Barst
20th August 2006, 13:25
Een voor altijd gebroken stem
Er bestaat natuurlijk niet zoiets als een vader die het verdient om een kind te verliezen. En al helemaal niet op de gewelddadige manier die aan het verschijnsel oorlog vasthangt. Het is het soort gruwel dat je niemand toewenst.
Maar dit kun je wel met grote stelligheid beweren: als er iemand, meer dan wie ook, zulk leed moest bespaard blijven, dan wel David Grossman. De man - schrijver van romans, kinderverhalen, essays - is een in Israël geboren zoon van Oost-Europese joden. Toen hij zo'n dertig jaar geleden op school voor een tweede vreemde taal de keuze moest maken tussen Frans en Arabisch, rekenden zijn ouders erop dat hij voor Frans zou gaan. De tiener haalde bij wijze van antwoord de kaart van Israël boven en zei: ,,Kijk eens naar onze buurlanden.'' Het was een eerste statement in een hele reeks acties die hij ondernam om met en over die buren te communiceren.
Vanzelfsprekend staat hij op de eerste rij als het voortbestaan van Israël moet worden verdedigd, maar hij is niet blind voor de fouten van het land en zijn regeringen. Zowel in eigen land als daarbuiten heeft hij hartstochtelijke pleidooien gehouden voor een Palestijnse staat. Hij heeft Palestijnse boeren geholpen met hun oogst toen dat met het optrekken van 'de muur' nog amper mogelijk was.
Tientallen bijdragen heeft hij inmiddels gewijd aan het moeizame samenleven in het Midden-Oosten. De toon is altijd betrokken maar genuanceerd. Zijn boodschap is onveranderlijk dezelfde: geweld haalt niets uit. Praten is het enige wat ons vooruit kan helpen. Praten en wederzijds respect. Begrip voor elkaars verleden. Aanvaarden dat er aan beide kanten fouten zijn gemaakt. Toegeven dat littekens, hoe schrijnend ook, geen excuus zijn.
Het heeft allemaal niet kunnen beletten dat uitgerekend deze man vorige zaterdag het pijnlijkst denkbare litteken in zijn ziel gekerfd heeft gekregen. Uri - zijn zoon die over een week 21 zou worden en van wie hij trots en liefdevol vertelde dat hij de spil was in zijn gezin, één brok vrolijke energie - is, op een zucht van het einde van zijn legerdienst, omgekomen in Libanon. Tijdens een volslagen nutteloze militaire operatie, omdat de oorlogslogica (iemand moet de paradox in dat woord eens uitleggen) wilde dat er met spierballen werd gerold.
Het is te hartverscheurend voor woorden. Stof waar klassieke tragedies uit worden opgetrokken.
De dag voor Uri's dood vatte Ludo Abicht het in deze krant trefzeker samen: alle betrokken partijen in deze oorlog, ze hebben gelijk, ja hoor, allemaal. Maar ondertussen vallen er wel doden.
Als je, alleen al aan Israëlische kant, enkele van de namen leest, medeslachtoffers van die dramatische zaterdag: korporaal Ya`ar Ben Giat (19), sergeant Tzachi Krips (20), sergeant Yaniv Temerson (21), sergeant Yosef Abitboul (19), kapitein Shai Bernstein (24), dan valt onvermijdelijk de parallel op met de Westhoek en Frankrijk. Ook daar slaat de onthutsende jeugdigheid je in het gezicht in tientallen kerken, op honderden gedenktekens en op duizenden grafzerken. Bijna een eeuw later blijken we er niks uit te hebben geleerd.
