PDA

Bekijk de volledige versie : Onbeheersbare wereldcrisis??


Barst
13th August 2006, 22:18
Wereld dreigt te verzeilen in onbeheersbare crisis


Augustus 2006 doet denken aan augustus 1914, toen een onbeheerste crisis tot een wereldbrand leidde, vindt Richard Holbrooke, voormalig Amerikaans V.N.-ambassadeur.


Twee volwassen crises, een in Libanon en een in Irak, versmelten tot één noodsituatie. Vrijwel overal tussen Kairo en Mumbai zou zich een kettingreactie kunnen voordoen. Turkije spreekt over een inval in het noorden van Irak om Koerdische terroristen aan te pakken. Syrië kan gemakkelijk betrokken raken in de oorlog in het zuiden van Libanon. Egypte en Saoedi-Arabië staan onder druk van jihadisten om Hezbollah te steunen, ook al verafschuwen de regeringen in Kairo en Riad die organisatie. Afghanistan verwijt Pakistan dat het een schuilplaats biedt aan Al-Qaeda en de Talibaan; aan weerszijden van hun grens wordt voortdurend gevochten. Met de eigen oorlog van de NAVO in Afghanistan loopt het niet best. India overweegt een strafexpeditie tegen Pakistan, dat achter de bomaanslagen in Mumbai zou zitten.

De enigen die baat hebben bij deze chaos zijn Iran, Hezbollah, Al-Qaeda en de Iraakse shi’itische leider Muqtada Sadr, die vorige week in Bagdad de grootste demonstratie tegen Amerika en Israël van de hele wereld hield, terwijl nog eens zesduizend Amerikaanse militairen de stad in werden gestuurd om een burgeroorlog te ‘voorkomen’ die al begonnen is.

Deze opeenstapeling van explosieve elementen vormt het grootste gevaar voor de stabiliteit in de wereld sinds de Cubaanse rakettencrisis van 1962, de enige confrontatie tussen nucleaire supermogendheden. De Cuba-crisis was wel erg gevaarlijk, maar betrekkelijk simpel: ze kwam neer op twee leiders en geen oorlog. In 13 dagen van briljante diplomatie wist John F. Kennedy Nikita Chroesjtsjov te bewegen de sovjetraketten weg te halen van Cuba.

Kennedy was sterk beïnvloed door Barbara Tuchmans klassieke Kanonnen van augustus, waarin werd beschreven hoe een ogenschijnlijk op zichzelf staande gebeurtenis van 92 zomers geleden – een moordaanslag in Sarajevo door een Servische terrorist – een kettingreactie ontketende die uitliep op de Eerste Wereldoorlog. De verschillen tussen die augustus en deze zijn immens. Maar Tuchman besloot haar boek met een zin die tot in deze crisiszomer naklinkt: „De landen kwamen terecht in een val, een val die in de eerste dertig dagen ontstond uit gevechten die geen beslissing brachten, een val waaruit toen en later geen ontsnappen mogelijk was.”

Te voorkomen dat zo’n val ontstaat, moet het eerste doel zijn van Amerikaans beleid. Helaas blijkt vrijwel nergens uit dat de president en zijn hoogste adviseurs beseffen hoe dicht wij bij een kettingreactie zitten, of dat zij een bredere strategie hebben die het tactische niveau te boven gaat.

Onder de leer van de zelfverdediging, die is neergelegd in artikel 51 van het VN-Handvest, staat buiten kijf dat Israël het wettige recht heeft om op te treden tegen een groep die gezworen heeft dat land te zullen vernietigen en die in Zuid-Libanon duizenden raketten verborgen houdt.

In deze omstandigheden is Amerikaanse steun aan Israël essentieel. Als Washington Jeruzalem in de steek laat, kan het bestaan van de joodse staat in gevaar komen en kan de mondiale crisis snel veel ernstiger worden. De VS moeten duidelijk blijven maken dat zij bereid zijn met diplomatieke en zo nodig militaire middelen Israël te verdedigen.

