PDA

Bekijk de volledige versie : Voor pubers zal de natuur worst wezen...


Barst
26th June 2006, 02:17
Pubers in de natuur


Volgens een recent onderzoek van de Universiteit van Wageningen geven pubers niet om de natuur. Ze vinden het saai. Daarom gaan ze niet naar natuurgebieden en ook de natuurbescherming zal ze worst wezen.


Het kan natuurlijk dat ze de laatste tijd ontaard zijn geraakt maar ik denk dat het altijd zo geweest is. Kinderen geven niet om natuur. Om te beginnen baby’s: al leg je ze aan de voet van de Himalaya of in een kistje in de Nijl, het maakt ze niet uit. Opgroeien doe je kennelijk overal wel. Maar ook grotere kinderen hebben er niet veel oog voor. Ze gaan liever naar een pretpark of naar een zwembad dan dat ze met je door de natuur dwalen.

Ik herinner me nog een verschrikkelijke vakantie in het Cypriotische vakantieplaatsje Agia Napa, met alleen maar langsparaderende toeristen onder permanent geschal van luidsprekers en bungy-jumpende hormonenbakken, maar mijn dochters vonden het prachtig. En toen we het een middag ontvluchtten om in een herberg bij een waterval tot rust te komen, hadden ze er na een uur genoeg van. Kennelijk moet je natuurliefde leren. Om te beginnen doe je dat met de grootste en grofste effecten. Niet toevallig waren de Alpen de eerste gebieden in de wereldgeschiedenis waar een soort toerisme op gang kwam: groots, dramatisch, anders dan thuis (behalve natuurlijk als je in de Alpen woonde en er toch al niks aan vond).

Pas toen ik als jongetje van twaalf voor het eerst in Zwitserland was ontstond er een soort natuurgevoel in mij, maar het Zwarte Woud dat wij vervolgens bezochten vond ik weer duf en onspectaculair. Met de Grand Canyon of de Niagara Falls kun je een tiener nog wel vermurwen maar met kleine, intieme natuur die in geen enkel boek beschreven staat, moet je meestal niet aankomen. Het is als met de rest van het leven: eerst de grote verliefdheden, de carrièresprongen en dan langzamerhand het suffere spul, een mooie vriendschap die al voldoet, het langzaam afbouwen tot je weer ongeveer in het huis van je ouders woont en dingen van vroeger verzamelt. We beginnen ons leven met achterstallige natuurliefde. Pas als we ouder worden realiseren we ons in wat voor paradijs we al die tijd bewusteloos hebben rondgelopen. Bij mij jagen soms flarden zonbeschenen heggen van de buren langs, zandpaden in het Kopje van Bloemendaal, ongeëvenaarde schaduwplekken. Alsof oude, ongenoten momenten alsnog hun recht komen halen.

En eigenlijk voelt het wel goed; stel je voor dat je alles in je jeugd al ten volle genoten had en het nu alleen met het heden moest stellen. Ik denk dat de mens een soort reserve-natuur in zich opbouwt waar hij als hij ouder wordt zo nu en dan een hapje van neemt en die hem troost. Dat pubers dus niet aan natuurgebieden en natuurbescherming doen is zo erg niet, en dat de Universiteit van Wageningen hun natuurgevoel wil stimuleren door er voedsel in te leggen dat ze kunnen gaan zoeken, lijkt me zoeken naar een oplossing die niet nodig is. Tenslotte komt het toch wel en willen we begraven worden tussen de struikjes en kiezelpaden van onze voorvaders. Dát is de natuur. Van de mens dan.


Trouw, 26-06-2006

Jelle thijs
26th June 2006, 12:07
Ik vind het wel spijtig dat we niet meer zo veel van de natuur kunnen genieten. Gisteren heb ik een wandelingetje van 30 kilometer gemaakt, dan merk je pas in wat voor een mooie natuur wij leven. Daar kan ik echt van genieten. Of in de duiden van koksijde/oostduinkerke naar de zonsondergang staren, dat kan zalig zijn. Maar je kan het ook dichter bij (mijn) huis vinden. Als ik 's ochtends op sta en door mijn zus haar kamerraam kijk en ik zie de herten in onze tuin lopen. Dat zijn dingen waar ik immens van kan genieten.
Maar nu de mens de natuur steeds minder nodig heeft, wij zijn niet meer afhankelijk van de natuur (een Nijl die overstroomt, geluk hebben met goede landbouwgrond,...) nu heeft de mens zelf gezorgd voor goede omstandigheden en zorgt de natuur enkel voor het verschil tussen een goede oogst (die wij ondertussen slecht noemen) en een perfecte oogst (die wij dan goed noemen)