PDA

Bekijk de volledige versie : Abraham ongeschikt als pijler voor interreligieuze dialoog


Barst
28th November 2006, 19:15
Abraham is ongeschikt als pijler voor de dialoog

door Hartmut Meesmann


Het fundament waarop veel gesprekken tussen moslim, christen en jood rusten, is Abraham, voorvader van de drie monotheďstische religies. De Duitse islamologe Ulrike Bechmann wijst die grondslag af. „Bij botsende politieke, maatschappelijke of godsdienstige belangen helpt Abraham ons niet.”


Natuurlijk, zegt Ulrike Bechmann (48), ben ik betrokken bij de interreligieuze dialoog. Ze werkt voor de Duitse rooms-katholieke Wereldgebedsdag en kent de praktijk van gesprekken tussen vertegenwoordigers van verschillende godsdiensten.

Ze kent ook de beperkingen daarvan. Bechmann analyseerde ze en komt tot een opmerkelijke conclusie: de basis van die gesprekken – Abraham – werkt de eenheid helemaal niet in de hand. Wie zich op deze aartsvader beroept, stuit namelijk op ’tegenstrijdigheden’. „Hij fungeert altijd als een grondslag voor de grote oecumene, maar hij betekent voor de betreffende religies steeds iets heel anders.”


Zitten christenen ernaast als ze Abraham tot gemeenschappelijke vader van het geloof uitroepen?

„Het moet minstens tot nadenken stemmen. Dat christenen dat doen, daar is niets op aan te merken. Maar dat de deelnemers aan de ’trialoog’ op Abraham inzetten, zou toch het begin moeten wezen van een stevig interreligieus debat. Ik vrees dat de Abrahamitische oecumene niet werkt als er grote conflicten spelen. Daarvoor zijn de verschillen tussen de godsdiensten te groot. Daar komt nog bij dat je vroeg of laat ook de vraag moet stellen welke rol de niet-Abrahamitische godsdiensten mogen vervullen. Dan sluit een beroep op Abraham anderen uit. Ik vind dat je een gemeenschappelijk startpunt moet zoeken voor een dialoog met alle religies.”


Waarom werkt die Abrahamitische oecumene volgens u niet?

„Die werkt wél – maar dan in voorspoed. Mijn echte bezwaar ertegen is dat de verschillen die de drie ’Abrahamitische’ religies van Abraham hebben, te zeer uiteenlopen. Zozeer, dat ze niet meer helpen om andere problemen – bij botsende politieke, maatschappelijke of godsdienstige belangen – het hoofd te bieden. Als er een gewapend conflict uitbreekt, wat kan het je dan nog schelen dat je net als je vijand van Abraham afstamt? Uiteindelijk kunnen godsdienstige persoonlijkheden alleen bijdragen tot een oplossing, als zulke figuren een bepaalde houding bevorderen, respect voor anderen, bereidheid tot het sluiten van vrede.”


Welke betekenis kent u toe aan persoonlijkheid Abraham?

„In het Nieuwe Testament maakt hij sterke ontwikkelingen door. Zo noemt Paulus hem Vader in het geloof – dat zegt Paulus om de nieuwe gemeenschap van joodse en heidenchristenen in die tijd van een gemeenschappelijke basis te voorzien. Paulus staat daarmee in een lange traditie die Abraham steeds van een nieuwe identiteit heeft voorzien.”


Zoals?

„Het Israël zoals beschreven in het Oude Testament leefde op zeker moment na een ballingschap in een enorm Perzisch rijk. Het volk had er behoefte aan om de volkeren van het zuiden van Palestina en het noorden van Arabië van een regionale identiteit te voorzien. Zo kwam er een genealogie die Abraham aanwijst als vader van Ismael en Isaak – en ze benadrukken dat Ismael besneden is. Het religieus-politieke doel was om aan te tonen dat óók Ismael en zijn nageslacht bij God en zijn belofte hoorden, niet alleen de nazaten van Isaak (Israel). Dat gaf een nieuwe saamhorigheid.

Later kreeg Abraham weer een ander karakter, hij werd de ’eerste Mozes’ – de verhalen over de uittocht uit Egypte werden verbonden met Abraham, zodat diens geloof gekoppeld raakte aan de Tien Geboden.

U ziet, Abraham heeft een kameleontisch karakter, dat je op allerlei manieren mag interpreteren.”


Dus ook als de oervader van het geloof.

„Ja, maar dat is maar één facet van het beeld van Abraham. Je hebt nog veel andere oervaders – en vergeet de oermoeders niet. Bovendien is hij niet alleen gelovige, maar ook twijfelaar en bange man. Hij gaf zijn vrouw Sara cadeau. Hij verstootte Hagar. Als je van hem de vader der gelovigen wilt maken, moet je andere verhalen over hem uitschakelen.”


