PDA

Bekijk de volledige versie : Het verdriet van Wallonië


Barst
8th November 2006, 02:56
Het verdriet van Wallonië


Het bestuur in Wallonië wordt geplaagd door vriendjespolitiek, gesjoemel en corruptie. De belangrijkste stad, Charleroi, verkeert hierdoor in een diepe crisis. Sinds kort zit zelfs de burgemeester in de cel. „Er verandert hier toch niks.”


De graven op het kerkhof van Dampremy kleuren grauw roestbruin door alle rook en stof die al meer dan een eeuw komen aanwaaien vanaf de overkant van de rivier. Maar dezer dagen, met Allerheiligen en Allerzielen, staan bij bijna elk graf bloemen. Met een staalborstel probeert een vrouw het scheefgezakte familiegraf verwoed wat witter te krijgen, terwijl haar dochter de boeketten schikt. Ze zijn fel gekleurd, alsof ze de grauwheid voor een heel jaar moeten compenseren.

Want grauw is het, in en rond Charleroi. De industrie langs de rivier de Sambre is oud, verroest en vuil. De fabrieken zijn vanouds de levensader van de stad, en willen dat weten. De massieve gebouwen, de ondoorgrondelijke buizenstelsels en hoge schoorstenen vormen de achtergrond voor al die wijken van Charleroi waarvan het lot met de industrie is verbonden: Jumet, Dampremy, Monceau-sur-Sambre, Marchienne-au-Pont, Mont-sur-Marchienne, Marcinelle, Montignies-sur-Sambre, en niet in de laatste plaats het stadshart zelf.

Het stadscentrum ligt gevangen in een knellende rondweg op betonnen palen, die de nederigheid van de huizen en straten extra benadrukt. Alleen de Place Charles II, het plein in het hoger gelegen deel van de stad, waar het stadhuis en een kathedraal staan, steekt er boven uit. Het stadhuis is binnen van marmer, donker hout en rood fluweel, maar de grote deuren aan de voorkant zijn hermetisch dicht. De burgemeester zit sinds twee weken in de gevangenis. De stad wordt niet langer bestuurd, maar ’beheerd’.

Elke Vlaamse krant stuurde de afgelopen tijd weer eens een verslaggever naar Charleroi. De journalisten struinden even door de Rue de Montagne, de steile winkelstraat in het centrum, ze babbelden wat in een café waar ’s morgens al om half tien bier wordt getapt. En dan was weer eens bevestigd wat de Vlamingen al lang wisten: Charleroi is niks en wordt niks. Net als de rest van Wallonië, trouwens.

Bij de aanblik van Charleroi ligt deze conclusie voor de hand. Maar ze is ook koud en liefdeloos, alsof de Vlamingen vergeten zijn hoe het was om aan de grond te zitten. Want ooit was juist Vlaanderen het decor van de uitzichtloosheid in België. Het gewest was straatarm, werd slecht bestuurd, en ging gebukt onder een Franstalige elite die alle macht voor zichzelf opeiste. De ontsnapping uit die situatie was een krachttoer die generaties lang heeft geduurd.

Een kind dat nu opgroeit onder de rook van de zieltogende Charleroise industrie staat nog maar aan het begin van dat proces. De kans is groot dat niet alleen zijn vader maar ook zijn opa werkloos is, ten prooi gevallen aan de omvangrijke saneringsoperaties die de afgelopen decennia tienduizenden banen hebben gekost en die de werkloosheid hebben opgestuwd tot meer dan 30 procent. Neem daarbij de diepgewortelde trots van de Charloise arbeider, die de blik op de wereld vernauwt, en je belandt al snel in een café, wachtend op betere tijden.

Wachten, zitten, bier drinken, een beetje kletsen – initiatief is ver te zoeken bij de stamgasten van ’Le Tonneau’, ’La Maison des 8 Heures’, ’Aux Combattants’, ’Chez Angelina’, en hoe al die kroegen verder ook allemaal heten. De Carolais, of ’Carolo’s’ zoals Vlamingen de inwoners van Charleroi noemen, trekken aan hun peuk en halen hun schouders op over het nieuws dat hun burgemeester en een stel stedelijke topambtenaren zijn gearresteerd. Het laat hen koud dat hun grootste politieke partij, de Parti Socialiste (PS), de zoveelste diepe crisis doormaakt.

