Barst
22nd July 2006, 00:05
Nabestaanden willen niet weten dat het alcohol was
In Nederland worden nooit dodelijke verkeersslachtoffers op alcohol getest. Piëteit met de nabestaanden is een reden om dat niet standaard te doen. „Wat is de winst van het overhoop halen van die gevoelens?”
Rotterdam, 21 juli. Als politiechef maakte Ted Peer uit Brabant veel verkeersongelukken mee waarbij hij vermoedde dat er alcohol in het spel was. Konden we dat maar vaststellen, dacht hij telkens. Bijvoorbeeld toen een paar jaar geleden drie twintigers van een houseparty uit Den Bosch terugkwamen en op een verkeerspaal inreden. De bestuurder overleed. De twee jonge passagiers raakten verlamd en voor hun leven arbeidsongeschikt. Het is maar een van de vele voorbeelden, zegt Ted Peer. Soms trof hij op de achterbank van verkeersslachtoffers vele lege flessen aan, soms hoorde hij achteraf van meerijders wat voor drankpartijen aan de fatale autorit vooraf waren gegaan. Met al die informatie kan de politie niets.
Maar volgend jaar misschien wel. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat werkt samen met ambtenaren van Binnenlandse Zaken aan een voorstel om alle dodelijke verkeersslachtoffers op alcohol te testen. Ted Peer pleitte al jaren geleden voor zo’n alcoholtest, maar kreeg geen gehoor. Hij merkte hoe gevoelig het voorstel ligt, ook al loopt Nederland op dit gebied achter op andere Europese landen. De Franse wetgeving bijvoorbeeld maakt een systematisch onderzoek naar alcoholresten in het stoffelijk overschot van verkeersslachtoffers mogelijk. Niet alleen de doden maar alle betrokkenen bij een verkeersongeluk worden in Frankrijk in principe aan een alcoholtest onderworpen. Ook in België en Finland is het testen op alcohol bij dodelijke verkeersslachtoffers mogelijk, al gebeurt het zeker niet standaard.
Piëteit met de nabestaanden is een belangrijke reden waarom Nederland die discussie niet is aangegaan. Familieleden van verkeersdoden, met name als zij zelf de aanstichters van het ongeluk zijn, zitten niet te wachten op de mededeling dat er alcohol in het spel was. Daarom stelt het ministerie voor om de alcoholtest anoniem te houden.
Die anonimiteit zou ook vele pijnlijke schadeclaims en rechtszaken moeten voorkomen. Aan een alcoholtest op verkeersdoden kleven immers ingewikkelde verzekeringsaspecten. Verzekeraars zouden kunnen weigeren geld uit te keren als er alcoholmisbruik aangetoond is. En hoe zit het met de aansprakelijkheid van erfgenamen? Kan een vader belast worden met de schade veroorzaakt door een dronken zoon of dochter?
Momenteel worden alleen van gewonden bloedmonsters of blaastesten afgenomen, tenminste als er een vermoeden bestaat dat zij hebben gedronken. Sterft zo’n gewonde alsnog, dan wordt het onderzoeksresultaat meteen vernietigd. Want in het strafrecht geldt dat mensen die niet meer leven, niet kunnen worden vervolgd.
Ted Peer van de Brabantse politie denkt dat post mortem-alcoholonderzoek kan helpen bij het vaststellen van de aansprakelijkheid. „De samenleving draait nu op voor de kosten van die verlamde arbeidsongeschikte twintigers. De vraag is of dat wel eerlijk is.”
De verkeersorganisatie 3VO vindt dat geen argument. De organisatie is geen voorstander van de alcoholonderzoeken op dodelijke verkeerslachtoffers. De organisatie vraag zich af wat de winst is van „het overhoop halen van zo veel gevoelens”. „Als het alleen gaat om het vaststellen van het aantal verkeersdoden gerelateerd aan alcohol, dan hoeft het wat ons betreft niet”, zegt een woordvoerster. De organisatie zegt dat uit internationale vergelijkingen al op te maken valt dat aan één op de vijf ongevallen „een alcoholluchtje hangt”. 3VO pleit ervoor de aandacht te richten op het verminderen van alcohol in het verkeer, bijvoorbeeld met de snelle instelling van een alcoholslot voor zware drinkers. Dat zou jaarlijks dertig doden besparen.
