PDA

Bekijk de volledige versie : Religie heeft geen monopolie op moraal


Barst
13th September 2006, 23:56
Geloof en politiek / Religie heeft geen monopolie op moraal


Geloof kan zeker een inspiratiebron zijn voor de politiek. Maar we moeten religie ook niet mooier maken dan zij is.


De hoofdstelling van Job Cohen ( Podium, 12 september ) – als ik die mag vertalen met: een religieus geïnspireerd denken kan de samenleving en de politiek een zinvolle spiegel voorhouden – is mij sympathiek, en de auteur zelf ook. Daarom is het met de nodige voorzichtigheid dat ik er een paar nuanceringen of aanvullingen bij voorstel, waarmee ik, naar ik aanneem, overigens niet tegenover maar naast de burgemeester sta.

Geloof kan zeker een inspiratiebron zijn voor een kritisch maatschappelijk en politiek denken. Maar dat geldt evenzo voor andere ideologieën, zoals socialisme of liberalisme, voor zover niet al te gecorrumpeerd door partijbelangen of andere vertekeningen vanuit de politieke praktijk. Religie heeft bepaald geen monopolie op moraal.

Ik wil nog wel een stap verder gaan: het lijkt me dat historisch gezien religie vaker de maatschappelijk zich ontwikkelende moraal volgt en van een religieuze legitimatie voorziet, dan dat ze voorop loopt in het ontwerpen ervan. Anders gezegd: religie is vaker meer de ’sacrale’ vertaling dan de bron van de moraal.

Juist door die functie van sacrale legitimatie van maatschappelijke opvattingen over goed en kwaad, loopt religieus geïnspireerd moreel denken ook nogal eens achter op hoognodige verandering en bijstelling van opvattingen. Als je iets eenmaal als ’absolute waarheid’ of ’goddelijk gebod’ hebt gedefinieerd, kom je al snel jezelf tegen wanneer het tij verloopt en ook de normatieve bakens verzet moeten worden.

Veel waarden waar wij zeer aan hechten –individuele vrijheid en zelfbeschikking, emancipatie van velerlei soorten, democratie, seksuele vrijheid – hebben we dan ook eerder ’op de kerk veroverd’ dan aan de kerk te danken. We moeten het niet mooier maken dan het is door religie al te vrolijk als de bron van onze belangrijke waarden voor te stellen.

Bovendien is ’religie’ een te vaag begrip om in het soort stellingen te worden opgenomen zoals de titel die boven het artikel terechtkwam: ’Religie heeft PvdA moreel anker te bieden’. Welke religie bedoelen we? Natuurlijk is er een stroom van denken – in diverse varianten van religiositeit – die zich manifesteert in praktische en politieke solidariteit met de sociaal zwakkeren, in pleidooien voor een zorgvuldige omgang met de natuur, in oproepen om ook ’de ander’ als beelddrager van God te respecteren. Maar er is ook het religieuze denken van de huidige homo-verkettering, van de vroegere heksenverbrandingen en van het eeuwenoude antisemitisme. Het is niet alles goud wat religieus blonk en blinkt.

Reflectie en kritische spiegels kunnen we niet gauw te veel hebben, maar het is wel zaak om in het oog te houden dat het niet ’de religie’ is die reflecteert, maar ménsen, die hun persoonlijke visie op hun eigen wijze, bijvoorbeeld religieus, legitimeren of onderbouwen. Zodat je ook in de hedendaagse praktijk – en de geschiedenis – van de meeste religies zeer tegenstrijdige visies kunt tegenkomen, allemaal ’religieus’, maar ook allemaal gebaseerd op uiteindelijk zelfgekozen exegeses, mens- en maatschappijvisies.

’Religie’ als categorie omvat een breed scala van denken en doen. Van kerstlied (’Vrede op aarde’) tot kalasjnikovs, en van stimulerende spiritualiteit tot zelfgenoegzaam slaapmiddel. Dat is wat het zo verwarrend maakt, en – bij onvoldoende onderkenning daarvan – de discussie vaak tot oppervlakkigheid veroordeelt.

Die discussie over de rol van religie moet echter wel gevoerd worden, en grondig ook, om begrip te genereren van wat er allemaal gebeurt in naam van of ondanks de religie, wereldwijd en in eigen land. Helaas hoort daar ook bij dat ’religieus denken’ niet alleen de gangbare moraal kan ’sacraliseren’ en bevestigen, maar ook de potentie heeft om de moraal op te heffen. Met een vastbesloten of autoritair ’God wil het’ is historisch gezien heel wat empathie of medemenselijkheid buiten werking gesteld: door kruisvaarders, djihadisten, inquisitierechters, mannenbroeders, profeten, politici en prelaten.

Religie is in zichzelf maatschappelijk niet ’goed’ of ’slecht’: het is gewoon maar al te menselijk in de meeste manifestaties ervan, dus ook met mooie en mindere kanten. En al te vaak wordt de religie er ook bijgesleept om andere doelen te dienen, als rationalisering of rookgordijn, als instrument ten goede of ten kwade.

Vaak lijkt het erop dat een realistische discussie over de rol van religie belemmerd wordt, door eenzijdige benadrukking van ofwel het fraaie ofwel het vreeswekkende. Dan is het soms wel goed om de discussie even vanaf de grond af op te bouwen en niet halverwege te starten met geïdealiseerde (of getergde) ’conclusies’ over wat ’religie’ is of doet.


Henk Tieleman is econoom en antropoloog, hoogleraar te Utrecht en oud-decaan van de faculteit theologie.


Trouw, 13-09-2006