, die iemand aan mij kan geven. Hoe kan ik nu zonder mijn geliefde familie leven.

O Halabja.

Ik begin iedereen te haten. Ik ben doelloos en verlaten

O god.

Ik heb diep in mijn hart pijn. Op dit moment wil ik bij niemand zijn


Sazan Abdulrahman is student secretarieel werk aan het roc van Twente. Zij won met dit artikel een opstelwedstrijd voor scholieren over religie en identiteit, georganiseerd door de stichting Islam en burgerschap.


Trouw, 13-01-2007