Op de site van de Engelstalige Israëlische krant Ha'aretz staan sympathiebetuigingen van over de hele wereld met David Grossman. Een man uit Jeruzalem besluit met: ,,Meneer Grossman, ga er alsjeblieft mee door de stem te zijn van het gezond verstand en de pleitbezorger van het einde van dit conflict.'' Als je herleest wat Grossman de voorbije jaren voor deze krant aan opinies heeft neergeschreven, kun je je alleen maar bij die oproep aansluiten. Maar het valt nog te bezien of Grossman, de scherpe observator met het grote hart en de weemoedige humor, daar de energie voor zal vinden. Bovendien blijft het zeer de vraag of er nu wél naar hem zou worden geluisterd door diegenen die zijn boodschap het hardst nodig hebben en die over de middelen beschikken om er iets mee te doen.
In oktober van 2001 hield Grossman in de nasleep van 9/11 een week lang een dagboek bij voor de krant. Op dat ogenblik deed de oudste zoon, Jonathan, legerdienst en zaten Uri en Ruth, de jongste, nog op school. Dit waren de regels waarmee hij het dagboek afrondde: ,,De week loopt ten einde. De gebeurtenissen van deze week waren zo scherp dat ik niet de tijd heb gehad om over de vele belangrijke dingen te schrijven die me na aan het hart liggen: over mijn zoon die een surrealistisch toneelstuk aan het schrijven is voor de toneelgroep van zijn middelbare school, over de voetbalwedstrijd die we samen bekeken hebben op de televisie: Manchester United tegen Deportivo la Coruña (met de buitensporige flaters van Barthez), over mijn dochter die een wetenschappelijke studie voorbereidt over haar parkiet, over mijn oudste zoon die in het leger is en over wie ik me elke seconde zorgen maak. Ook over onze 25ste huwelijksverjaardag deze week, die we deze keer met veel ongerustheid vieren. Zullen we erin slagen om dit fragiele en kwetsbare gezin de komende jaren in stand te houden?''
Vijf jaar later heeft hij een onherroepelijk definitief antwoord gekregen.
Anni van Landeghem (De auteur is adjunct-hoofdredacteur van deze krant.)
http://www.haaretz.com/hasen/spages/750005.html
http://www.standaard.be/grossman
DS, 19-08-2006
Er bestaat natuurlijk niet zoiets als een vader die het verdient om een kind te verliezen. En al helemaal niet op de gewelddadige manier die aan het verschijnsel oorlog vasthangt. Het is het soort gruwel dat je niemand toewenst.
Maar dit kun je wel met grote stelligheid beweren: als er iemand, meer dan wie ook, zulk leed moest bespaard blijven, dan wel David Grossman. De man - schrijver van romans, kinderverhalen, essays - is een in Israël geboren zoon van Oost-Europese joden. Toen hij zo'n dertig jaar geleden op school voor een tweede vreemde taal de keuze moest maken tussen Frans en Arabisch, rekenden zijn ouders erop dat hij voor Frans zou gaan. De tiener haalde bij wijze van antwoord de kaart van Israël boven en zei: ,,Kijk eens naar onze buurlanden.'' Het was een eerste statement in een hele reeks acties die hij ondernam om met en over die buren te communiceren.
Vanzelfsprekend staat hij op de eerste rij als het voortbestaan van Israël moet worden verdedigd, maar hij is niet blind voor de fouten van het land en zijn regeringen. Zowel in eigen land als daarbuiten heeft hij hartstochtelijke pleidooien gehouden voor een Palestijnse staat. Hij heeft Palestijnse boeren geholpen met hun oogst toen dat met het optrekken van 'de muur' nog amper mogelijk was.
Tientallen bijdragen heeft hij inmiddels gewijd aan het moeizame samenleven in het Midden-Oosten. De toon is altijd betrokken maar genuanceerd. Zijn boodschap is onveranderlijk dezelfde: geweld haalt niets uit. Praten is het enige wat ons vooruit kan helpen. Praten en wederzijds respect. Begrip voor elkaars verleden. Aanvaarden dat er aan beide kanten fouten zijn gemaakt. Toegeven dat littekens, hoe schrijnend ook, geen excuus zijn.
