Barst
2nd December 2006, 02:10
Waarom de pure kennisoverdracht in ons onderwijs afneemt
,,Op welke dag valt paasmaandag volgend jaar?'' ,,Op dinsdag.'' ,,In welke stad staat de toren van Pisa?'' ,,In Rome.'' ,,Een schrikkeljaar telt 325 dagen.'' Het zijn fragmenten uit de voorrondes van Miss Belgian Beauty en het tv-programma Beauty & de Nerd . En de uitspraken zijn niet komisch bedoeld. Ze komen uit de mond van meisjes die een diploma secundair onderwijs op zak hebben.
Een aanwijzing van hoe pover het is gesteld met ons Vlaamse onderwijs, volgens sommigen. Een van die critici is de Brugse leraar Marc Hullebus, die een actie is gestart tegen de afkalvende aandacht voor kennis, ten gunste van de vaardigheden.
De vaststelling is terecht. Of de vrees ook gegrond is, is stof voor discussie.
Het onderwijs is altijd een evenwicht geweest tussen kennen en kunnen, tussen leerstof en vaardigheden. En de laatste jaren is er inderdaad een verschuiving bezig in de richting van vaardigheden. Daarbij gaat het om ,,leren leren''. Leren omgaan met een computer, eerder dan weten welke computerprogramma's bestaan.
Deze evolutie is ingegeven door de versnelling van de wetenschap. Wat ben je met kennis als die vijf jaar later al is verouderd? Informatica is het vak bij uitstek dat aan voortdurende veranderingen onderhevig is. De nieuwe eindterm voor ICT, die volgend schooljaar ingaat, speelt daar dan ook op in (DS 28 oktober) . De vaardigheden halen het heel duidelijk op de leerstof.
Dat deze keuze terecht is, bewees initiatiefnemer Marc Hullebus gisteren zelf. Hoewel hij leraar informatica is, had hij problemen met de attachments in zijn e-mails. ,,Ik ken alleen Word, Acces, Excel en Powerpoint'', verklaarde hij.
Een andere drijfveer voor de toenemende aandacht voor vaardigheden is dat het Vlaamse onderwijs de voorbije generaties te eenzijdig op de pure kennis was gericht. De inhaalbeweging is ingezet en is nog bezig.
Veel onderwijsmensen hebben schrik dat die inhaalbeweging omslaat in ,,Nederlandse toestanden''. Het onderwijs van onze Noorderburen is namelijk in crisis, precies omdat de vaardigheden de kennisoverdracht overschaduwen. Als we in Vlaanderen voortdoen zoals we bezig zijn, dan komen we in eenzelfde situatie terecht, vrezen pessimisten.
Optimisten werpen tegen dat onze eindtermen een buffer vormen tegen mogelijke ,,Nederlandse toestanden''. In Nederland bestaan die minimale vereisten niet. In de plaats daarvan zijn er alleen vaag geformuleerde ,,kerndoelen''. De Nederlandse leerlingen worden op het einde van hun studie wel aan een centraal examen onderworpen. Maar de impact op de kennisoverdracht is vooral op de periode vlak voor het examen voelbaar - teaching to the test . Tijdens de basisvorming worden de Nederlandse leerlingen in de eerste plaats ,,vaardigheden'' aangeleerd.
Onze eindtermen leggen per vak duidelijk op waaraan leerlingen moeten voldoen. Wat moeten jongeren op een bepaald niveau in het Frans kunnen beschrijven? Wat moeten ze kunnen berekenen na zoveel jaar wiskundelessen? De antwoorden op dergelijke vragen zijn wettelijk vastgelegd en gelden voor alle leerlingen. Die eindtermen moeten erover waken dat het kennisniveau hoog genoeg blijft.
Dat de kennisoverdracht de Vlaamse klaslokalen zou verlaten, zou een slechte zaak zijn. Niet alleen vanwege het Nederlandse doemscenario. Het internettijdperk waarin de jongeren opgroeien, maakt dat kennis belangrijker is dan ooit.
Het internet puilt uit van de feiten en feitjes. Leren omgaan met die overvloed aan informatie betekent in de eerste plaats dat je de feiten kunt plaatsen. Weten wie de informatie waarom en hoe verspreidt, leert je de informatie te interpreteren.
Om kritisch te staan tegenover de aangeboden feiten en weetjes, heb je ook de nodige bagage aan kennis nodig. Als je bijvoorbeeld nooit over de filosofen Erasmus of Socrates hebt gehoord, dan zul je jezelf geen verdere vragen stellen wanneer het zoekresultaat op internet is ,,een Europees uitwisselingsprogramma voor studenten''.
Zo'n vaart loopt het op dit moment niet - hoewel de antwoorden van Miss Belgian Beauty iets anders doen vermoeden. Maar op een moment dat jongeren kwetsbaarder zijn dan ooit, moet een signaal over hun gebrekkige kennis niet van tafel worden geveegd.
Dat signaal is geen reactionaire oproep om de driloefeningen in het onderwijs opnieuw in te voeren. Wel is de opdracht voor de scholen om jongeren af te leveren die voldoende zijn gewapend voor de samenleving die op hen afkomt.
Voor het talenonderwijs heeft de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A), al duidelijke ambities getoond. In zijn talennota heeft hij het over een evenwicht tussen taalstructuur en taalbeschouwing. Zelf noemt hij de aanpak ,,competentiegericht'': daarin zitten zowel de kennis als de vaardigheden vervat.