„Politici zijn toch allemaal zakkenvullers”, zegt de ene helft desgevraagd. De andere helft vindt hetzelfde, maar zoekt de schuldigen hoger.

In hun ogen is niet burgemeester Jacques van Gompel de kwaaie pier. Le grand Jacques blijft voor hen een joviale gast die zijn ambt nog maar enkele weken geleden met een nieuwe termijn verlengd zag dankzij 17.916 voorkeursstemmen in de gemeenteraadsverkiezingen. Net als het gewone volk is hij geen dader, maar een slachtoffer van de affaires. „Van Gompel is een brave man, te goed voor deze wereld.”

Over hoe het nu verder moet, is in de cafés en op straat nauwelijks een zinnig woord te beluisteren. De mensen zijn zelfs niet boos. Terwijl het Openbaar Ministerie het ene na het andere schandaal naar boven haalt, zitten de Carolo’s bij de pakken neer. Zo heeft de overheid zelfs de taak op zich genomen om boos te zijn op het Charleroise stadsbestuur.

Dit is dan ook de werkelijke schade die de in opspraak geraakte politici aanrichten in Charleroi. De tienduizend euro die een schepen aan wijn declareerde bij de straatarme huisvestingsmaatschappij La Caroloregìènne, het feit dat het bloeiende advocatenkantoor van PS-kopstuk Jean-Claude van Cauwenberghe tien procent van zijn omzet haalt uit dossiers van deze maatschappij, de 425.000 euro aan onregelmatige facturen die de burgemeester door het college sluisde om bevriende aannemers te bevoordelen – het zijn slechts symptomen. De echte schade is de zoveelste boodschap aan de Carolo’s dat er nooit iets zal veranderen en dat het zinloos is te streven naar verbetering.

Het is een treurig vonnis voor Charleroi, dat twintig jaar geleden fuseerde met veertien omliggende dorpen. De gemeente is met 210.000 inwoners de grootste stad van Wallonië en de derde van België.

Er is bovendien best wat op af te dingen. Ten noorden van de stad zorgen de internationale luchthaven Charleroi-Gosselies en het moderne industrieterrein met een gigantische complex van Caterpillar voor nieuw elan. Bij Chatelet, ten oosten, biedt de staalwalserij van Arcelor een moderne aanblik. En de huizen langs l’Eau d’heure, een zijriviertje van de Sambre, worden steeds populairder bij onder meer Vlamingen, die er voor een prikje groot kunnen wonen. De deelgemeenten Montigny-le-Tilleul en Loverval zijn zelfs welvarend te noemen.

Maar deze lichtpuntjes zijn er eerder ondanks dan dankzij het stadsbestuur. Vanaf de Tweede Wereldoorlog hebben de socialisten van de PS bijna altijd de absolute meerderheid gehad in de stad. De afgelopen verkiezingen wonnen ze op precies dezelfde manier als dertig jaar geleden. Niet met intellectuele vergezichten, maar door hun achterban te bevestigen in een zelfbeeld dat al lang niet meer houdbaar is, en dat inmiddels zelfs een perverse uitwerking heeft: we zijn allemaal geboren socialisten en de enige echte arbeiders, en zelfs een uitkering doet daar niets aan af.

Burgemeester Jacques Van Gompel verscheen op alle braderieën, dronk pinten met zijn achterban en gaf voortdurend schouderklopjes. Toen in het voorjaar zijn kabinetschef Patrick Henseval werd gearresteerd, reageerde hij zo naïef dat hem mogelijk niet eens kwade opzet kan worden verweten. „Ik hoop dat de zaak snel kan worden gesloten en dat de schuldigen gestraft en de onschuldigen gezuiverd zullen worden”, sprak hij. Het was de Carolo’s uit het hart gegrepen.