Het heeft allemaal niet kunnen beletten dat uitgerekend deze man vorige zaterdag het pijnlijkst denkbare litteken in zijn ziel gekerfd heeft gekregen. Uri - zijn zoon die over een week 21 zou worden en van wie hij trots en liefdevol vertelde dat hij de spil was in zijn gezin, één brok vrolijke energie - is, op een zucht van het einde van zijn legerdienst, omgekomen in Libanon. Tijdens een volslagen nutteloze militaire operatie, omdat de oorlogslogica (iemand moet de paradox in dat woord eens uitleggen) wilde dat er met spierballen werd gerold.
Het is te hartverscheurend voor woorden. Stof waar klassieke tragedies uit worden opgetrokken.
De dag voor Uri's dood vatte Ludo Abicht het in deze krant trefzeker samen: alle betrokken partijen in deze oorlog, ze hebben gelijk, ja hoor, allemaal. Maar ondertussen vallen er wel doden.
Als je, alleen al aan Israëlische kant, enkele van de namen leest, medeslachtoffers van die dramatische zaterdag: korporaal Ya`ar Ben Giat (19), sergeant Tzachi Krips (20), sergeant Yaniv Temerson (21), sergeant Yosef Abitboul (19), kapitein Shai Bernstein (24), dan valt onvermijdelijk de parallel op met de Westhoek en Frankrijk. Ook daar slaat de onthutsende jeugdigheid je in het gezicht in tientallen kerken, op honderden gedenktekens en op duizenden grafzerken. Bijna een eeuw later blijken we er niks uit te hebben geleerd.
Op de site van de Engelstalige Israëlische krant Ha'aretz staan sympathiebetuigingen van over de hele wereld met David Grossman. Een man uit Jeruzalem besluit met: ,,Meneer Grossman, ga er alsjeblieft mee door de stem te zijn van het gezond verstand en de pleitbezorger van het einde van dit conflict.'' Als je herleest wat Grossman de voorbije jaren voor deze krant aan opinies heeft neergeschreven, kun je je alleen maar bij die oproep aansluiten. Maar het valt nog te bezien of Grossman, de scherpe observator met het grote hart en de weemoedige humor, daar de energie voor zal vinden. Bovendien blijft het zeer de vraag of er nu wél naar hem zou worden geluisterd door diegenen die zijn boodschap het hardst nodig hebben en die over de middelen beschikken om er iets mee te doen.
In oktober van 2001 hield Grossman in de nasleep van 9/11 een week lang een dagboek bij voor de krant. Op dat ogenblik deed de oudste zoon, Jonathan, legerdienst en zaten Uri en Ruth, de jongste, nog op school. Dit waren de regels waarmee hij het dagboek afrondde: ,,De week loopt ten einde. De gebeurtenissen van deze week waren zo scherp dat ik niet de tijd heb gehad om over de vele belangrijke dingen te schrijven die me na aan het hart liggen: over mijn zoon die een surrealistisch toneelstuk aan het schrijven is voor de toneelgroep van zijn middelbare school, over de voetbalwedstrijd die we samen bekeken hebben op de televisie: Manchester United tegen Deportivo la Coruña (met de buitensporige flaters van Barthez), over mijn dochter die een wetenschappelijke studie voorbereidt over haar parkiet, over mijn oudste zoon die in het leger is en over wie ik me elke seconde zorgen maak. Ook over onze 25ste huwelijksverjaardag deze week, die we deze keer met veel ongerustheid vieren. Zullen we erin slagen om dit fragiele en kwetsbare gezin de komende jaren in stand te houden?''
Vijf jaar later heeft hij een onherroepelijk definitief antwoord gekregen.
Anni van Landeghem (De auteur is adjunct-hoofdredacteur van deze krant.)
http://www.haaretz.com/hasen/spages/750005.html
http://www.standaard.be/grossman
DS, 19-08-2006