Barst
17th October 2006, 00:23
Interview met John le Carré
John Le Carré, De Luistervink, Amsterdam: Sijthoff, 2006 (352p)
'Mussolini definieerde fascisme ooit als het samengaan van de macht van het kapitaal en de politieke macht. Wat het huidige Amerika betreft kan je daar nog aan toe voegen: de macht van evangelische christenen en de macht van de media. Alles werkt daar samen in de van God gegeven Amerikaanse missie om de grondstoffen van de wereld te beheersen.'
Aldus de Engelse schrijver John Le Carré in Tegenlicht in gesprek met Chris Kijne. Een gesprek over zijn nieuwste boek 'De Luistervink', zijn recente, geëngageerde werk en de wereld van John Le Carré. Een klein uur interview, waarin de schrijver weinig heel laat van de manier waarop de 'War on Terror' wordt gevoerd en de argumenten die daarvoor worden aangevoerd. Bovendien blijkt de inmiddels 75-jarige schrijver, voorzichtig uitgedrukt, weinig optimistisch over de werkelijke motieven van de Amerikaanse politieke leiders en hun Britse bondgenoot Tony Blair.
Sinds hij doorbrak naar een groot publiek, begin jaren zestig, met 'The Spy Who Came In From The Cold' gold de Engelse schrijver van spy-novels John Le Carré als dé chroniqueur van de schimmige en cynische wereld van spionage en contra-spionage waarmee het kapitalistische Westen en het communistische Oosten elkaar jarenlang onledig hielden. Met zijn eigen verleden als bureauspion voor de Britse geheime dienst MI-5 in Berlijn was Le Carré als geen ander in staat de wereld van door hem verzonnen zeer menselijke spionnen als George Smiley en zijn harde Russische tegenspeler Karla geloofwaardig neer te zetten.
Maar toen de Muur viel, was het verzamelde recensentendom ervan overtuigd dat de Le Carré's van deze wereld naar een nieuwe werkkring zouden moeten omzien: Muur weg, spionnen weg, George en zijn tegenstanders mét hun geestelijke vaders brodeloos.
In een reeks nieuwe boeken - ze verschijnen met een vrijwel tweejaarlijkse frequentie - heeft Le Carré die verwachting inmiddels al vijftien jaar overtuigend geloochend . Ook de post-Koude-Oorlog wereld blijkt voor hem een onuitputtelijke bron van bloedstollend spannende maar ook zeer maatschappelijk betrokken boeken die het genre van spy-novel verre overstijgen. En waar voor de meeste mensen de Koude Oorlog juist duidelijkheid schiep - de goeden en de slechten waren moeiteloos te onderscheiden - was het juist Le Carré die boek na boek die zekerheden binnenste buiten keerde.
Terwijl hij in de doorgaans verwarrend gevonden wereld sinds de Val van de Muur juist een steeds duidelijker engagement vertoont en een heldere nieuwe vijand lijkt te hebben gevonden in de gulzigheid van een ongeremd Westers bedrijfsleven . Zoals hij het zelf in Tegenlicht formuleert:
'Wanneer wij onze exploitatie van armere landen niet gepaard laten gaan van meer altruisme, van het werkelijk versterken van de democratie ter plaatse en een notie van eerlijk delen - en dat gebeurt nu niet - zie ik geen enkel verschil tussen globalisering en kolonialisme.'
Onlangs verscheen Le Carre's nieuwste boek 'De Luistervink' waarin voor de tweede keer in korte tijd Afrika het slachtoffer wordt van dat gulzige conglomeraat van Westers bedrijfsleven en politiek, in een boek dat net als de voorgangers een steeds gepassioneerder John Le Carré laat zien.
In Tegenlicht een lang gesprek met David Cornwell, alias John le Carré, over de overeenkomsten tussen zijn fictie en onze werkelijkheid
Tegenlicht, vrijdag 20 oktober 2006 09:55 Ned 2.