Maar de VS moeten ook oog hebben voor, en een oplossing vinden voor, de verdergaande consequenties van hun eigen daden en publieke verklaringen. Deze zijn de oorzaak van een ongekende aftakeling van de Amerika’s positie in de wereld, lokken gevaarlijke nieuwe, anti-Amerikaanse coalities uit en stimuleren een nieuwe generatie terroristen. De Amerikaanse terugtrekking uit de actieve diplomatie in het Midden-Oosten sinds 2001 heeft geresulteerd in meer geweld en in een slinkende invloed van de VS. Anderen willen dat vacuüm maar al te graag opvullen.

Het Amerikaanse beleid heeft het onbedoelde maar voorspelbare gevolg gehad dat onze vijanden naar elkaar toe zijn gedreven. In heel de regio hebben de sunnieten en de shi’ieten hun onderlinge afkeer net lang genoeg opgeschort om samen een vuist – of erger – te kunnen maken tegen de VS en Israël. Intussen worden onze troepen in Bagdad door beide zijden – shi’itische milities en sunnitische opstandelingen – onder vuur genomen. Als dat doorgaat heeft de aanwezigheid van de VS in Bagdad geen toekomst.

President Bush is aan zijn land, en speciaal aan de troepen die hun leven wagen, verplicht zijn beleid te heroverwegen. Hij moet een deel van zijn troepen inzetten in het minder gevaarlijke noorden van Irak, om daar op te treden als buffer tussen de steeds roeriger Turken en de ongedurige, op onafhankelijkheid beluste Koerden. Gezien de nieuwe situatie is zo’n hergroepering van troepen, gecombineerd met een gefaseerde vermindering elders – zonder dat vooralsnog definitief besloten wordt tot volledige terugtrekking uit Irak – gerechtvaardigd.

Tegelijkertijd moeten de VS meer troepen sturen naar Afghanistan, waar de situatie is verslechterd. Het Pentagon vermindert het aantal Amerikaanse militairen daar – wat in de regio wordt opgevat als teken dat de belangstelling van de VS voor Afghanistan taant.

Aan het diplomatieke front mogen de VS niet het veld ruimen voor andere landen of de VN. Alle ministers van Buitenlandse Zaken, van Kissinger tot Christopher en Albright, hebben met Syrië onderhandeld, ook de Republikeinse iconen Shultz en Baker. Waarom doet deze regering dat niet ook, inclusief voortdurend intensief overleg met Israël? Dat is in het belang van Israël. In plaats daarvan weigeren regeringsfunctionarissen rechtstreeks te overleggen, en zeggen zij dat „Syrië weet wat het moet doen’’ – wat voorbijgaat aan het wezen van diplomatie.

Dat geldt ook voor overleg met Iran. Waarom staat het machtigste land ter wereld al vijf jaar aan de zijlijn en laat het de internationale dialoog met Teheran voeren door Europeanen, Chinezen en de VN? En waarom is de dialoog beperkt gebleven tot de nucleaire kwestie – die van groot belang is, maar minder nijpend dan de steun en de wapens die Iran aan Hezbollah geeft, en zijn steun aan activiteiten tegen Amerikaanse troepen in Irak.

Inperking van het geweld moet voor Washington op de eerste plaats komen. Daarna moet er een stabiele, veilige oplossing worden gevonden, die Israël bescherming biedt. Ten slotte moet Amerika’s rampzalige verstrengeling in Irak worden ontward, en wel zo dat ze niet uitloopt op een volslagen vernedering. Dit vereist volhardende diplomatie op hoog niveau – precies wat de Amerikaanse regering in het Midden-Oosten heeft vermeden. Washington heeft – of althans had – invloed op de gematigde moderne Arabische landen; die moet het opnieuw gebruiken, in nauw overleg met en ten behoeve van Israël.

Daarnaast moeten wij voorbereid zijn op problemen die ons onverhoeds op de proef zullen stellen. Die kunnen zich voordoen in Turkije, Pakistan, Egypte, Syrië, Jordanië en zelfs Somalië, maar één ding lijkt zeker: komen zúllen ze. Zonder een nieuwe, alomvattende strategie op basis van onze meest urgente nationale-veiligheidsbehoeften – en niet van een soort warrig wilsonianisme – zal deze crisis vrijwel zeker ernstiger worden en om zich heen grijpen.

Richard Holbrooke is voormalig Amerikaans ambassadeur bij de Verenigde Naties © LATimes/ Washington Post


NRC, 11 augustus 2006