Nu de politieke dagen van Van Gompel zijn geteld, loopt zijn vervanger zich al warm. Over de kandidatuur van Léon Casaert hoefde geen moment te worden nagedacht, want hij had met 6312 voorkeursstemmen de meeste fans ná Van Gompel.

De voormalige vakbondsman is ook uit precies hetzelfde hout gesneden als de gedetineerde burgervader. Door recepties af te lopen, schouderklopjes te geven en joviaal te zijn, kreeg Casaert vooral de oudere Carolo’s in zijn kamp.

De PS blijft dus aan de macht. Hoewel landelijk partij-topman Elio di Rupo eens te meer heeft aangekondigd dat corruptie en vriendjespolitiek worden uitgebannen, lijkt de partij niet half te beseffen wat ze in Charleroi heeft aangericht.

Zo piekert partijbons Jean-Claude Van Cauwenberghe er niet over zijn positie te heroverwegen. Hij is nog altijd mateloos populair. En wat de betrokkenheid van zijn advocatenkantoor bij de schandalen betreft: het juridische werk laat hij al twintig jaar geheel over aan zijn ondergeschikten. In Charleroi boert ook zijn zoon uitstekend in de partij. Ook hij voelt zich door de affaires totaal niet aangesproken. Politiek verandert er dus weinig.

Het verval in Charleroi gaat intussen door. Want nu komt er uit veel schoorstenen nog rook. Sommige scheiden gele zwavelachtige dampen af, andere produceren een zoete, prikkende rook, die soms laag in de straten hangt. Maar de komende jaren zullen er zeker meer schoorstenen uitdoven, waardoor nog meer banen verdwijnen.

Het decor blijft dus staan, maar verwordt tot een stilleven. En als het bestuur niet wakker wordt, geldt dat straks ook voor de Carolo’s in hun cafés.


Burgemeester werd ooit naar voren geschoven als ’Meneer Schone Handen’

“Ik ben burgemeester van Charleroi sinds 2000. En ik reken erop dat ik het nog vele jaren zal blijven?”

Met die woorden sluit Jacques Van Gompel zijn juichende succesverhaal af op zijn eigen website af. Maar de site is sinds vrijdag 20 oktober niet meer actueel. Die avond, om precies acht uur, werd Van Gompel vastgezet in de gevangenis. Een dag later dicteerde de burgervader vanuit zijn cel zijn ontslagbrief.

Van Gompel werd in 1995 door de Parti Socialiste (SP) naar voren geschoven als Monsieur Propre (’Meneer Schone Handen’), die zou afrekenen met de schandaalsfeer die het stadsbestuur omgaf. Maar inmiddels wordt hij zelf verdacht van valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken en oplichting als openbaar ambtenaar.

Hij zou verdachte facturen ter waarde van 425.000 euro door het college van burgemeester en schepenen hebben laten goedkeuren. De facturen getuigen in de eerste plaats van de vriendjespolitiek die de stad beheerste. Zo werden bedragen uitgesmeerd over verschillende rekeningen, zodat het bestuur de opdrachten niet openbaar hoefde aan te besteden en dus aan ’vriendjes’ kon geven. Maar soms dienden de opdrachten ook regelrechte privébelangen, zoals de nieuwe verwarmingsketel van 6.000 euro in het huis van voormalig schepen van sport Claude Despiegeleer.

Getuigenissen van Despiegeleer, en ambtenaren tonen aan dat het gesjoemel in de stad al zeker tien jaar duurde.

Volgens het gerecht wist ’Meneer Schone Handen’ ervan, maar deed hij niets, zelfs niet toen het vuur hem steeds nader aan de schenen werd gelegd. In mei verdween zijn kabinetschef Patrick Henseval al achter de tralies, eind september gevolgd door twee stedelijke topambtenaren.

Inmiddels is Van Gompel passé. Een interimcollege past tot december op de winkel en dan treedt er een nieuw college aan.

De ’scandalitis’ heeft echter al wel tot gevolg dat de Parti Socialiste (PS) de macht moet delen met de liberalen en de christendemocraten. Voor het eerst in dertig jaar hebben de socialisten in Charleroi niet meer de absolute meerderheid.


Trouw, 08-11-2006