Barst
19th August 2006, 15:12
Allochtonen voelen zich meest gediscrimineerd op school
Meer dan twee allochtonen op de vijf vinden dat ze minder kansen krijgen in het onderwijs, vooral door hun afkomst. Bijna een op de vijf meent dat hij minder kans maakt op een job vanwege zijn uiterlijk. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek Beleving van gelijke kansen in de levensloop dat De Morgen kon inkijken.
In opdracht van minister van Gelijke Kansen Kathleen Van Brempt (sp.a) vroeg socioloog Steven Lenaers van de Universiteit Hasselt aan 2.655 Vlamingen hoe tevreden ze zijn over hun kansen op werk, relaties, persoonlijke ontwikkeling, geld, onderwijs, gezondheid, vrije tijd en in het huishouden.
De Vlaming vindt dat hij op alle acht gebieden gelijke kansen of meer kansen heeft dan zijn medeburgers. Hij is bijzonder tevreden over de kansen op het vlak van gezondheidszorg en relaties, die hij meteen ook de belangrijkste gebieden van het leven vindt. Of je meer of minder kansen krijgt, ligt volgens de Vlaming in de eerste plaats aan persoonlijke factoren, zoals karakter en de keuzes die je maakt. Op de tweede plaats hangt het af van anderen. Dat kunnen ouders, leraars, vrienden, een partner, maar ook de samenleving zijn. Op de derde plaats kent de Vlaming een rol toe aan het toeval.
Sommige groepen vinden echter dat zij op verschillende gebieden van het leven minder kansen krijgen. Op zeven van de acht gebieden menen allochtonen dat ze de minste kansen krijgen. De grootste ontevredenheid situeert zich bij de allochtonen echter op het vlak van onderwijs en werk; 42 procent vindt dat ze minder kansen krijgen op het vlak van onderwijs en vorming, een derde (32 procent) wijt het gebrek aan kansen aan hun afkomst, 17 procent van de allochtonen zegt dat ze minder kans maken op een job vanwege hun uiterlijk. "Een goede opleiding vinden allochtonen belangrijker (8,4 op de tien) dan autochtonen (7,8 op de tien)", zegt Lenaers. "Het is dus niet zo dat allochtonen minder overtuigd zijn van het belang van studeren. Vooral taalproblemen en het sociale milieu waaruit ze komen zorgen ervoor dat zij minder kansen ervaren. Wat werk betreft, kan milieu en opleiding de grotere werkloosheid niet verklaren. Hier is sprake van discriminatie."
Maar zelfs op het gebied van relaties voelen allochtonen zich achtergesteld. Twintig procent van hen vindt dat ze minder kans maken op een relatie. Op dat vlak scoren holebi’s nog slechter. Eén op de vijf voelt zich daar achtergesteld en wijt dat grotendeels aan de geaardheid.
DM, 19-08-2006
Meer dan twee allochtonen op de vijf vinden dat ze minder kansen krijgen in het onderwijs, vooral door hun afkomst. Bijna een op de vijf meent dat hij minder kans maakt op een job vanwege zijn uiterlijk. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek Beleving van gelijke kansen in de levensloop dat De Morgen kon inkijken.
In opdracht van minister van Gelijke Kansen Kathleen Van Brempt (sp.a) vroeg socioloog Steven Lenaers van de Universiteit Hasselt aan 2.655 Vlamingen hoe tevreden ze zijn over hun kansen op werk, relaties, persoonlijke ontwikkeling, geld, onderwijs, gezondheid, vrije tijd en in het huishouden.
De Vlaming vindt dat hij op alle acht gebieden gelijke kansen of meer kansen heeft dan zijn medeburgers. Hij is bijzonder tevreden over de kansen op het vlak van gezondheidszorg en relaties, die hij meteen ook de belangrijkste gebieden van het leven vindt. Of je meer of minder kansen krijgt, ligt volgens de Vlaming in de eerste plaats aan persoonlijke factoren, zoals karakter en de keuzes die je maakt. Op de tweede plaats hangt het af van anderen. Dat kunnen ouders, leraars, vrienden, een partner, maar ook de samenleving zijn. Op de derde plaats kent de Vlaming een rol toe aan het toeval.
Sommige groepen vinden echter dat zij op verschillende gebieden van het leven minder kansen krijgen. Op zeven van de acht gebieden menen allochtonen dat ze de minste kansen krijgen. De grootste ontevredenheid situeert zich bij de allochtonen echter op het vlak van onderwijs en werk; 42 procent vindt dat ze minder kansen krijgen op het vlak van onderwijs en vorming, een derde (32 procent) wijt het gebrek aan kansen aan hun afkomst, 17 procent van de allochtonen zegt dat ze minder kans maken op een job vanwege hun uiterlijk. "Een goede opleiding vinden allochtonen belangrijker (8,4 op de tien) dan autochtonen (7,8 op de tien)", zegt Lenaers. "Het is dus niet zo dat allochtonen minder overtuigd zijn van het belang van studeren. Vooral taalproblemen en het sociale milieu waaruit ze komen zorgen ervoor dat zij minder kansen ervaren. Wat werk betreft, kan milieu en opleiding de grotere werkloosheid niet verklaren. Hier is sprake van discriminatie."
Maar zelfs op het gebied van relaties voelen allochtonen zich achtergesteld. Twintig procent van hen vindt dat ze minder kans maken op een relatie. Op dat vlak scoren holebi’s nog slechter. Eén op de vijf voelt zich daar achtergesteld en wijt dat grotendeels aan de geaardheid.
DM, 19-08-2006