PDA

Bekijk de volledige versie : Nederland stukje groter


Barst
24th September 2006, 03:28
Raad van State: ‘Deel van Antillen gemeente maken’


Den Haag, 21 sept. Nederland wordt, als het aan de Raad van State ligt, een stuk groter. Na het opheffen van de Antilliaanse landsregering en autonomie voor Curaçao en Sint Maarten, moeten de overige Antilliaanse eilanden worden toegevoegd aan het grondgebied van Nederland.


Bonaire, Saba en Sint Eustatius krijgen dan een positie die vergelijkbaar is met een Nederlandse gemeente. Dat schrijft de Raad van State in een ‘voorlichtingsadvies’ aan minister Nicolaï (Koninkrijksrelaties, VVD). Bonaireanen, Sabanen en Statianen in het bezit van een Nederlands paspoort moeten dan ook stemrecht krijgen voor de verkiezingen van de Eerste en Tweede Kamer.

Per medio 2007 willen de eilanden het Antilliaanse staatsverband opheffen. Curaçao en Sint Maarten opteren voor een autonome status binnen het koninkrijk, net zoals Aruba, terwijl Bonaire, Saba en Sint Eustatius kozen voor een directe band met Nederland.

De raad adviseert om deze kleinere eilanden de status van „openbaar lichaam” te geven, zoals dat in het verleden ook het geval was bij het tijdelijke bestuur voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders. Vervolgens zal de Nederlandse Gemeentewet van toepassing zijn. Niet alle Nederlandse wetgeving op het gebied van lokaal bestuur zal onverkort worden toegepast, „al zal dat na een overgangsperiode wel de hoofdregel moeten zijn”. De provinciale bevoegdheden moeten voor die drie eilanden worden waargenomen door de Nederlandse regering.

De raad adviseert verder om na een autonome status voor Curaçao en Sint Maarten, de rechtspraak in handen te laten van een gemeenschappelijk Hof van Justitie voor alle Caraïbische delen van het koninkrijk, anders is onafhankelijke rechtspraak en uniform procesrecht niet gegarandeerd.

De raad waarschuwt voor optimisme over de deadline van juli 2007 voor het opheffen van de Antilliaanse landsregering. Dan zijn er nog tien maanden te gaan en dat is „krap, maar het is in deze fase eveneens bezwaarlijk om die datum zonder meer als onhaalbaar terzijde te schuiven”.


NRC, 21 september 2006