Wat is dan wel zijn betekenis voor christenen?

„Hij blijft natuurlijk een voorvader en voorbeeld van geloof. Maar hij staat niet in het centrum van de christelijke geloofsleer; in dat opzicht levert hij christenen geen nieuwe identiteit. Dat ligt voor joden en moslims anders.”


Hoe ligt dat bij het jodendom?

„Dat is een lastige vraag. In de Tora is Abraham stamvader, hét voorbeeld van geloof. De traditie van de besnijdenis is met hem verbonden, aan hem is het Beloofde Land beloofd, zijn nageslacht wordt gezegend, met hem sluit God een verbond dat nog altijd bestaat. Voor joden speelt Abraham een sterk identiteitsbepalende rol.”


En in de islam?

„Ook voor de identiteit van moslims is hij belangrijk. Ibrahim is voor Mohammed dé identificatiefiguur geweest. Net als hij profeteert Mohammed dat God Eén is en ondervindt hij tegenstand van een polytheďstische omgeving.

Dat wordt ook van Ibrahim in de Koran verteld. Bovendien zijn er nauwe banden tussen Ibrahim, Ismael en Hagar en de Kaaba, de heilige steen in Mekka, en de bedevaart daarheen. Ibrahim en Ismael heten bouwer en reiniger van Mekka, dáár verkondigt Ibrahim zijn geloof in de ene God. De hadj naar Mekka doet dat als het ware na.”


De laatste jaren is er sprake van een ’Abrahamitische geest’, een spiritualiteit die de dialoog tussen religies aanjaagt. Hoe typeert u dat enthousiasme?

„Het is een spiritualiteit die openstaat voor anderen, die begrip kweekt en de nadruk legt op wat joden, christen en moslims verbindt. En dan kom ik even terug op wat ik straks zei: waar blijf je dan met die andere religies?”


Waardeert u dan niet wat ’Abrahamitische teams’ doen, overal voorlichting geven?

„Natuurlijk wel, dat is hartstikke belangrijk. Daarnaast bestaan er ’Saragroepen’ en ’Hagargroepen’. Dat is wel opmerkelijk: de moeder-traditie staat voor wat onderscheidt, de vadertraditie voor wat, ondanks strijd en verschil, een nieuwe saamhorigheid vertegenwoordigt.”


Voelt u meer voor de vrouwengroepen en wilt u liever de verschillen benadrukken?

„Ik vind beide groepen van belang: de een heeft meer oog voor de verschillen, de ander voor het gemeenschappelijke. Om dat te overstijgen heb je wat anders nodig dan een Abraham. Ik verzet me tegen de gedachte dat je Abraham als gemeenschappelijke voorvader moet zien om aan oecumenische dialoog te doen. Dat zou echt noodlottig zijn!”


Volgens u hoeft de theologie niet naarstig te zoeken naar wat religies verbindt.

„De taak van monotheďstische religies is om de eigen gelovigen in te laten zien dat het geloof in één God betekent dat je in andere mensen de Ander kunt zien. Een begin daarvan zie je in de scheppingstheologie. Als God de Schepper van de wereld is, dan is het bestaan van anderen door God zo gewild. Jij bent gewild, ik ben gewild, mijn bestaan wordt dus niet bedreigd door anderen. We hoeven niet angstvallig te zoeken naar een gemeenschappelijke basis – die is er al.”


Hans Küng beschouwt met zijn ’wereld-ethos’ de godsdienstige hang naar ethiek als basis voor het samen optrekken van religies. Help dat ons verder?

„Küngs waarneming deel ik, maar ik zie ook dat ethiek voor de religies uiteenlopende betekenis en inhoud heeft. Een beroep daarop heeft op den duur weinig kans van slagen. Wat moet je met fundamentalisten die helemaal geen dialoog verdragen? Ik denk dat zulke groeperingen alleen veranderen als ze inzien dat anderen óók recht van bestaan hebben.”


Welk project spreekt u het meest aan bij de dialoog of de trialoog?

„Zelf heb ik veel gehad aan de oecumenische wereldgebedsdag voor vrouwen. In de koloniale tijd en ook tijdens de beide wereldoorlogen slaagden vrouwen erin naar andere vrouwen te luisteren zonder hen met hun eigen opvattingen lastig te vallen. Tijdens de Wereldgebedsdag in Palestina, in 1994, was die houding uiterst omstreden – en daarom bijzonder. Voor het aangaan van de interreligieuze dialoog vond ik het erg leerzaam.”

Ulrike Bechmann (48) is rooms-katholiek theologe, arabiste en islamologe. In 2004 promoveerde ze op een onderzoek naar aartsvader Abraham als grondslag voor de interreligieuze ’trialoog’. Dit artikel verscheen eerder in Publik-Forum.


Trouw, 28-11-2006