Lees tevens: http://extra.volkskrant.nl/select/boeken/artikel.php?id=170
John Le Carré, De Luistervink, Amsterdam: Sijthoff, 2006 (352p)
'Mussolini definieerde fascisme ooit als het samengaan van de macht van het kapitaal en de politieke macht. Wat het huidige Amerika betreft kan je daar nog aan toe voegen: de macht van evangelische christenen en de macht van de media. Alles werkt daar samen in de van God gegeven Amerikaanse missie om de grondstoffen van de wereld te beheersen.'
Aldus de Engelse schrijver John Le Carré in Tegenlicht in gesprek met Chris Kijne. Een gesprek over zijn nieuwste boek 'De Luistervink', zijn recente, geëngageerde werk en de wereld van John Le Carré. Een klein uur interview, waarin de schrijver weinig heel laat van de manier waarop de 'War on Terror' wordt gevoerd en de argumenten die daarvoor worden aangevoerd. Bovendien blijkt de inmiddels 75-jarige schrijver, voorzichtig uitgedrukt, weinig optimistisch over de werkelijke motieven van de Amerikaanse politieke leiders en hun Britse bondgenoot Tony Blair.
Sinds hij doorbrak naar een groot publiek, begin jaren zestig, met 'The Spy Who Came In From The Cold' gold de Engelse schrijver van spy-novels John Le Carré als dé chroniqueur van de schimmige en cynische wereld van spionage en contra-spionage waarmee het kapitalistische Westen en het communistische Oosten elkaar jarenlang onledig hielden. Met zijn eigen verleden als bureauspion voor de Britse geheime dienst MI-5 in Berlijn was Le Carré als geen ander in staat de wereld van door hem verzonnen zeer menselijke spionnen als George Smiley en zijn harde Russische tegenspeler Karla geloofwaardig neer te zetten.
Maar toen de Muur viel, was het verzamelde recensentendom ervan overtuigd dat de Le Carré's van deze wereld naar een nieuwe werkkring zouden moeten omzien: Muur weg, spionnen weg, George en zijn tegenstanders mét hun geestelijke vaders brodeloos.
In een reeks nieuwe boeken - ze verschijnen met een vrijwel tweejaarlijkse frequentie - heeft Le Carré die verwachting inmiddels al vijftien jaar overtuigend geloochend . Ook de post-Koude-Oorlog wereld blijkt voor hem een onuitputtelijke bron van bloedstollend spannende maar ook zeer maatschappelijk betrokken boeken die het genre van spy-novel verre overstijgen. En waar voor de meeste mensen de Koude Oorlog juist duidelijkheid schiep - de goeden en de slechten waren moeiteloos te onderscheiden - was het juist Le Carré die boek na boek die zekerheden binnenste buiten keerde.
Terwijl hij in de doorgaans verwarrend gevonden wereld sinds de Val van de Muur juist een steeds duidelijker engagement vertoont en een heldere nieuwe vijand lijkt te hebben gevonden in de gulzigheid van een ongeremd Westers bedrijfsleven . Zoals hij het zelf in Tegenlicht formuleert:
'Wanneer wij onze exploitatie van armere landen niet gepaard laten gaan van meer altruisme, van het werkelijk versterken van de democratie ter plaatse en een notie van eerlijk delen - en dat gebeurt nu niet - zie ik geen enkel verschil tussen globalisering en kolonialisme.'
Onlangs verscheen Le Carre's nieuwste boek 'De Luistervink' waarin voor de tweede keer in korte tijd Afrika het slachtoffer wordt van dat gulzige conglomeraat van Westers bedrijfsleven en politiek, in een boek dat net als de voorgangers een steeds gepassioneerder John Le Carré laat zien.
In Tegenlicht een lang gesprek met David Cornwell, alias John le Carré, over de overeenkomsten tussen zijn fictie en onze werkelijkheid
Tegenlicht, vrijdag 20 oktober 2006 09:55 Ned 2.
Lees tevens: http://extra.volkskrant.nl/select/boeken/artikel.php?id=170