Ook het Verbond van Verzekeraars ziet niet veel in het voorstel van Verkeer en Waterstaat. „Net als iedereen willen ook wij hier terughoudend in zijn, uit piëteit met de nabestaanden”, laat de bond weten. De verzekeraars menen dat het heel moeilijk is „een dronken automobilist ergens voor verantwoordelijk te houden”. In de meeste polisvoorwaarden staat, dat dat pas kan als iemand niet meer tot rijden in staat is. Volgens het Verbond van Verzekeraars is dat heel breed interpreteerbaar. „Als iemand net een biertje te veel op heeft, is dat dan een reden om de schade te verhalen?”
Waarom Nederland zo terughoudend is vergeleken met andere landen, denkt Wim van Dalen wel te weten. Hij is directeur van de Stichting Alcoholpreventie (Stap). Als er gekozen moet worden tussen het individuele belang en het overheidsbelang, dan weegt in Nederland het eerste vaak zwaarder, zegt hij. De Stichting Alcoholpreventie denkt dat er een grote preventieve werking uit zal gaan van een alcoholtest op alle verkeersdoden.
Directeur Van Dalen juicht zo’n test toe. Weggebruikers zouden eerder bedanken voor een drankje als ze zouden weten hoeveel ongevallen veroorzaakt worden door alcohol. „In landen als de Verenigde Staten is bijna 40 procent van de verkeersslachtoffers aan alcohol toe te schrijven. Nederland heeft zulke keiharde gegevens niet en kan daar dus ook geen effectief beleid aan koppelen”, zegt Van Dalen. Het plan dat Verkeer en Waterstaat samen met Binnenlandse Zaken ontwikkelt voorziet in een aanpassing van de Wet op de lijkbezorging. Die wordt momenteel herzien. Deze wet bepaalt dat bij een onnatuurlijke dood een schouwarts ingeschakeld moet worden. De Tweede Kamer moet het voorstel nog goedkeuren. Als zij akkoord gaat, zou de alcoholtest bij verkeersdoden in de loop van 2007 ingevoerd kunnen worden.
NRC, 21-07-2006
In Nederland worden nooit dodelijke verkeersslachtoffers op alcohol getest. Piëteit met de nabestaanden is een reden om dat niet standaard te doen. „Wat is de winst van het overhoop halen van die gevoelens?”
Rotterdam, 21 juli. Als politiechef maakte Ted Peer uit Brabant veel verkeersongelukken mee waarbij hij vermoedde dat er alcohol in het spel was. Konden we dat maar vaststellen, dacht hij telkens. Bijvoorbeeld toen een paar jaar geleden drie twintigers van een houseparty uit Den Bosch terugkwamen en op een verkeerspaal inreden. De bestuurder overleed. De twee jonge passagiers raakten verlamd en voor hun leven arbeidsongeschikt. Het is maar een van de vele voorbeelden, zegt Ted Peer. Soms trof hij op de achterbank van verkeersslachtoffers vele lege flessen aan, soms hoorde hij achteraf van meerijders wat voor drankpartijen aan de fatale autorit vooraf waren gegaan. Met al die informatie kan de politie niets.
Maar volgend jaar misschien wel. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat werkt samen met ambtenaren van Binnenlandse Zaken aan een voorstel om alle dodelijke verkeersslachtoffers op alcohol te testen. Ted Peer pleitte al jaren geleden voor zo’n alcoholtest, maar kreeg geen gehoor. Hij merkte hoe gevoelig het voorstel ligt, ook al loopt Nederland op dit gebied achter op andere Europese landen. De Franse wetgeving bijvoorbeeld maakt een systematisch onderzoek naar alcoholresten in het stoffelijk overschot van verkeersslachtoffers mogelijk. Niet alleen de doden maar alle betrokkenen bij een verkeersongeluk worden in Frankrijk in principe aan een alcoholtest onderworpen. Ook in België en Finland is het testen op alcohol bij dodelijke verkeersslachtoffers mogelijk, al gebeurt het zeker niet standaard.