DS, 30-11-2006
,,Op welke dag valt paasmaandag volgend jaar?'' ,,Op dinsdag.'' ,,In welke stad staat de toren van Pisa?'' ,,In Rome.'' ,,Een schrikkeljaar telt 325 dagen.'' Het zijn fragmenten uit de voorrondes van Miss Belgian Beauty en het tv-programma Beauty & de Nerd . En de uitspraken zijn niet komisch bedoeld. Ze komen uit de mond van meisjes die een diploma secundair onderwijs op zak hebben.
Een aanwijzing van hoe pover het is gesteld met ons Vlaamse onderwijs, volgens sommigen. Een van die critici is de Brugse leraar Marc Hullebus, die een actie is gestart tegen de afkalvende aandacht voor kennis, ten gunste van de vaardigheden.
De vaststelling is terecht. Of de vrees ook gegrond is, is stof voor discussie.
Het onderwijs is altijd een evenwicht geweest tussen kennen en kunnen, tussen leerstof en vaardigheden. En de laatste jaren is er inderdaad een verschuiving bezig in de richting van vaardigheden. Daarbij gaat het om ,,leren leren''. Leren omgaan met een computer, eerder dan weten welke computerprogramma's bestaan.
Deze evolutie is ingegeven door de versnelling van de wetenschap. Wat ben je met kennis als die vijf jaar later al is verouderd? Informatica is het vak bij uitstek dat aan voortdurende veranderingen onderhevig is. De nieuwe eindterm voor ICT, die volgend schooljaar ingaat, speelt daar dan ook op in (DS 28 oktober) . De vaardigheden halen het heel duidelijk op de leerstof.
Dat deze keuze terecht is, bewees initiatiefnemer Marc Hullebus gisteren zelf. Hoewel hij leraar informatica is, had hij problemen met de attachments in zijn e-mails. ,,Ik ken alleen Word, Acces, Excel en Powerpoint'', verklaarde hij.
Een andere drijfveer voor de toenemende aandacht voor vaardigheden is dat het Vlaamse onderwijs de voorbije generaties te eenzijdig op de pure kennis was gericht. De inhaalbeweging is ingezet en is nog bezig.
Veel onderwijsmensen hebben schrik dat die inhaalbeweging omslaat in ,,Nederlandse toestanden''. Het onderwijs van onze Noorderburen is namelijk in crisis, precies omdat de vaardigheden de kennisoverdracht overschaduwen. Als we in Vlaanderen voortdoen zoals we bezig zijn, dan komen we in eenzelfde situatie terecht, vrezen pessimisten.
Optimisten werpen tegen dat onze eindtermen een buffer vormen tegen mogelijke ,,Nederlandse toestanden''. In Nederland bestaan die minimale vereisten niet. In de plaats daarvan zijn er alleen vaag geformuleerde ,,kerndoelen''. De Nederlandse leerlingen worden op het einde van hun studie wel aan een centraal examen onderworpen. Maar de impact op de kennisoverdracht is vooral op de periode vlak voor het examen voelbaar - teaching to the test . Tijdens de basisvorming worden de Nederlandse leerlingen in de eerste plaats ,,vaardigheden'' aangeleerd.
Onze eindtermen leggen per vak duidelijk op waaraan leerlingen moeten voldoen. Wat moeten jongeren op een bepaald niveau in het Frans kunnen beschrijven? Wat moeten ze kunnen berekenen na zoveel jaar wiskundelessen? De antwoorden op dergelijke vragen zijn wettelijk vastgelegd en gelden voor alle leerlingen. Die eindtermen moeten erover waken dat het kennisniveau hoog genoeg blijft.
Dat de kennisoverdracht de Vlaamse klaslokalen zou verlaten, zou een slechte zaak zijn. Niet alleen vanwege het Nederlandse doemscenario. Het internettijdperk waarin de jongeren opgroeien, maakt dat kennis belangrijker is dan ooit.
Het internet puilt uit van de feiten en feitjes. Leren omgaan met die overvloed aan informatie betekent in de eerste plaats dat je de feiten kunt plaatsen. Weten wie de informatie waarom en hoe verspreidt, leert je de informatie te interpreteren.
Om kritisch te staan tegenover de aangeboden feiten en weetjes, heb je ook de nodige bagage aan kennis nodig. Als je bijvoorbeeld nooit over de filosofen Erasmus of Socrates hebt gehoord, dan zul je jezelf geen verdere vragen stellen wanneer het zoekresultaat op internet is ,,een Europees uitwisselingsprogramma voor studenten''.
Zo'n vaart loopt het op dit moment niet - hoewel de antwoorden van Miss Belgian Beauty iets anders doen vermoeden. Maar op een moment dat jongeren kwetsbaarder zijn dan ooit, moet een signaal over hun gebrekkige kennis niet van tafel worden geveegd.
Dat signaal is geen reactionaire oproep om de driloefeningen in het onderwijs opnieuw in te voeren. Wel is de opdracht voor de scholen om jongeren af te leveren die voldoende zijn gewapend voor de samenleving die op hen afkomt.
Voor het talenonderwijs heeft de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A), al duidelijke ambities getoond. In zijn talennota heeft hij het over een evenwicht tussen taalstructuur en taalbeschouwing. Zelf noemt hij de aanpak ,,competentiegericht'': daarin zitten zowel de kennis als de vaardigheden vervat.
DS, 30-11-2006