Piëteit met de nabestaanden is een belangrijke reden waarom Nederland die discussie niet is aangegaan. Familieleden van verkeersdoden, met name als zij zelf de aanstichters van het ongeluk zijn, zitten niet te wachten op de mededeling dat er alcohol in het spel was. Daarom stelt het ministerie voor om de alcoholtest anoniem te houden.
Die anonimiteit zou ook vele pijnlijke schadeclaims en rechtszaken moeten voorkomen. Aan een alcoholtest op verkeersdoden kleven immers ingewikkelde verzekeringsaspecten. Verzekeraars zouden kunnen weigeren geld uit te keren als er alcoholmisbruik aangetoond is. En hoe zit het met de aansprakelijkheid van erfgenamen? Kan een vader belast worden met de schade veroorzaakt door een dronken zoon of dochter?
Momenteel worden alleen van gewonden bloedmonsters of blaastesten afgenomen, tenminste als er een vermoeden bestaat dat zij hebben gedronken. Sterft zo’n gewonde alsnog, dan wordt het onderzoeksresultaat meteen vernietigd. Want in het strafrecht geldt dat mensen die niet meer leven, niet kunnen worden vervolgd.
Ted Peer van de Brabantse politie denkt dat post mortem-alcoholonderzoek kan helpen bij het vaststellen van de aansprakelijkheid. „De samenleving draait nu op voor de kosten van die verlamde arbeidsongeschikte twintigers. De vraag is of dat wel eerlijk is.”
De verkeersorganisatie 3VO vindt dat geen argument. De organisatie is geen voorstander van de alcoholonderzoeken op dodelijke verkeerslachtoffers. De organisatie vraag zich af wat de winst is van „het overhoop halen van zo veel gevoelens”. „Als het alleen gaat om het vaststellen van het aantal verkeersdoden gerelateerd aan alcohol, dan hoeft het wat ons betreft niet”, zegt een woordvoerster. De organisatie zegt dat uit internationale vergelijkingen al op te maken valt dat aan één op de vijf ongevallen „een alcoholluchtje hangt”. 3VO pleit ervoor de aandacht te richten op het verminderen van alcohol in het verkeer, bijvoorbeeld met de snelle instelling van een alcoholslot voor zware drinkers. Dat zou jaarlijks dertig doden besparen.
Ook het Verbond van Verzekeraars ziet niet veel in het voorstel van Verkeer en Waterstaat. „Net als iedereen willen ook wij hier terughoudend in zijn, uit piëteit met de nabestaanden”, laat de bond weten. De verzekeraars menen dat het heel moeilijk is „een dronken automobilist ergens voor verantwoordelijk te houden”. In de meeste polisvoorwaarden staat, dat dat pas kan als iemand niet meer tot rijden in staat is. Volgens het Verbond van Verzekeraars is dat heel breed interpreteerbaar. „Als iemand net een biertje te veel op heeft, is dat dan een reden om de schade te verhalen?”
Waarom Nederland zo terughoudend is vergeleken met andere landen, denkt Wim van Dalen wel te weten. Hij is directeur van de Stichting Alcoholpreventie (Stap). Als er gekozen moet worden tussen het individuele belang en het overheidsbelang, dan weegt in Nederland het eerste vaak zwaarder, zegt hij. De Stichting Alcoholpreventie denkt dat er een grote preventieve werking uit zal gaan van een alcoholtest op alle verkeersdoden.
Directeur Van Dalen juicht zo’n test toe. Weggebruikers zouden eerder bedanken voor een drankje als ze zouden weten hoeveel ongevallen veroorzaakt worden door alcohol. „In landen als de Verenigde Staten is bijna 40 procent van de verkeersslachtoffers aan alcohol toe te schrijven. Nederland heeft zulke keiharde gegevens niet en kan daar dus ook geen effectief beleid aan koppelen”, zegt Van Dalen. Het plan dat Verkeer en Waterstaat samen met Binnenlandse Zaken ontwikkelt voorziet in een aanpassing van de Wet op de lijkbezorging. Die wordt momenteel herzien. Deze wet bepaalt dat bij een onnatuurlijke dood een schouwarts ingeschakeld moet worden. De Tweede Kamer moet het voorstel nog goedkeuren. Als zij akkoord gaat, zou de alcoholtest bij verkeersdoden in de loop van 2007 ingevoerd kunnen worden.
NRC, 21-07-2006